Weer een relatief rustige tussenavond, waarin de interne beker een vervolg kreeg en het nodige voor de huishoudelijke competitie kon worden gespeeld. Wel weer met enkele min of meer verrassingen.
Voor de interne beker kon de ontmoeting Michiel Landman tegen Fred van Wieringen eindelijk worden gespeeld. Vaak kon het niet doorgaan omdat Fred wedstrijdleider voor een RSB-wedstrijd moest zijn of omdat beiden afwezig waren. Nu was het dan eigenlijk de laatste mogelijkheid, volgende week immers is er voor Michiel een RSB-wedstrijd en om het dan reglementair te laten beslissen is ook minder leuk. Dus gingen beide spelers er voor zitten om te beslissen, wie naar de volgende ronde zou gaan. In de eerste partij ging het lange tijd gelijk op, totdat Michiel een pionnetje buit wist te maken. Maar dat bleek toch onvoldoende voor de winst want Fred kon, met zijn witveldige loper, steeds de dame van Michiel aanvallen en die dame mocht niet wijken, anders zou het mat worden. Remise dus. Dan de tweede partij, waarschijnlijk voor de beslissing. In deze partij wist Fred zijn tegenstander steeds meer achteruit te drukken om tenslotte een toren op de voorlaatste rij te krijgen, waar deze van alles (o.a. mat) dreigde. Fred dus naar de tweede ronde en volgend jaar een herkansing voor Michiel.
Ad van der Ree mocht proberen lijstaanvoerder Thijs van Dam beentje te lichten. Maar dat ging niet zo makkelijk, beiden verdedigden dat het een lieve lust was. Daarbij werd ook het nodige materiaal geruild, tot er voldoende overbleef voor een remiseaanbod. Dat werd ook gedaan en vrij snel aangenomen.
Omdat er een oneven aantal spelers de weg naar de speelruimte had weten te vinden (mede o.a. door de RSB-wedstrijd Moerkapelle 2-De Pionier 1, die de volgende avond werd gespeeld, en waarvan het wedstrijdformulier er als volgt uitzag):
Moerkapelle 2 | 1581 | - | De Pionier 1 | 1824 | 1-7 | |
1 | Martijn Vroegindeweij | 1629 | - | Ernstjan Pluim Mentz | 2096 | 0-1 |
2 | Christiaan Noorland | 1708 | - | Ricardo Klepke | 2264 | 0-1 |
3 | Ron Droog | 1717 | - | Thijs van Dam | 1584 | 1-0 |
4 | Dirk Molenaar | 1529 | - | Alex van Wieringen | 1670 | 0-1 |
5 | Kevin Bakker | 1623 | - | Dik van der Pluijm | 1765 | 0-1 |
6 | Remco de Zwart | 1460 | - | Jan van Dam | 1730 | 0-1 |
7 | Arie Ymker | 1331 | - | Rik Verheij | 1763 | 0-1 |
8 | Hans Geerling | 1650 | - | Jaap Santifort | 1724 | 0-1 |
mochten de andere spelers een partij spelen tegen Sheila de Jonge. Daarbij had Sheila de leiding gekregen over de zwarte stukken en dat wist ze met veel kennis van zaken te doen. Maar lang leek het er op, dat ze aan het kortste eindje zou trekken. Feit daarbij is dan, dat, nadat een aantal partijen is afgelopen, de spelers met wat minder schaakkracht in hun ransel, ook aan dat bord verschijnen. Het is niet zeker, dat dit er de oorzaak van werd, dat Sheila uiteindelijk toch nog wist te winnen, feit is toch wel, dat dit gebeurde.
De partij, waar waarschijnlijk de meeste spanning op zat, was die tussen Jan van Huizen en Martijn van Dam. Op zeker moment ging het draaien om veld e6, waar Jan tenslotte een pion wist te veroveren en daarna had het er de nodige schijn van, dat Martijn in een matnet gevangen zou worden. Maar niets was minder waar o=in deze partij want Martijn wist op f2 in te slaan met een toren, die niet teruggeslagen mocht worden wegens de zwartveldige loper op a7. Jan ging tenslotte met z'n koning opzij, dat bleek toch onvoldoende wegens de andere toren van Martijn op de h-lijn en het schaak, dat hiermee werd gegeven nadat die lijn werd "vrijgegeven" middels het slaan door een pion. Dus was de winst hier tenslotte verrassend voor Martijn.
Zoals vaak in de partijen van Leo Stelloo weet hij een mooie stelling op te bouwen, heeft daar echter toch te veel tijd voor nodig. Zo ook deze avond met zwart tegen Peter Derrez. Leo had een mooie aanval opgezet op de koningsvleugel, waarbij de koning van Peter redelijk in het nauw kwam. Peter wist dit gevaar echter - met hangen en wurgen - te bezweren en leek het betere van het spel te krijgen. Het bleef er gevaarlijk voor Peter uitzien omdat Leo zijn zwartveldige loper er ook bij wist te betrekken en tegelijkertijd een remiseaanbod deed. Volgens Peter had hij behoorlijke mogelijkheden om alsnog te winnen, hij wilde echter Leo niet door de vlag jagen en nam daarom het aanbod aan.
Het werd opnieuw weer eens een moeilijke avond voor Jan van Baardwijk. Hij kreeg Reinier van der Wende tegenover zich en dat is voor hem in principe al geen makkelijke tegenstander. Maar Jan ging er echt voor zitten en maakte het Reinier behoorlijk moeilijk. Maar ook zichzelf omdat hij erg veel tijd gebruikte voor het bedenken van zijn zetten. Dat kun je niet tot in het oneindige blijven doen en dat deed Jan eigenlijk wel. In een nog speelbare stelling ging hij dan ook door z'n vlag en dus een punt voor Reinier.
Ronald van Velzen opende niet helemaal op de beste manier tegen Bonne Faber. Hij had namelijk al snel een pion kunnen winnen maar kroop teveel in zijn schulp. Desondanks ging de partij tamelijk gelijk op, tot het moment, dat Ronald toeliet, dat Bonne met z'n dame op f2 in kon slaan. Daarna was het eigenlijk vrij snel afgelopen. Er kon een paard van Bonne landen op e2 en daarvandaan de dame helpen met het mat op g1.
Opnieuw een typische partij tussen Casper Verbeek en Wim Noordermeer want Wim kwam op zeker moment verloren te staan omdat hij behoorlijk materiaal was achter geraakt. Maar dan lijkt Wim wel een beetje op z'n sterkst want enkele zetten later stond hij plotseling gewonnen!? En dat bleef hij ook staan tot en met het einde van de partij.
Tenslotte speelden Kees Breen en Frits Wilschut een leuke partij, waarin Frits langzamerhand wat materiaal wist te veroveren. Maar Kees bleef stug doorvechten en bereikte tenslotte een stelling met een kale koning voor hem en twee pionnen en een loper (naast de koning) voor Frits. Natuurlijk moet zo'n stelling gewonnen zijn voor de loperpartij maar het moet nog wel even gedaan worden. Dat deed Frits dan ook, met enige zweetdruppels op zijn gezicht!?
Dan de tussenstand.
Het werd opnieuw weer eens een moeilijke avond voor Jan van Baardwijk. Hij kreeg Reinier van der Wende tegenover zich en dat is voor hem in principe al geen makkelijke tegenstander. Maar Jan ging er echt voor zitten en maakte het Reinier behoorlijk moeilijk. Maar ook zichzelf omdat hij erg veel tijd gebruikte voor het bedenken van zijn zetten. Dat kun je niet tot in het oneindige blijven doen en dat deed Jan eigenlijk wel. In een nog speelbare stelling ging hij dan ook door z'n vlag en dus een punt voor Reinier.
Ronald van Velzen opende niet helemaal op de beste manier tegen Bonne Faber. Hij had namelijk al snel een pion kunnen winnen maar kroop teveel in zijn schulp. Desondanks ging de partij tamelijk gelijk op, tot het moment, dat Ronald toeliet, dat Bonne met z'n dame op f2 in kon slaan. Daarna was het eigenlijk vrij snel afgelopen. Er kon een paard van Bonne landen op e2 en daarvandaan de dame helpen met het mat op g1.
Opnieuw een typische partij tussen Casper Verbeek en Wim Noordermeer want Wim kwam op zeker moment verloren te staan omdat hij behoorlijk materiaal was achter geraakt. Maar dan lijkt Wim wel een beetje op z'n sterkst want enkele zetten later stond hij plotseling gewonnen!? En dat bleef hij ook staan tot en met het einde van de partij.
Tenslotte speelden Kees Breen en Frits Wilschut een leuke partij, waarin Frits langzamerhand wat materiaal wist te veroveren. Maar Kees bleef stug doorvechten en bereikte tenslotte een stelling met een kale koning voor hem en twee pionnen en een loper (naast de koning) voor Frits. Natuurlijk moet zo'n stelling gewonnen zijn voor de loperpartij maar het moet nog wel even gedaan worden. Dat deed Frits dan ook, met enige zweetdruppels op zijn gezicht!?
Dan de tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten