Aan bord 2 speelde Thijs van Dam met wit tegen Marcel den Boer (1821). Door enkele dreigingen in te bouwen kwam Thijs steeds beter te staan. Zelfs zo goed dat de tegenstander zijn dame moest inleveren tegen een toren. Daarna dreigde Thijs nog meer materiaal te winnen en dat was voor de opponent een reden om op te geven. 1-0 op het scorebord, precies zoals de teamleider het had opgedragen. Daarna was het de beurt aan Jaap Santifort die aan bord 3 met zwart speelde tegen Victor van Blommestein (1759). En dat viel niet mee! Jaap kreeg een stormloop van pionnen voor zijn kiezen terwijl de tegenstander amper tijd verbruikte. Na 15 zetten stond de klok nog op 1:30 en Jaap had al bijna een half uur verbruikt. Geen tijd voor Jaap om even om zich heen te kijken. Maar, zoals zo vaak, leidt snel spel niet altijd tot het beste resultaat. Toen de stormloop was tegengehouden kon Jaap aan zijn eigen kansen gaan denken. Hij had al een kostbaar pionnetje opgesnoept en met een stukoffer zouden daar nog twee pionnen bijkomen.
De rest van de thuisspelers zat te zweten en te zwoegen. Het duurde heel lang voordat er tekening in de strijd kwam. En in bijna alle gevallen in het nadeel van De Pionier 1. Rik Verhey zat aan bord 6 tegen Arend van Grootheest (1625) en ze zaten in het eindspel (nadat Rik nog een remiseaanbod had afgeslagen) met een toren en ieder een handvol pionnen. Alleen stond de koning van Rik zodanig dat hij zijn pionnen niet kon verdedigen. Dus hij koos voor de aanval. Rik probeerde zijn vrijpion naar de overkant te begeleiden met koning en toren. Ondertussen zag hij dat zijn andere pionnen werden opgesnoept. En toen gebeurde er iets stoms: Rik vergat zijn enige vrijpion te dekken toen die werd aangevallen! Dat was het kantelmoment. Kort daarna gaf Rik het op, 4-1 tussenstand. Aan bord acht zat Tim van Huizen tegenover Martijn Rijneveen (1644).
Beiden met twee torens, één paard en veel pionnen. Alleen stonden de stukken van Tim wat ongelukkig op het bord. En hij moest steeds meer terrein prijsgeven. Steeds verder achteruit met af en toe een pionverlies. Tim kon het niet bolwerken en gaf ook op, 4-2 op het scorebord. Aan bord 5 zat vader Jan van Huizen tegenover Henk Timmermans (1741). De stelling was in het nadeel van Jan, maar hij speelde stug door. Ook in het teambelang natuurlijk. En door tijdnood van beide spelers maar vooral van de tegenstander kwam de stelling op slot te staan. Met herhaling van zetten werd de uitslag bepaald, remise! 4½-2½ op het scorebord en de teamwinst was nu zeker. En dat was reden voor de laatste speler, teamleider Jan van Dam aan bord 4,om voluit te spelen voor de winst. Hij speelde tegen Jan de Jong (1721) met twee pionnen meer. Alleen had Jan een aanval te verduren en er dreigde een vijandelijke vrijpion door te lopen. Jan ging teveel uit van eigen kracht en kwam in de problemen. Zijn paard kwam in de penning en kwam daar niet meer onderuit. Even later moest Jan ietwat balend opgegeven. Hij was een herhaling van zetten eerder op de avond uit de weg gegaan.De teamleden namen een lauw biertje en het feestje was over voordat het was begonnen. Maar toch heeft De Pionier 1 goede zaken gedaan. Met twee keer winst, één keer remise en één keer verlies doet De Pionier 1 volwaardig mee in de 1e klasse. Lijfsbehoud is bijna zeker! Zie ook het wedstrijdformulier, opgesteld door wedstrijdleider Martijn van Dam:
Zwart ging verder met 14 ...;De7 15 Pxc6!?;bxc6 en het spel is op de wagen. 16 Lxd6;De3+ 17 Kh1 waarna zwart blunderde met 17 ...;Tfd8. Met 17 …;Tfe8 had zwart zijn voordeel behouden. 18 Lxc5! en zwart zit in de problemen. Wit heeft zijn stuk terug met 2 pionnen rente. Na 10 minuten nadenken ging de partij verder met 18 ...;Txd1 19 Lxe3;Txa1 20 La6 en zwart won ’n pion terug. In opkomende tijdnood van wit bood zwart remise, wat op zet 25 geaccepteerd werd. Dan weer een partij waar eigenlijk heel weinig werd gezien: Michael Smalheer-Albert Bijzitter. Wit is pas lid geworden en het is nog even afwachten wat zijn werkelijke sterkte is. Nu, tegen Albert kreeg hij maar weinig kans op een bevredigend resultaat, m.a.w., hij verloor de partij. Dan Melvin de Vree tegen Bonne Faber. Wit had al een hele poos geen gelegenheid gehad de club met een bezoek te vereren. In de partij wist Bonne al na zo'n 15 zetten zijn tegenstander aan een dubbelpion op de b-lijn te helpen. Dankzij een minder goede pionzet kon Bonne de witte damevleugel vastleggen en na enige tempowinsten ontstond een stelling waarin zwart een stuk kon winnen als wit een geslagen pion terug zou slaan. Dat deed wit en er werd een toren geslagen met schaak. Bonne offerde nog een pion maar daardoor kwam de witte koning in een matnet terecht. Het net werd gesloten en wit verloor dus de partij. Wilco Baartmans kende een slechte avond tegen Julian Krabbendam en raakte daardoor het punt kwijt. Ivan Jansen kreeg een mooie aanval tegen Wim Noordermeer en wist de door Wim ingebouwde slimmigheidjes mooi te ontwijken, wat hem tenslotte het punt opleverde. Ook een punt was er voor Leo Stelloo, die enige moeite had met Baris Kinis maar zich uiteindelijk dat punt wel toe eigende. De laatste partij komt op naam van Frits Wilschut en Jacques Kokshoorn. Frits leek daarbij goede kansen in het leven te kunnen roepen maar het lukte hem niet ze te verzilveren. Een nederlaag voor hem dus.
Dit alles geeft weer een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten