De laatste maand van het schaakseizoen is inmiddels aangebroken en dus wordt er volop gestreden voor de titels in de verschillende groepen. Maar om zo'n titel in bezit te krijgen moeten er wel reglementair 15 partijen worden gespeeld en daardoor vallen er, zeker in de tweede groep, enkelen buiten de boot.
Jan van Huizen speelde tegen de runner-up van de club, Martijn van Dam, die er serieus mee bezig is om winnaar van groep 2 te worden. Daar heeft hij ook alle kans op maar dan moet zijn resultaat toch beter zijn dan tegen Jan! Jan speelde rustig, bedacht op foutjes van Martijn, die er dan ook wel kwamen. Maar zijn grootste fout (hoewel, eigenlijk geen echte fout, meer een kwestie van benadering) was eigenlijk dat hij in totaal verloren positie toch nog door bleef spelen. Daaraan kun je dan weer zien, hoe moeilijk het soms kan zijn de partij op te geven!
Met die gedachte speelde Bonne Faber eigenlijk al direct in het begin van z'n partij tegen Jan van Dam. Want Bonne speelde zijn aangevallen paard naar een verkeerd veld, waardoor Jan volop in de aanval kon gaan, met tempowinst en Bonne dus bovengenoemd idee kreeg. Het bleek achteraf wel mee te vallen maar Jan zette wel een gevaarlijke aanval op, die hem in ieder geval een pion opleverde. Echter, Bonne verdedigde zich vrij goed, waardoor de aanval van Jan niet door wilde zetten. Helaas overzag Bonne een torenzet, die hem die pion weer terug had kunnen geven en - bij te snel en ondoordacht antwoorden door Jan - zelfs de vijandelijke dame in het doosje had doen verdwijnen. Uiteindelijk moest Bonne toch capituleren door het niet goed geplaatst staan van een paard, wat Jan dit stuk voordeel gaf en hij even later met een toren Bonne's stelling kon binnendringen.
Door dit constant onder druk staan werd er eigenlijk maar weinig van de andere partijen gezien en soms ook met verkeerde interpretatie van stellingen. Daarvoor waren de wandelgangen later wel een goede informatiebron, bijvoorbeeld bij de partij tussen Sheila de Jonge en Michiel Landman.Het leek er namelijk op zeker moment behoorlijk op, dat Michiel aan het langste eind zou trekken maar Sheila ontkrachtte dat idee volkomen. Niet zij, maar Michiel moest aan een superkort eindje trekken en hij wist niet meer uit de omklemming te komen. Punt voor Sheila dus.
Nog zo'n verkeerde interpretatie bij de partij tussen Wim Noordermeer en Reinier van der Wende. Daar leek het op een gegeven moment veel op, dat Wim voor een verrassing zou gaan zorgen want de koning van Reinier stond bijvoorbeeld in een moeilijke positie op de h-lijn terwijl een paard van Wim stond te trappelen op e5 om op f7 minstens een kwaliteit te gaan winnen. Maar Reinier wist dit gevaar af te wenden door met een toren op c8 Wim's dame aan te vallen en daar leek Wim het Spaans benauwd van te krijgen. Het betekende in ieder geval dat genoemde kwaliteitswinst niet door ging en dat paard ook terug werd getrokken van zijn prachtige positie op e5. Hierna wist Reinier het punt vrij gemakkelijk naar zich toe te trekken.
Jan van Baardwijk speelde weer een moeilijke partij, met veel denkwerk zijnerzijds, tegen Wim van Schie. Wim probeerde druk te zetten, wat dat denkwerk door Jan aan het werk zette. Het bleek echter niet voldoende want tenslotte scoorde Jan het punt.
De partij tussen Leo Stelloo en Frits van der Veeke was al bijna weer voorbij voordat hij begonnen was!? M.a.w., een superkorte partij waarin Leo zijn tegenstander binnen 10 zetten mat wist te zetten! Niet door een prachtige combinatie of iets dergelijks maar meer door een foute opbouw door Frits.
Tenslotte Kees Berkhout tegen Ronald van Velzen. In het verhaal hierover spelen de wandelgangen een hele grote rol. Blijkbaar had één van beide spelers tijdens de partij een soort van black-out gehad, hij had met een loper een stuk geslagen dat niet op de diagonaal van die loper stond. Ook de tegenspeler had dit niet geconstateerd en er werd "vrolijk" doorgespeeld. Want wat moet je als toeschouwer doen als je zoiets ziet? Je mag je niet in woord of daad met de partij bemoeien, dat mag alleen een aangewezen wedstrijdleider doen en welke vereniging heeft zo'n functionaris bij de interne competitie? Wel leden, die er capabel voor zijn, die zijn niet daadwerkelijk aangesteld. Op een gegeven moment bleek Kees een stuk voor te staan, een achterstand voor hem, die Ronald niet meer goed wist te maken. Verlies dus voor Ronald.
De nieuwe tussenstand.
Jan van Baardwijk speelde weer een moeilijke partij, met veel denkwerk zijnerzijds, tegen Wim van Schie. Wim probeerde druk te zetten, wat dat denkwerk door Jan aan het werk zette. Het bleek echter niet voldoende want tenslotte scoorde Jan het punt.
De partij tussen Leo Stelloo en Frits van der Veeke was al bijna weer voorbij voordat hij begonnen was!? M.a.w., een superkorte partij waarin Leo zijn tegenstander binnen 10 zetten mat wist te zetten! Niet door een prachtige combinatie of iets dergelijks maar meer door een foute opbouw door Frits.
Tenslotte Kees Berkhout tegen Ronald van Velzen. In het verhaal hierover spelen de wandelgangen een hele grote rol. Blijkbaar had één van beide spelers tijdens de partij een soort van black-out gehad, hij had met een loper een stuk geslagen dat niet op de diagonaal van die loper stond. Ook de tegenspeler had dit niet geconstateerd en er werd "vrolijk" doorgespeeld. Want wat moet je als toeschouwer doen als je zoiets ziet? Je mag je niet in woord of daad met de partij bemoeien, dat mag alleen een aangewezen wedstrijdleider doen en welke vereniging heeft zo'n functionaris bij de interne competitie? Wel leden, die er capabel voor zijn, die zijn niet daadwerkelijk aangesteld. Op een gegeven moment bleek Kees een stuk voor te staan, een achterstand voor hem, die Ronald niet meer goed wist te maken. Verlies dus voor Ronald.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten