De toppartij was meteen eentje waar de stukken (figuurlijk, dat wel!) van af vlogen. Martijn van Dam is goed bezig in de externe competitie en heeft daar alles tot nu toe weten te winnen. Dus zou hij het Sheila de Jonge best wel moeilijk weten te maken. Maar niets was eigenlijk minder waar, of zou er misschien sprake zijn van respect voor zijn teamleider?! Want hij wist zijn dame flink vast te zetten op de koningsvleugel en het enige, wat hij daarop wist te bedenken was die dame geven voor een loper, samen met ook het in een moeilijker parket brengen van de dame van Sheila. Zij kon die dame dan wel in veiligheid brengen ten koste van een tweede stuk. Aangezien Sheila ook nog enkele pionnen voor stond leek het pleit beslecht. Uiteraard probeerde Martijn nog onder het vonnis uit te komen, maar toen hij nog een pion kwijtspeelde en Sheila alle ruimte kreeg om hem steeds verder onder druk te zetten bezweek hij onder die druk en gaf op.
Nog een partij, die qua spanning veel weg had van de vorige, was die tussen Reinier van der Wende en Julian Krabbendam. Reinier had beslag gelegd op de witte velden, waardoor Julian flink in zijn mogelijkheden werd beperkt. Toch wist hij langzamerhand spel te krijgen op de koningsvleugel, terwijl Reinier zich bezighield op de damevleugel. Julian kreeg een paard op een belangrijk centraal veld, ter ondersteuning van zijn torens, die de witte koning op wilden jagen. Dat lukte ook een beetje, met het gevolg, dat Julian de witte dame in kon rekenen voor een toren. Maar Reinier had wel ressources in de vorm van twee torens en een inmiddels vrijpion op de b-lijn. Daar bleek Julian van onder de indruk, waardoor hij er een tempo met zijn dame aan verspilde. Hierna wist hij de witte koning nog wel onder druk te zetten maar Reinier kon, mede door dat extra tempo, de a-pion van Julian oppeuzelen en daarmee de achterste lijn onder druk zetten met zijn torens en die vrije b-pion. Die druk werd nog verhoogd door de g-pion van Reinier, die op g6 terechtgekomen was en zodoende de zwarte koning een vluchtweg ontnam. Julian probeerde nog wat met zijn dame, wist echter geen eeuwig schaak te geven en de aanval op de damevleugel gaf tenslotte de doorslag, met Reinier tenslotte als winnaar maar Julian enigszins als morele winnaar.
Hierna de beurt aan Jan van Baardwijk en Albert Bijzitter. Laatstgenoemde is een periode van acht jaar inactiviteit op schaakgebied aan het overbruggen en zag wel een beetje op tegen deze ontmoeting. Hun eerste ontmoeting, zeven ronden geleden, had hij dan wel gewonnen, maar toch.... Ze kwamen in een stelling, waarin Albert onder druk kwam te staan, vooral langs de zevende rij. Daar dreigde Jan de pion op a7 te slaan en zodoende "vrije" doortocht voor zijn eigen a-pion te creëren, dus speelde Albert een toren ter dekking van z'n a-pion. Maar die toren viel Jan wat later aan met een loper, terwijl er weinig velden op de zevende rij voor die toren ter beschikking bleven. Ook wist Jan de pion op f6 te slaan met zijn e-pion en zou daar ruimte mee kunnen maken omdat Albert niet terugsloeg. Maar dit deed Jan niet, hij koos er voor zijn andere loper naar e7 de dirigeren om zijn vrije d-pion te ondersteunen. Nu sloeg Jan die toren wel en kwam dus een kwaliteit voor te staan. Het was een moeilijk gevecht voor Albert, wat hem veel bedenktijd kostte en het verbazende ontwikkelde zich want Jan, als gekende speler met regelmatige tijdnood, had ruim meer tijd over en wist de partij over de streep te trekken, dus met winst voor hem. Het gevoel van Albert van voor de partij bleek dus terecht.
Dan de partij tussen Ivan Jansen en Bonne Faber, waarin Bonne te snel het overzicht verloor en aldus een pion verspeelde. Het werd vanaf dat moment een partij van een aanvallende Bonne en een verdedigende Ivan, waarbij Ivan eigenlijk steeds de betere was dankzij die door Bonne weggeblunderde pion. Op zeker moment werd bijgaande positie bereikt, waarin Bonne koos voor herhaling van zijn zet
La7-b8 en Ivan steeds Pg3-e2 bleef spelen, zodat de vrede met een remise werd getekend.Van de volgende partijen werd niet al te veel gezien. Baris Kinis raakte zijn winstserie kwijt tegen Bart Westdijk en verloor dus. Jacques Kokshoorn speelde tegen Leo Stelloo, die aan had gegeven iets later te zullen komen en het ontlokte hem na afloop de uitspraak: "Het laatste binnen en het eerste klaar", wat niet helemaal waar bleek te zijn. Hij had echter wel gewonnen van Jacques, die al snel weer zijn regenpak aantrok, hij was op de fiets gekomen en moest in de stromende regen weer naar huis, zonder punt! Toch ook hier weer een verrassing, Wim Noordermeer - altijd goed voor verrassingen - werd aan Franka de Jong gekoppeld en Franka kreeg zomaar een stuk van hem en wat later ook de partij! Nu zijn we zo langzamerhand aangekomen in de onderste regionen van de ranglijst en daar treffen we Frits Wilschut aan en Michael Smalheer. Opnieuw wist Frits zijn partij degelijk op te bouwen en daar had Michael niet direct het goede antwoord op. Het was Frits gelukt een vrijpion op de e-lijn helemaal tot de zevende rij op te laten rukken en daar werd die pion ondersteund door de dame, waarna ook nog eens een toren op de laatste rij verscheen. Zonder problemen dus een promotie en zonder problemen ook winst voor Frits. Al eerder was gesteld, dat die uitspraak van Leo niet waar was want Ellen Akershoek was eerder klaar met haar partij tegen Alexander Lieffering. Ellen heeft nog steeds alles verloren tot nu toe, blijft daarbij gelukkig wel enthousiast! Alexander doet ook mee bij de jeugdafdeling en heeft daar baat bij, wat nu bleek bij zijn snelle winst op Ellen.
Na deze retoriek over de interne competitie graag het woord aan Jaap Santifort voor wat er met het eerste team gebeurde in Rotterdam:
Donderdagavond 25 april toog het eerste team van De Pionier naar Rotterdam-Noord. Ondanks enkele wegomleidingen en zelfs een slagboom voor de speellocatie lukte het de spelers om binnen te komen. De meesten waren te laat zodat ze het openingswoord van de wedstrijdleider hadden gemist. In dat openingswoord vertelde hij dat beide teams nog kans hadden op promotie. Dat werd door de spelers van De Pionier glimlachend aangehoord. Hoe kon dat nou? Erasmus zou vanavond toch gewoon gaan winnen, met dikke cijfers! Afijn, de klokken werden ingedrukt en het spel was op de wagen. Het is een fijne locatie om te spelen, veel licht en ruimte en consumpties voor een redelijke prijs. Het is wel eens anders.
Tot 22:00 uur gebeurde er niet veel. Iedereen was in gepeins verzonken en het enige, wat opviel, was dat alle leden van De Pionier minder speeltijd hadden verbruikt dan hun tegenstanders. Het meeste tijdverschil was te zien aan bord 1, waar Ernst Jan Pluim Mentz speelde, tegen Frank van Zutphen (2061). De Franse opening kwam op het bord en de tegenstander begon al bij zet 2 na te denken. Wat natuurlijk opmerkelijk is bij een bekende opening. Ernst Jan kwam geweldig actief te staan terwijl de tegenstander nog moest ontwikkelen. Rocheren lukte al helemaal niet. Dus toog Ernst Jan ten aanval met paard en loper. Dat leverde aanvankelijk nog geen directe winst op, maar de vijandelijk koning kwam in een mijnenveld terecht. Dat leverde Ernst Jan een kwaliteit voorsprong op. En dan weet je, dat met zijn techniek, het scorebord al ingevuld kan worden. Toch spartelde de tegenstander nog heel lang door. Maar uiteindelijk schudde hij de hand ten teken van overgave. 1-0 was de eerste uitslag.
Thomas Amerlaan speelde aan bord 7 tegen Dick Straathof (1879) en Thomas had een vreemde pionnenformatie, maar de tegenstander kon er niet veel mee. Hier ging Thomas opvallend in de fout,
hij speelde - Pb1?, waarschijnlijk in de veronderstelling dat zijn toren gedekt bleef. Zijn tegenstander speelde uiteraard ...;Lxf3 en Thomas was veroordeeld tot - gxf3 om de schade nog enigszins te beperken. Zelf zegt hij hierover: "Ik kwam erg ongemakkelijk te staan na Pb1 Bxf3, maar gelukkig was het na ...;Tg5 - Txg5;hxg5 - Kg2 een stuk beter". Die stelling is weer te zien op het volgende diagram:Rik Verhey speelde aan bord 6, tegen Leo Verhoeven (1877), een solide remise en maakt daarmee zijn seizoen wat dragelijker. Rik kan veel beter, maar dit seizoen komt het niet goed uit de verf. Met deze remise draagt Rik wel bij aan het teamresultaat, 2½-½.
De volgende, die klaar was, was Jan van Huizen. Hij won van Martin Rensen (1934) aan bord 5.
Kort daarop speelde zoon Tim remise aan bord 8 tegen Arno van Houten (1897). De tussenstand was nu 4-1 en zeer kort daarna won teamleider Jan van Dam van Peter Torczynski (1957), aan bord 4. Jan had de hele avond zeer actief spel met de lichte stukken. Waarbij vooral het paard van Jan opviel. Het beest sprong als een jong veulen door de stelling van de tegenstander. Her en der wat pionnen oprapend. Dat beest heeft wel een wortel verdiend. De tegenstander vond het wel welletjes en streek de vlag, 5-1 op het scorebord.
Je merkt aan de korte toelichtingen dat de spelende verslaggever Jaap Santifort aan bord 3 amper tijd had om rond zich heen te kijken. Zijn tegenstander, Pieter Sturm (1969) is de topscorer van Erasmus en hij speelde zeer goed. Het remiseaanbod van Jaap werd stilzwijgend maar beleefd geweigerd en hij zette Jaap verder onder druk. Het leverde de tegenstander één en later twee pionnen op. Jaap had daar tegenover een actief paard, dat de vijandelijke koning lastig viel. Resoluut ruilde Pieter Sturm dat paard in voor zijn eigen toren! Achteraf kun je zeggen dat dit te overmoedig was, want het spel draaide vrij snel om. De hyperactieve toren van Jaap tegen een zwak paard met versleten hoefijzers van de tegenstander. Jaap dwong middels een vrijpion het paard tot overgave. Toen was het een kwestie van techniek om de pionnen van de tegenstander op te rapen. Na wat gespartel gaf hij op. 6-1 als tussenstand.
Als laatste was invaller Maurits Leentvaar bezig aan bord 2, tegen Marvin Dekker (1979). Je ziet aan de ratings van de tegenstanders, dat het allemaal zwaargewichten waren. Maurits was aan bord 2 gezet omdat teamleider Jan van Dam niet te veel wilde veranderen aan zijn basisopstelling. Normaal zit onze topscorer Thijs van Dam aan bord 2, maar Thijs was verhinderd. Terug naar de partij, Maurits kreeg een moeilijke stelling met veel druk van de tegenstander. Maar de tegenstander kreeg tijdnood en ging mindere zetten doen. Veel mindere zetten, zodat Maurits een overwicht in materiaal kreeg. Hij kreeg twee lichte stukken meer dan zijn tegenstander! Het lukte Maurits om die beide lichte stukken te verspelen in de tijdnoodfase. Om aan te geven, dat het spel van beide kanten verre van vlekkeloos was. Maar de twee verbonden vrijpionnen van Maurits waren uiteindelijk de tegenstander te machtig. Ook hij gaf op en bracht daarmee de eindstand op 1-7! Maurits had zelf nog het volgende toe te voegen:
"Nadat ik vrijwel al mijn tijd gebruikt had waren we op de positie uit het diagram uitgekomen. Ik had nog 4 minuten over en mijn tegenstander 20 minuten. Wit is in de aanval en heeft een sterk paard op f6. Een goed vervolg aan de aanval geven is echter lastig. De laatste zet van zwart, 27. … - Ped7 lijkt de terugtocht van zwart in te luiden, f5 dreigt maar het is nog lang niet duidelijk wie er beter uit dit verhaal komt. 28. f5 - Txf6. Een gemeen kwaliteitsoffer waardoor de pionnen van wit opeens zwak worden. 28. … - Te7 werkt niet omdat wit na fxg6 zijn loper kan offeren op h5. Na 29. x f6 volgt Pxe4. Dit paard valt zowel toren (f2) als loper (g3) aan, maar ook c3 is een prachtig veld.30. Tf3 dekt alle dreigingen van het paard en na Pxg3 31. Txg3 - Dxf6 is het materiaal in balans in een stelling waar voor beide kleuren nog genoeg mogelijk is. De partij ging echter verder met 30. fxg6 - Pxf2 31. Lxf2 - Dxf6. Wit lijkt de dame te kunnen pennen op de koning met 32. Ld4 maar na Pe5 is de penning snel verbroken (diagram)
De partij vervolgde met 33. Lxh5 - Txc4 34. Tc2 en Dxh4+. Met beide koningen op een open H-lijn zijn er een hoop (aftrek)schaakjes mogelijk. Wit blokkeert met 35. Th2 waarna Le2 een serieuze dreiging is. Dit is echter een fout aangezien zwart de prachtige zet Dxd4 heeft, waarna Le2+ niet werkt omdat de toren op c4 niet geslagen kan worden, de dame op d1 staat immers in. De partij vervolgde echter met een variant namelijk 35. - Txd4 waarna alles mogelijk was. Wit had de balans kunnen behouden door 36. Txh4 te spelen. Wit koos er echter voor om zijn dame in veiligheid te brengen met 36. Df1 waarna zwart Df4 speelde. Na verloop van tijd werden de dames geruild en gaf zwart nog een kwaliteit terug. Het eindspel wat volgde bestond uit 2 pionnen, een paard en loper voor zwart tegen 1 pion en een toren voor wit. De pion van wit viel en dit bleek te veel te zijn waardoor wit opgaf toen promotie niet meer tegen te houden was. Saillant detail, aan het einde van de partij kon wit het paard van zwart nog winnen maar dit bleek te laat te komen.
Weer verder met Jaap: Wat een avond! De woorden van de wedstrijdleider aan het begin kwamen uit. De Pionier doet nog steeds mee in de strijd om de titel. Wie had dat vooraf gedacht. Wat nu moet gebeuren is simpel. Spijkenisse moet 4-4 gelijkspelen tegen Erasmus. En dan hoeft de Pionier alleen nog maar met 8-0 te winnen van Krimpen aan den IJssel. Want als je met 1-7 kunt winnen van de koploper, dan is 8-0 tegen een middenmoter natuurlijk een makkie!? Ook hier een wedstrijdformulier:
Dan ook nu weer een nieuwe tussenstand.
2 opmerkingen:
Mooi werk, mannen! Sterkte in de laatste ronde op 30 mei tegen Krimpen!
Bedankt voor het verslag Jaap en je hebt prachtige metaforen gebruikt. En leuk dat Marcel een reactie heeft gegeven!! De overwinning zal nog lang doorklinken bij ons.
Een reactie posten