Het werd een drukbezochte schaakavond. Er werden maar liefst 14 partijen gespeeld. Van een aantal daarvan commentaar van Fred van Wieringen, die - ondanks een drukke periode met o.a. het spelen van de Dick Kegge memorial - toch de tijd vond enig commentaar te schrijven.
Op de eerste plaats kwam de partij tussen Ernst Jan Pluim Mentz en Thomas Ammerlaan. Daar werd uiteraard met enige spanning naar uitgekeken. Het werd de eerste partij van Ernst Jan in het jaar 2025 voor de interne competitie en tevens een gevecht om de eerste plek in die competitie. Ook is Thomas in een goede vorm de laatste tijd maar die wist hij toch onvoldoende waar te maken tegen de meervoudig clubkampioen. M.a.w., hij verloor deze partij. Daar werd enig gebruik van gemaakt om een plekje te stijgen door Jan van Huizen. Hij speelde met zwart tegen Jan van Dam en het commentaar erbij is van Fred: Twee spelers, die in de
subtop verblijven, speelden tegen elkaar. Jan van Dam met wit tegen
Jan van Huizen met zwart. Ik zag het laatste deel van de partij, waarbij beiden streden voor de winst. Jan van Huizen had een paard op
g4 dat erg storend was voor Jan van Dam. Jan van Huizen speelde een pion op naar a6 en dreigde met schaak gevaarlijk binnen te komen. Jan
van Dam kon ternauwernood verdedigen. Na veel afruil leek het op
zetherhaling uit te komen, maar daar wilde Jan van Huizen nog
niets van weten. Hij kwam een paard voor maar een pion van Jan van
Dam dreigde te promoveren, zo ook die van Jan van Huizen. Het werd
alsnog remise en hierdoor en het verlies van Thomas steeg Jan dus dat plaatsje. Kijken we verder, net als Fred, dan zien we een interessante partij, tussen Maurits Leentvaar en Bart Westdijk. Maurits was de
meest dreigende schaker, terwijl Bart speldenprikjes uitdeelde.
Uiteindelijk wist Maurits de druk te verhogen met een toren op de
d-lijn plus een dame en een paard. Na een mooie combinatie wist Maurits
eerst een pion te winnen maar erna ook Bart mat te zetten. Zelf speelde Fred tegen Tim
van Huizen en ze speelden hun partij in het jeugdtempo. Dit vanwege de studie
van Tim. Na de opening zette Tim druk op het centrum van Fred. Het
werd een complexe stelling, die Fred niet snel kon overzien. Ook de
tijdsdruk was aanwezig waardoor Fred een verkeerde zet deed en Tim
een paard kon winnen. Nu ruilde hij een aantal stukken af. Er was niets
wat overbleef voor Fred, die opgaf. Michiel Landman en Julian
Krabbendam waren aan elkaar gewaagd. Julian wist echter een stuk te
winnen en dacht de overwinning binnen te hebben. Michiel zag nog een
mogelijkheid om eeuwig schaak af te dwingen. Remise dus. Reinier van der Wende lijkt zijn schaakvermogen van enkele jaren geleden een beetje kwijt te zijn en lijkt daardoor de nederlagen - vooral extern - een beetje aan elkaar te rijgen. Deze avond was hij ingedeeld tegen Martijn van Dam en Martijn had er een leuk gezegde over: deze partij leek veel op een bloem. In eerste instantie zat hij nog in knop zonder erg veel van z'n moois te laten zien. Het leek er zelfs even op dat hij bevroren was. Maar op zeker moment ontvouwde hij zijn blaadjes en werd het een prachtige bloem! Martijn won "dus" de partij, hoewel dat misschien ook te maken had met de opkomende tijdnood van Reinier.
Hans van Calmthout kreeg Bonne Faber tegenover zich en al snel kreeg hij de betere stelling volgens het idee van Bonne. Maar volgens de computer is dat niet zo, zie diagram:
Hier had met ...;g5 de knuppel in he5 hoenderhok moeten worden gegooid (bijv. ...;g5 - d4;g4 - Pfd2; cxd4 - Dxg4;Pdxe5 - Dh5;Pg6 en zwart heeft een pion gewonnen maar zijn koningsstelling is wat zwakker geworden. Op termijn dan een lange rokade). Maar om zoiets te zien moet je wel kunnen schaken en Bonne rokeerde hier, wat op zich overigens nog niet echt slecht is. De echte fout kwam eigenlijk in de volgende positie, waar Bonne ...;b6 speelde om de a-toren in het spel te brengen.
Dat had evt. ook met ...;a5 kunnen gebeuren, nu komt er immers veel druk op pion e6 en daar richtte Hans nu uiteraard zijn pijlen op. Die pion ging dus verloren maar Bonne kon ook daarna geen vuist meer maken. Aan het slot van de partij kreeg hij ook nog een aanval van schaakblindheid want in
bijgaande stelling dacht hij "als ik nou eens die pion op f4 sla dan komt dat paard ongedekt te staan!?" en een paar zetten later gaf hij ècht op. Maar ook Leo Stelloo wist het weer eens bont te maken. Hij speelde tegen Sheila de Jonge en wist goed partij te geven. Wel kwam zijn koning in een moeilijk parket op de vleugel van zijn eega. Maar daar wist hij sterk uit te komen en Sheila wist niet de goede oplossing te vinden om hem het vuur nog nader aan de schenen te leggen. Wel kwam ze in tijd wat beter te staan en dat wil tegen Leo nog wel eens kansrijk zijn. Op een gegeven moment had Leo een zet gedaan en Sheila zat in diep gepeins achter het bord, zodat Leo zich op zeker ogenblik af ging vragen "waarom doet ze geen zet meer?". Toen zijn vlag viel kreeg hij daar een antwoord op.
Albert Bijzitter en Rik
Verhey ruilden na de opening bijna alle stukken af. Beiden hadden nog
een loper en een aantal pionnen. De pionnen en de loper van Albert
stonden actiever. De loper en de koning van Albert wisten de stelling van
Rik binnen te dringen en zo met een paar positionele zetten de partij
te winnen. Ook stond Albert twee pionnen voor, met beiden een loper van dezelfde kleur. Frits van der Veeke kreeg te maken met Baris Kinis en hij wist een grote voorsprong in tijd te krijgen. Die achterstand kwam tot uiting in de stelling en Baris vond geen mogelijkheid om daar positief uit te komen. Verlies werd dus zijn deel. Ad van der Ree had ook weer eens een mogelijkheid gevonden om te komen spelen en werd daarbij aan Kees Breen gekoppeld. Vroeger stonden ze beiden dicht bij het einde van de ranglijst. Ad aan de bovenkant en Kees onderin. Nu echter stonden ze dicht genoeg bij elkaar om tegen elkaar te mogen/moeten spelen. Daarin kon Ad dat vroegere verschil nog wel in de stelling tot uitdrukking brengen, wat hem een punt opleverde. Een
partij in de onderste regionen was spannend om te zien. Wim
Noordermeer tegen Hans Maagdenberg. Beiden ruilden diverse stukken af
en Hans kwam hier beter uit. Hij had een paard plus pionnen en Wim
alleen pionnen. Probleem voor Hans was, dat de koning van Wim
dichtbij de pionnen en het paard stond. En dat hij ergens in de fout
ging en zijn paard verloor. Wim wist een pion aan de overkant te
brengen en deze tot dame te laten promoveren. Hans speelde niet verder en
feliciteerde Wim met de overwinning. Michael Smalheer wist veel van het materiaal van Ellen Akershoek in beslag te nemen. Dat kostte hemzelf wat minder materiaal en aldus wist hij Ellen er van te overtuigen dat ze beter op kon geven. En - gehoorzaam als ze kan zijn - dat deed ze dan ook. De laatste nog te behandelen partij is die tussen Duncan Peltenburg en Jacques Kokshoorn. Na een verliesperiode lijkt het er een beetje op, dat Jacques het lek een beetje boven heeft. Tenminste, tegen Duncan lukte het om te winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten