Waarschijnlijk de belangrijkste wedstrijd dit seizoen in deze groep! De winnaar is uiteraard nog lang niet zeker van een kampioenschap, doet echter wel een grote stap in de goede richting. Ook de andere leden hadden belangstelling, voor hen was toch hun eigen interne partij minstens zo belangrijk.
De wedstrijd startte met slechts 7 Sliedrechtse spelers, de achtste moest op dat moment nog (waarschijnlijk met openbaar vervoer) van ver komen. Voor de Sliedrechters niets om zich zorgen over te maken, het schijnt bij hen meer regel dan uitzondering te zijn als iemand niet op tijd kan zijn. Maar inmiddels had wedstrijdleider Sheila de Jonge de wedstrijd wel opgestart.
Wat later was ook die achtste Sliedrechter aangeschoven. Hun - op papier - sterkste speler bleek niet aan het eerste bord te zitten, er leek dus een vooropgezet plan uitgewerkt te zijn. Maar hier stak Jan van Huizen, aan bord 2 spelend tegen die op papier sterkste speler van het Sliedrechtse team, keurig een stokje voor. Al vrij vroeg op de avond - eigenlijk totaal tegen de papieren verhoudingen in - wist Jan het minder nauwkeurige spel van zijn tegenstander af te straffen met het binnenhalen van het eerste bordpunt.
Dat genoemde stokje gaf hij onmiddellijk door aan kopman Ernst-Jan Pluim Mentz, naast hem zittend aan bord 1. Hij kreeg dus de op papier zwakkere tegenstander voorgeschoteld. Maar zo makkelijk als je dan zou denken kwam hij toch niet aan het punt. Op de hem eigen manier, waarbij je soms denkt dat hij niet zo geweldig staat, kwam hij toch oprukken en wist tenslotte zijn dame op de achterste rij te krijgen en met een aftrekschaak stukwinst te forceren. Maar wat belangrijker was, hiermee was ook mat niet meer tegen te gaan en een welkome 2-0 voorsprong kwam op het bord te staan.
Maar hierna bleek er toch wat zand in de Pioniermoter te zijn gekomen. Ondanks zijn extra denktijd aan het begin van de partij kwam Jaap Santifort er aan bord 4 eigenlijk nauwelijks aan te pas. Hoewel hij verwoede pogingen deed om ook zijn bijdrage aan een goede uitslag voor zijn team te leveren moest Jaap tenslotte toch even slikken toen de 2-1 tussenstand genoteerd werd.
Maar gelukkig was hij niet de enige, die voor de resterende punten zou kunnen zorgen, daar mocht ook Rik Verheij aan bord 5 aan meedoen. De stelling, die hij op het bord wist te brengen zag er goed uit maar niet goed genoeg voor een winstpoging en dus bood Rik remise aan. Maar zijn tegenstander, door een mistige natuur naar Hellevoet gekomen, zag desondanks de bui voor zijn team al hangen en weigerde het aanbod. Toch bleek dat aanbod niet onterecht want een poosje later kwam die remise toch op het bord te staan.
Hierna was de beurt aan vader en zoon Van Wieringen aan de borden 7 en 8 om aan de uitslag bij te dragen. Ze hadden blijkbaar plotseling voor zichzelf ontdekt dat ze de laatste veertien dagen van het jaar in het buitenland door zouden gaan brengen want voordat je het in de smiezen had stond er voor hen beiden een uitslag vermeld. Eerst was daar vader Fred, die aan bord 7 met het zweet op z'n voorhoofd zat te spelen wegens het werk, dat hij moest doen om zijn stelling speelbaar te houden. Maar plotseling bleek zijn geluk niet te overzien, hij kon mat geven en deed dat ook met veel genoegen. Slechter verging het zoon Alex aan bord 8. Ook Alex had het moeilijk. Maar waar zijn vader het punt had weten binnen te slepen moest hij zelf constateren dat hij een loper op een verkeerd veld had neergezet, wat een eigenlijk onverdiende nederlaag voor hem betekende. Zo zie je maar weer dat een dubbeltje in een partij beide kanten - niet tegelijk! - uit kan vallen. Maar hiermee was de tussenstand wel gevorderd tot een 3½-2½ voorsprong en groeide de hoop in de Pionierharten.
Het eerste wedstrijdpunt werd toen binnengehaald door Ad van der Ree aan bord 6. Ad had eigenlijk steeds een goede stelling voor zich, wat tenslotte uitmondde in een stuk en een pion voorsprong. Dat werd ook de eindstand, maar dat stuk was een loper en die pion een randpion. Wat daarbij nog erger was bleek het feit, dat het promotieveld van die pion van de andere kleur was dan die van de loper. En omdat al het andere materiaal van het bord was verdwenen (en de vijandelijke koning dat promotieveld onder controle kon houden, wat natuurlijk wel essentieel is) restte Ad niet meer dan een verdiende remise.
Nu, met een 4-3 tussenstand, kwam alles neer op teamleider Jan van Dam, spelend aan bord 3. Hij had al mogen toezien, hoe zijn team dat eerste wedstrijdpunt had binnengehaald en nu was aan hem de taak om het verlossende tweede te scoren. Maar daarvoor moest hij wel over ijzersterke zenuwen beschikken want alle spelers, die klaar waren met hun partij, kwamen rond zijn bord staan. Maar Jan bleek over die zenuwen te beschikken, hoewel hij toch wat onnauwkeurigheden in zijn spel bracht. Want de tendens van de opmerkingen, die je in de wandelgangen hoorde ging van "oh, dat wint Jan makkelijk" naar "als hij dat maar weet te houden"! "Dat" was overigens een stelling, waarin Jan tenslotte een kwaliteit achter maar twee pionnen voor stond. Jan had op een gegeven moment nog zo'n kleine vier minuten op z'n klok terwijl zijn tegenstander regelmatig onder de minuut dook. Maar met het Fischer-tempo is dat probleem minder schrijnend geworden, zelfs als je tijd minder wordt dan 10 seconden, wat regelmatig gebeurde bij de Sliedrechter. Je moet dan dus niet alleen over ijzersterke zenuwen beschikken, ook snelschaakbloed moet meer dan ruimschoots aanwezig zijn. Dat bleek aan beide kanten van het bord zo te zijn zodat het ook hier uiteindelijk remise werd met een steeds schaak gevende Jan en een rondjes met zijn koning lopende tegenstander.
Het wedstrijdformulier van Sheila zag er zo uit:
De Pionier 1 | 1794 | - | Sliedrecht 3 | 1747 | 4½-3½ | |
1 | Ernst-Jan Pluim Mentz | 2137 | - | Jurgen de Haan | 1612 | 1-0 |
2 | Jan van Huizen | 1743 | - | Kees Wessels | 1886 | 1-0 |
3 | Jan van Dam | 1759 | - | Floris Verweij | 1875 | ½-½ |
4 | Jaap Santifort | 1754 | - | Pieter Pons | 1804 | 0-1 |
5 | Rik Verheij | 1762 | - | Joost Stoker | 1787 | ½-½ |
6 | Ad van der Ree | 1797 | - | Willem Kuiper | 1724 | ½-½ |
7 | Fred van Wieringen | 1712 | - | Martijn Stoker | 1655 | 1-0 |
8 | Alex van Wieringen | 1688 | - | Jaap Euser | 1631 | 0-1 |
Door deze en andere uitslagen uit ronde 4 is het bijzonder spannend geworden aan de top van de ranglijst in klasse 2B, nu met bovenstaande teams broederlijk samen aan kop met evenveel wedstrijd- als bordpunten (waarbij De Pionier licht in het voordeel is als winnaar van de onderlinge wedstrijd) en ook Erasmus 3 en Dordrecht 4 met evenveel wedstrijdpunten maar minder bordpunten. M.a.w., als De Pionier 1 alle verdere wedstrijden met 8-0 winnen zijn ze kampioen!?
In de interne competitie speelde een tweetal tegen elkaar dat in bovenstaande wedstrijd geen slecht figuur zou hebben geslagen maar om uiteenlopende redenen niet meespeelde. Reinier van der Wende speelde daar tegen Hans van Calmthout en Hans kreeg het - naar eigen zeggen - Spaans benauwd, hoewel de gelijknamige opening daar niets mee te maken had. Maar Reinier wist de winnende voortzetting niet te vinden (wel de verliezende!?) en verlies werd dus zijn lot.
Ook een onverwacht resultaat behaalde Wim van Schie in zijn partij tegen Leo Stelloo. Wim leek daarin redelijke kans te maken op de overwinning, daar moet je tegen Leo echter nooit zeker van zijn voordat hij je feliciteert! Er ontstonden schermutselingen op de damevleugel, waarbij beiden een vrijpion wisten te krijgen. Maar beiden slaagden er niet in die pion aan de overkant te krijgen, terwijl de stelling van Wim er daarna niet meer goed uitzag en ook hij tenslotte verloor.
Frits van der Veeke zette zijn borst op tegen Bonne Faber maar hij verloor al snel een centrumpion en wat later ook een stuk. Ook werd zijn koningsstelling opengescheurd, hoewel hij wel gevaarlijke pogingen tot winst ondernam, die Bonne noopten zijn volle aandacht bij de partij te houden. Dat deed hij ook en zodoende wist hij later de winst binnen te slepen.
Casper Verbeek kreeg een moeilijk avondje tegen Peter Derrez. Hij wist het krachtsverschil niet te overbruggen waardoor verlies zijn deel werd.
Een enigszins verrassend resultaat wist Ronald van Velzen te bereiken tegen Arie Bliek. Langzaam maar zeker rolde hij Arie's stelling op zodat er voor Arie tenslotte niet anders meer overbleef dan de partij op te geven.
Dat moest tenslotte Kees Berkhout ook doen tegen Wim Noordermeer, hoewel dat op dit niveau niet echt een schande is.
1 opmerking:
Moeilijke stelling, he jaap!
Een reactie posten