zondag 8 september 2019

Ronde 1

Met 21 spelers werd een begin gemaakt aan het nieuwe seizoen. Als je dan naar de opkomst van het vorige seizoen kijkt, dan is het best redelijk te noemen, een percentage van 64%. Maar de club heeft, wat dat percentage betreft, betere tijden gekend. Die tijden liggen echter al ver achter ons, er werd toen nog in een locatie in het verre noord-westen van Hellevoetsluis gespeeld. Sommigen herinneren zich vast De Kern nog wel.
Al eerder in de week was er - met de computer, at random - een volgorde van de spelers gemaakt. Immers, er wordt gestart met ieder hetzelfde begingetal (het Piogetal genoemd) en dan is het eigenlijk minder leuk als meteen de sterksten uit het afgelopen seizoen tegen elkaar worden ingedeeld. Maar op deze manier kunnen er ook grote verschillen in sterkte optreden! Zo kreeg clubkampioen Jan van Dam de veel lager geklasseerde Frits Wilschut tegenover zich. Maar Frits kweet zich naar behoren van zijn taak en Jan had daar toch wel de nodige moeite mee. Tenslotte moest Frits toch wel zijn meerdere in Jan erkennen, Frits was in het heetst van de strijd een loper kwijtgeraakt en had daarvoor wel een pion meer, echter wel een dubbelpion aan de rand, die goed door de laatste loper van Jan werd tegengehouden. Toen moest de strijd door de beide koningen worden voortgezet en de koning van Frits was niet meer in staat zijn pionnen te ondersteunen. Dat werd vrij snel door Frits onderkend, opgave tot gevolg.
Een spannend gevecht zou het op moeten gaan leveren tussen Thijs van Dam en Rik Verheij. Maar Rik bleek toch enige moeite te hebben met het speeltempo (Thijs mag nog met het jeugdtempo van 45 min. spelen) en Rik raakte daardoor een pion kwijt, die hij, bij voldoende tijd om z'n zetten te overdenken, misschien niet kwijtgeraakt zou zijn. Het aldus ontstane toreneindspel (met dus één pion meer voor Thijs) werd door hem vlekkeloos tot winst gevoerd.
Waar ook benieuwd naar gekeken zou worden, was de partij tussen Reinier van der Wende en Dik van der Pluijm. Dik was onlangs naar Hellevoetsluis verhuisd en wilde bij De Pionier graag zijn schaakniveau op peil houden. Aangezien hij al enkele ronden met het ZAS had meegespeeld, was zijn roem hem al vooruitgesneld, tegen Reinier kreeg hij het echter zeker niet cadeau. Dat bleek zeker uit zijn gebruik van de bedenktijd. Reinier, vaak ook niet vies van lang over zijn zetten na te denken, zat toch veel ruimer in de tijd dan Dik. Ook leek de stelling niet ècht veelbelovend en vooral moeilijk gezien de resterende tijd. Maar Dik toonde over (schaak)veerkracht te beschikken en kwam met een pionnendoorbraak in het centrum aanzetten. Dat bleek tenslotte doorslaggevend, hoewel Reinier misschien iets te gemakkelijk het zware materiaal had afgeruild. Eerste punt dus voor Dik.
Ook zijn oude kennis, Hans van Calmthout, kwam goed uit de startblokken, tegen Michiel Landman. Hij zette meteen druk op de positie en daar bleek Michiel onvoldoende tegen opgewassen te zijn. Wel probeerde hij nog ijzer met handen te breken maar dat was voor hem niet weggelegd om dat te laten lukken. Verlies derhalve voor Michiel.
Martijn van Dam werd ingedeeld tegen een tweede nieuweling, die ook middels het ZAS kennis had gemaakt met de vereniging. Maar Peter van Herp is nog wat minder gevorderd dan Dik en hij wist niets in te brengen tegen het geweld, dat Martijn op het bord ten toon spreidde. Al vrij snel op de avond moest hij daarom opgeven.
Deze avond viel er tenslotte ook de eerste remise te noteren. Ad van der Ree kreeg het daarbij aan de stok met Fred van Wieringen en hun stelling leek er eentje te zijn van het niveau, dat degene, die wilde proberen de volle winst er uit te halen, waarschijnlijk het bekende deksel op z'n neus zou krijgen. Dat leek Fred als eerste in de gaten te krijgen en daarom bood hij ook remise aan. Maar Ad vond, dat hij toch iets beter stond en vond het zonde om al direct akkoord te gaan. Dus werd er nog doorgespeeld, totdat ook Ad inzag dat er geen winst voor hem uit viel te halen. Remise wel dus.
Altijd een geladen duel is het tussen Leo Stelloo en Sheila de Jonge. Ook deze partij gingen beide kemphanen er met getrokken pionnen volop in! Dat resulteerde in een interessante ontmoeting, waarbij een fout van Leo tenslotte de beslissing ging brengen. Die fout bestond er uit, dat hij zijn achterlijn vrijgaf voor het geven van schaak, met tegelijkertijd aanval op een ongedekt staande loper. Daar voelde Sheila wel voor om die gedachte ook uit te voeren, alhoewel Leo toch nog gevaarlijk leek te gaan worden met een vrijpion in het centrum. Toen Sheila uiteindelijk ook die klip wist te omzeilen was Leo wel genoodzaakt om (toch wat ontevreden over zijn spel) op te geven.
Nog een partij met een relatief groot krachtverschil kwam er tussen Ronald van Velzen en Peter Derrez. Maar Ronald wist goed partij te bieden en Peter zat zich behoorlijk achter z'n oren te krabben om daar een hem tevredenstellende oplossing voor te vinden. Tenslotte wist hij die oplossing toch nog te vinden en daarvoor kreeg hij zowel het punt als de felicitaties van Ronald.
Jan van Baardwijk kreeg te maken met Casper Verbeek en Jan nam er rustig de tijd voor om Casper onder druk te zetten en dwars te zitten. Hij drong op naar de (lang) gerocheerde koning van Casper, die daar geen oplossing voor wist te vinden. Dat resulteerde dan ook in zijn opgave.
Dan was er nog een partij tussen Frits van der Veeke en het lid, dat er de meeste reistijd voor over heeft om een clubavond te bezoeken, Limburger Arie Bliek. Arie constateerde, dat Frits vooruit is gegaan in zijn spel, hoewel er uiteraard nog wel de nodige foutjes worden gemaakt. Maar dat maakt sommige partijen juist interessanter en dat weet Frits dan leuk te verwoorden. Nu zeker, vooral, omdat hij tenslotte degene was, die met het punt aan de haal ging.
Zoals al uit de aanhef van dit verhaal blijkt, was de opkomst oneven en dus moest er iemand zijn, die tegen de andere aanwezigen wilde spelen. Omdat het de eerste avond van het nieuwe seizoen was en derhalve wat moeilijker iemand aan te wijzen, nam Bonne Faber de beslissing om die plaats in te nemen. Daarvoor gaf hij zichzelf wel de aanvoering over de witte stukken. Zo'n partij tegen een aantal andere spelers is enigszins tweeledig voor je gevoel. Eerst is daar de vraag, wie de zetten komt doen van "de tegenpartij" en daarnaast kan het moeilijk zijn voor die tegenpartij om zich in de partij in te leven. Immers, je speelt ook een partij tegen een directe tegenstander en die is toch eigenlijk wel belangrijker. Dat heeft dan vaak tot gevolg, dat het tijdsverbruik voor de tegenpartij toch wel groter is, iemand moet zich mentaal even vrij willen maken van zijn eigen partij en zich dan, zo goed en zo kwaad als het gaat, inleven in de op het bord staande stelling. Om een lang verhaal kort te maken, het ging er steeds meer naar uitzien, dat Bonne de partij op tijd zou gaan winnen. Maar zover kwam het gelukkig toch niet (vooral in een dergelijk geval een niet tot tevredenheid stemmend resultaat), het bleek, dat de tegenpartij wat meer moeite had met de door hen zelf gekozen opening. Dat leidde al vrij snel tot pionverlies, waarna een poging tot doorbraak het einde al een beetje inluidde. Maar ook Bonne had betere zetten kunnen spelen, hij overzag op een bepaald moment bijv. een stukwinst. Dat kwam er wat later toch wel en zo leidde het tenslotte naar de eerste nederlaag voor "De Pionier".

De eerste ranglijst van het seizoen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten