Ook al heeft De Pionier de laatste jaren een stormachtige ontwikkeling qua boven-modaal gerate spelers meegemaakt, toch kan het nog veel sterker. Het tweede team profiteert mede van die ontwikkeling, wat terug te vinden is in hun uitslagen. De bekercompetitie vond ook weer doorgang, terwijl de verdere aanwezigen zich onledig hielden met de tiende ronde van de huishoudelijke competitie.
Nadat de namen van de tegenstanders voor de RSB-beker bekend waren kreeg je het idee, dat ook hier een tactische opstelling in het spel was. Maar dat kon geen invloed hebben op de loting voor de kleur, die tevoren door wedstrijdleider Sheila de Jonge werd verricht. De uitslag daarvan was, dat de Pionierspelers aan de oneven borden met de witte stukken zouden spelen.
Uiteraard duurde het een hele poos, voordat er iets duidelijker werd omtrent de te verwachten uitslag. Maar toen werd toch wel duidelijker, dat het team een moeilijke avond te wachten stond. Dat gold vooral voor beide zwartspelers.
Het eerste resultaat echter vond plaats aan bord 3, bij Mark van Putten. Mark speelde tegen een team van oude bekenden, hij groeide a.h.w. op bij de tegenstanders. Nu liet Mark zich echter van een toch wat minder bekende kant zien. Er kwam namelijk drie keer dezelfde stelling op het bord, zonder dat Mark dat in de gaten had, dus een remise met enigszins aanwezige tegenzin.
Na dit feit onder ogen gezien te hebben leek het steeds meer bergaf te gaan bij Ernstjan Pluim Mentz aan bord 2. Had hij eerst een prettig ogende stelling weten op te bouwen, terwijl ook de stand op de klok redelijk in zijn voordeel was, toen wist zijn tegenstander grote problemen voor de ex-kampioen van De Pionier op te werpen en ging Ernstjan diep in de denktank. Daar vond hij echter ook niet de gehoopte oplossing en zo moest hij uiteindelijk zijn tegenstander feliciteren met een mooie overwinning.
Ook Ricardo Klepke aan bord 1 leek in moeilijkheden te komen, hoewel hij daar zelf na afloop nogal gemakkelijk over deed. Volgens hem werd het makkelijker nadat er een aantal stukken was geruild en het dus wat meer op technische kennis neerkwam. En die bezit Ricardo voldoende, dus wist hij tenslotte het punt binnen te halen.
Nu kwam alles dus neer op de schouders van de speler, die binnen het Pionierscontingent ook een stormachtige ontwikkeling doormaakt en dat de laatste maanden al talloze keren heeft laten zien bij de diverse jeugdtoernooien binnen de RSB. Thijs van Dam werd nu in staat gesteld zich te bewijzen op het RSB-front, aan bord 4. Daar kreeg hij een stelling op dat bord die hem toch wel de nodige problemen voorschotelde. Hij werd al vanaf zo ongeveer zet 10 in de verdediging gedwongen, waar hij zich bekwaam mee wist te redden. Daar was ook een vrij late korte rochade onderdeel van en hij leek daarmee het lek een beetje boven water te krijgen. Maar niets was echter minder waar, hij bleef met zijn rug tegen de muur gedrukt, wat tenslotte opgave moest betekenen en daarmee werd het onderstaande resultaat bereikt:
De Pionier | 1969 | - | Messemaker 1847 | 2032 | 1½-2½ | |
1 | Ricardo Klepke | 2264 | - | Leen de Jong | 1938 | 1-0 |
2 | Ernstjan Pluim Mentz | 2096 | - | Erik Hennink | 2151 | 0-1 |
3 | Mark van Putten | 1932 | - | Arjan van der Leij | 2034 | ½-½ |
4 | Thijs van Dam | 1584 | - | Frans Bottenberg | 2004 | 0-1 |
Het
tweede team ontbrak donderdag bij de wekelijkse speelronde van de
interne competitie van De Pionier. In Numansdorp waren zij de
tegenstander van Hoeksche Waard 1. Met drie auto’s waren de spelers
afgereisd en ruim op tijd aangekomen. Teamleider Peter Derrez wist
dat dit een moeilijke wedstrijd zou worden. Twee jaar geleden verloor
het eerste team van Hoeksche Waard 1. Nadat de wedstrijdleider de
nodige mededelingen had vermeld, werden de klokken gestart.
Tijdens
de openingsfase werden we voorzien van koffie en thee. Kijkend bij
alle borden, bleek, dat er voorzichtig werd geschaakt.
Aan
bord 8, waar Peter Derrez speelde, stond het spel gesloten. Toch wist
Peter een manier te vinden om eerst op de koningsvleugel met de dame
binnen te dringen en even later op de a-lijn met de toren. Deze
stukken zorgden voor veel gevaar, waarop zijn tegenstander plots
opgaf (0-1). Een mooi begin van een spannende avond.
Zelf
speelde ik, Fred van Wieringen, aan bord 4 een dramatische partij.
Heel passief en weinig opbouwend. En dat tegen Gert van Driel, die de
hoogste rating van de club had. Het kostte me een pion en de druk
werd zo hoog dat een mataanval niet werd gezien. De partij was snel
afgelopen (1-1). Ad van der Ree speelde aan bord 6 een prima partij.
Ad kwam sterk uit de opening en wist zijn stukken goed met elkaar te
laten samenwerken. Het einde heb ik niet gezien, maar Ad vertelde dat
het dameverlies of schaakmat was. Een knappe overwinning van Ad
(1-2).
Jaap
Santifort speelde aan bord 1 een solide partij. Na enig afruilen had
Jaap twee paarden en zijn tegenstander twee lopers. Door de stelling
dicht te houden waren de paarden sterker dan de lopers. Echter wisten
de lopers een uitweg te vinden en achter de stelling van Jaap te
komen. Diverse pionnen konden niet worden verdedigt en Jaap moest
zelfs opgeven (2-2).
Achter
Jaap zat Jan van Huizen aan bord 2. Jan opende sterk en wist in het
middenspel een pion op c4 te veroveren. Via een mooie combinatie met
zijn toren wist Jan de toren op a1 te slaan. De partij was meteen
over en het punt was binnen (2-3).
Reinier
van der Wende had aan bord 5 zijn partij mooi opgebouwd. Op de dame
vleugel wist Reinier een pion te slaan en had mogelijkheden tot meer.
Echter zag Reinier een zet over het hoofd en verloor een stuk. Erger
nog ….. binnen enkele zetten kon Reinier schaakmat niet meer
tegenhouden (3-3). De spanning steeg naar ongekende hoogte!
Onze
speler aan bord 3 had een moeilijke partij, waarbij het alle kanten
op kon gaan. Terwijl zijn tegenstander de dame aanviel werd, met
schaak, de andere dame aangevallen. Beide dames werden geruild, maar
meteen er na werd een toren veroverd! Kort daarna nog een paard. Dit
was te veel van het goede en het punt was binnen (3-4).
Wat
zou het worden, winst of een gelijkspel? Martijn van Dam aan bord 7
had de touwtjes in handen. Het spel werd afgewikkeld naar een
eindspel, met een toren en drie pionnen voor zijn tegenstander.
Martijn had een toren en twee pionnen. De drie pionnen kwamen
gevaarlijk opzetten. Echter wist Martijn het gesloten te houden. Hij
bood herhaaldelijk remise aan, wat steeds werd afgewezen. Na afruil
van twee pionnen werd er toch tot remise besloten en was de
eindoverwinning een feit, 3½-4½. Een zeer welkome overwinning die
zoals gezegd, alle kanten op kon gaan. Dit keer de (voor ons) goede
kant!
In de bekercompetitie kon weer een partij worden gespeeld en ditmaal eentje van het hogere niveau, tussen Rik Verheij en Hans van Calmthout. Daarbij mocht Rik in de eerste partij de witte stukken aanvoeren, wat hij met veel verve deed. Toch wist hij niet verder te komen dan remise. Dus zou de tweede partij de beslissing moeten brengen. Ook daarin gaf Rik goed partij, Hans echter had nog iets beter gerekend en hij nam van de gelegenheid gebruik om door te stoten naar de tweede ronde van deze competitie.Hoeksche Waard 1 | 1694 | - | De Pionier 2 | 1677 | 3½-4½ | |
1 | Mark Hopman | 1674 | - | Jaap Santifort | 1724 | 1-0 |
2 | Walter van Dijk | 1751 | - | Jan van Huizen | 1765 | 0-1 |
3 | Ron van Leeuwen | 1653 | - | Alex van Wieringen | 1670 | 0-1 |
4 | Gert van Driel | 1795 | - | Fred van Wieringen | 1687 | 1-0 |
5 | Bas van Dijk | 1642 | - | Reinier van der Wende | 1709 | 1-0 |
6 | Rob Bedeaux | 1721 | - | Ad van der Ree | 1789 | 0-1 |
7 | Cees van den Berg | 1640 | - | Martijn van Dam | 1481 | ½-½ |
8 | Arie Lodder | 1676 | - | Peter Derrez | 1592 | 0-1 |
Wat de huishoudelijke competitie betreft verder, daar kwam een indeling uit rollen, die van belang was voor de top van de ranglijst, ondanks de deelname van diverse spelers uit die top aan de RSB-gebeurens. Daar mocht namelijk Dik van der Pluijm proberen Jan van Dam een kopje kleiner te maken. Uiteraard was dat niet zo gemakkelijk maar Dik deed er zijn uiterste best voor. Toch wist hij niet te verhinderen dat hij een pion achter raakte. In het latere eindspel werd deze pion natuurlijk steeds belangrijker, ook echter was het leuk om te zien welke invloed het Fischer-tempo op partijen kan hebben. Beiden zaten al langer onder een tijd van 5 minuten te spelen en dan weer had Dik de meeste tijd, dan was het weer Jan die daarin de boventoon voerde. Dit spektakel duurde op z'n minst een kwartier, toen echter was het Jan gelukt al het verdere materiaal af te ruilen op die ene pion na. Voor Dik werd dat het moment, met pijn in het hart, de partij op te geven.
Een hele typische partij werd het tussen Wim Noordermeer en Sheila de Jonge. Omdat ze regelmatig snelschaakpartijtjes tegen elkaar spelen na afloop van de normale competitie kennen ze elkaars spel wel een beetje, wat nu resulteerde in een enigszins onverwacht scenario. Wim had verreweg de meeste bedenktijd nog ter beschikking en stond daarenboven nog een toren voor ook. Maar het lukte Sheila, slim als ze is, om Wim te dwingen een kwaliteit terug te geven (anders zou hij mat zijn gegaan) en daarna zelfs ook nog een toren. Dit alles had tot gevolg, dat niet Wim maar Sheila deze partij ging winnen!
Dan de partij tussen de beide topspelers van het derde Pionierteam, Michiel Landman en Bonne Faber. Daarin lukte het Michiel de belangrijke zwartveldige loper van Bonne (die loper had Bonne gefianchetteerd) te elimineren, waardoor hij enig optisch voordeel leek te krijgen. Maar het lukte Bonne enig verder materiaal af te ruilen, waardoor er aan beide kanten (naast een aantal pionnen) een dame en een loper achterbleven. Nu accepteerde Michiel het remiseaanbod van Bonne.
Jan van Baardwijk kreeg te maken met Lisanne van Huizen en Jan ging, zoals we van hem gewend zijn, heel bedachtzaam te werk, waardoor Lisanne toch wel een voorsprong op de klok kreeg. Maar dat had niet tot gevolg, dat ze ook qua stelling beter kwam te staan. Toch ging de tijd een steeds groter woordje meespelen, vooral omdat Jan vergat zijn klok in te drukken en daardoor even later niet meer wist wie er aan zet was!? Enige commotie hierom, toch werd de eindconclusie van de partij tenslotte dat Jan had gewonnen.
De partij, die als eerste klaar was, was die tussen Ronald van Velzen en Casper Verbeek. Omdat er nogal wat gebeurde deze avond hebben eigenlijk alleen deze beide spelers gezien wat er allemaal op hun bord gebeurde, wat inderdaad wel bij de anderen bekend raakte, was, dat Ronald de partij had gewonnen.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten