Het eerste viertal had al enkele dagen eerder gespeeld en de derde ronde van de bekercompetitie kende een vervolg. Ook werden weer een aantal partijen voor de interne competitie afgewerkt.
Het eerste viertal speelde al op dinsdagavond in Dordrecht. Dat bleek achteraf de nodige voeten in de aarde te hebben gehad, ook al had het team gelukkig helemaal niets van de ontstane commotie gemerkt (ze speelden gelukkig in een andere zaal, zie daarvoor ook de website van De Willige Dame!).
Aan het eerste bord speelde Wim van Schie een goede partij tegen een op papier gelijkwaardige tegenstander. Daarom werd er op een gegeven moment ook een remiseaanbod gedaan en dat aanbod werd ook aangenomen.
Martijn van Dam vond ook tijd tussen zijn studie door om weer eens mee te spelen. Hij had enkele dagen geleden een winstpartij geboekt tegen één van de spelers van het eerste Pionierteam en de verwachtingen waren dus ook hooggespannen. Maar hij leek het aan bord 2 moeilijk te hebben tegen deze tegenstander met een iets lagere rating. Toch wist hij op zeker moment een pionnetje te winnen en ging dus voordelig het toreneindspel in. Toch ging ook dat niet helemaal van een leien dakje, hoewel Martijn uiteindelijk toch een pion zijn ultieme doel wist te laten bereiken en daardoor het volle punt wist te behalen.
(Foto van het Pionierviertal - met dank aan De Willige Dame - overgenomen van hun website)
Teamleider Leo Stelloo ontwikkelde aan bord 3 een stelling met ongelijke rochades, wat in veel partijen tot spannende zaken wil leiden, zo ook hier. Maar Leo hield zijn hoofd koel en overrompelde zijn tegenstander in de verdere partij. Toch had hij nog de nodige tijd nodig om tenslotte zelf ook het volle punt te scoren.
Dan tenslotte Albert Schaefer aan bord 4. Hij speelde tegen de secretaris van de RSB en wist het deze nog wel moeilijk te maken. Aangezien Albert zijn beide andere deelnames dit seizoen bij dit viertal beide tot winst had weten te voeren werd er nog wel wat van hem verwacht. Maar ditmaal bleek hij niet opgewassen tegen de voor hem opgeworpen problematiek en werd hij de enige Pionier die het punt aan de tegenstander moest laten.
Het wedstrijdformulier zag er als volgt uit:
De Willige Dame V1 | 1398 | - | De Pionier V1 | 1430 | 1½-2½ | |
1 | Cor Paans | 1527 | - | Wim van Schie | 1586 | ½-½ |
2 | Fons Claessen | 1363 | - | Martijn van Dam | 1427 | 0-1 |
3 | Piet Schuller | 1346 | - | Leo Stelloo | 1445 | 0-1 |
4 | Willem Platje | 1357 | - | Albert Schaeffer | 1262 | 1-0 |
De tweede partij(en) voor de bekercompetitie werd(en) gespeeld tussen Bonne Faber en Jan van Dam. In de eerste daarvan ging het lang vrij gelijk op, totdat Jan een mogelijke winst in het oog kreeg. Daarvoor offerde hij (met zwart) een paard - met schaak - op h3, een offer, dat Bonne in eerste instantie niet aannam. Maar toen Jan's dame ook mee wilde gaan doen nam Bonne toch het offer aan. Er ontstond hierna een stelling met een matdreiging door Jan op h2 maar hij had net te weinig materiaal voorhanden voor het uitvoeren van een matzet. Omdat hij al een stuk had geofferd ging hij daarna akkoord met remise door eeuwig schaak. Ook de tweede partij ging vrij lang dezelfde kant op als de eerste, hoewel Bonne zijn (zwarte) materiaal weer terug in hun uitgangsposities leek te willen brengen. Toch lukte het wat later dat materiaal weer beter mee te laten doen, hoewel de dame op een moeilijke plaats kwam te staan. Ze stond op een diagonaal, waar Jan ook een loper op had gezet. Tussen beiden stond nog een paard van Jan, wat hij wegspeelde om die dame te vangen. Bonne overzag daarbij dat ook het paard z'n dame aanviel en sloeg (met een paard) die loper, hierna schrikkend van het feit, dat de dame werd geslagen. Dit betekende dus de volgende ronde voor Jan en uitschakeling voor Bonne.
In de interne competitie de tweede ontmoeting tussen Martijn van Dam en Fred van Wieringen. De eerste ontmoeting was verrassend geëindigd in remise, zou Fred nu komaf weten te maken met Martijn of zou Martijn de verrassing door weten te trekken? Er werd inderdaad driftig gezocht naar mogelijkheden om bovenstaande waar te maken en daar slaagde Martijn eigenlijk het beste in want ook deze partij eindigde in remise.
Vooraf had Jan van Baardwijk weinig hoop op iets goeds toen hij zag dat hij tegen Ernst-Jan Pluim Mentz moest spelen. Maar hij ging er toch voor zitten met het idee om er dan maar het beste van te maken. Dat deed hij ook inderdaad en op een gegeven moment in de partij stond het, materieel gezien, gelijk maar Ernst-Jan had wel de open c-lijn in handen en daarlangs bracht hij zijn laatste toren in het spel. Een spel, waarin de koning van Jan wat moeilijker stond dan Jan lief was. Daardoor kon Ernst-Jan enkele losse pionnen van Jan aan gaan vallen met die toren nadat ook de dames waren geruild. Jan leek nog iets te kunnen doen via de voorlaatste rij maar kreeg daar uiteindelijk niet meer de kans voor en moest tenslotte toch opgeven.
Sheila de Jonge speelde een moeilijke partij tegen Jan van Huizen wat je terug kon zien in beider tijdsgebruik. Staat Jan vaak achter in tijd, nu was het net andersom. Jan viel fanatiek aan via de koningsvleugel en Sheila moest haar beste spel boven halen om nog kansen te houden op - naar het zich liet aanzien - remise. Maar zelfs dat werd haar niet toegestaan door Jan en moegestreden moest ze tenslotte opgeven.
De maatschappelijke carrière blijkt voor Alex van Wieringen belangrijker dan het wekelijks komen spelen van een partijtje schaak en zodoende speelde hij pas zijn tweede partij dit seizoen voor deze interne competitie. Het toeval wilde dat ook nu Leo Stelloo zijn tegenstander werd. Die eerste partij was in remise geëindigd door een onzorgvuldigheid van Alex in het eindspel. Nu wilde hij daar iets beters neerzetten en dat lukte ook met een dodelijke batterij van loper en dame langs de lange zwarte diagonaal. Daarbij bleek er voor Leo geen ontkomen te zijn aan het mat, hoewel hij er nog flink wat tijd in stopte om die zetten wel te vinden. Maar helaas voor Leo, het verlies was niet af te wenden.
Michiel Landman had een relatief makkelijke avond tegen Frits Wilschut en hij wist daarbij diens koning in een matnet te drijven in het centrum. Frits werd mat gezet met toren en paard met nog een loper op afstand voor de nodige dekking.
De langste partij van de avond kwam op naam van Ronald van Velzen en Wim Noordermeer en veel van die tijd leek het op remise uit te draaien. Wim had dan wel de d-lijn in handen en profiteerde daar van toen Ronald een toren en zijn dame op paardensprong afstand van elkaar plaatste. Dat kostte dus een kwaliteit en dat bleek tenslotte de matchwinnaar, hoewel Wim nog wel de nodige moeite had met het eindspel.
Frits van der Veeke lijkt een beetje terug te vallen, vergeleken bij het begin van dit seizoen. Dat bleek ook wel in zijn partij tegen Casper Verbeek want Casper wist zichzelf toch ook wel te verbazen door deze partij te winnen.
De nieuwe tussenstand.
In de interne competitie de tweede ontmoeting tussen Martijn van Dam en Fred van Wieringen. De eerste ontmoeting was verrassend geëindigd in remise, zou Fred nu komaf weten te maken met Martijn of zou Martijn de verrassing door weten te trekken? Er werd inderdaad driftig gezocht naar mogelijkheden om bovenstaande waar te maken en daar slaagde Martijn eigenlijk het beste in want ook deze partij eindigde in remise.
Vooraf had Jan van Baardwijk weinig hoop op iets goeds toen hij zag dat hij tegen Ernst-Jan Pluim Mentz moest spelen. Maar hij ging er toch voor zitten met het idee om er dan maar het beste van te maken. Dat deed hij ook inderdaad en op een gegeven moment in de partij stond het, materieel gezien, gelijk maar Ernst-Jan had wel de open c-lijn in handen en daarlangs bracht hij zijn laatste toren in het spel. Een spel, waarin de koning van Jan wat moeilijker stond dan Jan lief was. Daardoor kon Ernst-Jan enkele losse pionnen van Jan aan gaan vallen met die toren nadat ook de dames waren geruild. Jan leek nog iets te kunnen doen via de voorlaatste rij maar kreeg daar uiteindelijk niet meer de kans voor en moest tenslotte toch opgeven.
Sheila de Jonge speelde een moeilijke partij tegen Jan van Huizen wat je terug kon zien in beider tijdsgebruik. Staat Jan vaak achter in tijd, nu was het net andersom. Jan viel fanatiek aan via de koningsvleugel en Sheila moest haar beste spel boven halen om nog kansen te houden op - naar het zich liet aanzien - remise. Maar zelfs dat werd haar niet toegestaan door Jan en moegestreden moest ze tenslotte opgeven.
De maatschappelijke carrière blijkt voor Alex van Wieringen belangrijker dan het wekelijks komen spelen van een partijtje schaak en zodoende speelde hij pas zijn tweede partij dit seizoen voor deze interne competitie. Het toeval wilde dat ook nu Leo Stelloo zijn tegenstander werd. Die eerste partij was in remise geëindigd door een onzorgvuldigheid van Alex in het eindspel. Nu wilde hij daar iets beters neerzetten en dat lukte ook met een dodelijke batterij van loper en dame langs de lange zwarte diagonaal. Daarbij bleek er voor Leo geen ontkomen te zijn aan het mat, hoewel hij er nog flink wat tijd in stopte om die zetten wel te vinden. Maar helaas voor Leo, het verlies was niet af te wenden.
Michiel Landman had een relatief makkelijke avond tegen Frits Wilschut en hij wist daarbij diens koning in een matnet te drijven in het centrum. Frits werd mat gezet met toren en paard met nog een loper op afstand voor de nodige dekking.
De langste partij van de avond kwam op naam van Ronald van Velzen en Wim Noordermeer en veel van die tijd leek het op remise uit te draaien. Wim had dan wel de d-lijn in handen en profiteerde daar van toen Ronald een toren en zijn dame op paardensprong afstand van elkaar plaatste. Dat kostte dus een kwaliteit en dat bleek tenslotte de matchwinnaar, hoewel Wim nog wel de nodige moeite had met het eindspel.
Frits van der Veeke lijkt een beetje terug te vallen, vergeleken bij het begin van dit seizoen. Dat bleek ook wel in zijn partij tegen Casper Verbeek want Casper wist zichzelf toch ook wel te verbazen door deze partij te winnen.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten