De eerste beslissing is gevallen. Een zestal spelers maakte onderling uit wie de nieuwe snelschaakkampioen van de club zou worden. De verdere aanwezigen speelden een volgende ronde voor de huishoudelijke competitie.
Voor deze finale hadden zich, naast heersend kampioen Ernst-Jan Pluim Mentz, Jan van Dam, Jan van Baardwijk, Fred en Alex van Wieringen en Bonne Faber geplaatst. In een dubbelrondige competitie gingen ze samen uitmaken wie de nieuwe kampioen zou worden. Om dit dan zo gestroomlijnd mogelijk te kunnen laten verlopen moest ieder van een startnummer worden voorzien. Als je dan met z'n zessen bent, wat is dan makkelijker dan het gooien van een dobbelsteen om die nummers vast te kunnen stellen?
De volgorde werd hiermee vastgesteld en daarbij bleek, dat de grootste kanshebbers op de titel, Jan van Dam en Ernst-Jan, meteen al tegen elkaar speelden. Door deze partij te winnen wist Ernst-Jan meteen al zijn kandidatuur te bevestigen. Na de tweede ronde bleek alleen Fred het tempo nog bij te kunnen houden, echter vanaf de derde ronde ging Ernst-Jan alleen aan kop en hij zou die leiding ook niet meer afstaan. Hoewel het een enkele keer maar kantje-boord was wist hij uiteindelijk toch al z'n tien partijen te winnen! Daar kwam Jan van Dam tenslotte nog het dichtst bij, hij stond verder alleen nog een halfje af aan Fred in de derde ronde en eindigde dus als tweede met 7½ uit 10. Meer nog dan bij de kampioen was het bij hem kantje-boord want in bijv. beide partijen tegen Bonne stond hij verloren maar gold voor hem: "saved by the bell"! Want het speeltempo nekte vaak vooral Bonne en Jan van Baardwijk. Bonne wist in zo goed als al zijn partijen, behalve de tweede tegen Ernst-Jan, een goede tot gewonnen stelling te bereiken. Ook Jan van Baardwijk gaf regelmatig goed partij, steeds echter moest hij zich gewonnen geven wegens (veel) te weinig bedenktijd.
Hiermee is meteen eigenlijk een beetje het verhaal van de avond verteld: Ernst-Jan en Jan van Dam staken (soms letterlijk) met kop en schouders boven de anderen uit, Bonne en Jan van Baardwijk vormden de achterhoede en Fred en Alex de middenmoot.
Na 10 ronden werd de eindstand tenslotte: 1 Ernst-Jan (10) 2 Jan van Dam (7½) 3 Fred (5) 4 Alex (4) 5 Bonne (3½) en 6 Jan van Baardwijk (0).
Dankzij de afwezigheid van dit zestal voor de huishoudelijke competitie leek Jan van Huizen (de enige verdere aanwezige uit de top van de ranglijst) een relatief makkelijke avond tegemoet te gaan. Maar dat bleek toch niet helemaal op te gaan want tegenstander Wim Albus liet een behoorlijk stel tanden zien en Jan had het er maar moeilijk mee. Maar tenslotte wist Wim het niet tot het einde toe te bolwerken en verloor toch nog.
Een leuke partij met een bizar einde speelden Ben Blakmoor en Peter Derrez. Net als in een eerdere partij in Ouddorp, met beiden achter dezelfde kleur, leek het ook nu in remise te gaan eindigen, hoewel Ben nu wel een gezonde pion voorstond. Maar op een gegeven moment lanceerde Peter een dubbele aanval op een toren en een pion. Een aanval, die vrij makkelijk leek te pareren. Maar Ben ging alleen maar zijn pion dekken!? Hij had de zet al uitgevoerd toen hem de consequentie duidelijk werd en met de gevleugelde woorden "als je slaat dan geef ik op" zette hij Peter voor het blok. Die leek nog heel even te twijfelen, sloeg toen toch toe en Ben gaf op.
Wegens een acute migraineaanval had Sheila de Jonge haar vorige partij tegen Leo Stelloo opgegeven, nu kon ze dus "wraak" nemen. Maar dat ging niet van een leien dakje, Leo wist zelfs een pion en een stuk buit te maken. Maar daarna sloeg het noodlot toe voor hem, niet in de vorm van een migraineaanval maar als "het te mooi willen doen". In plaats van normaal af te wikkelen zoals het hoort als je materiaal voorstaat ging hij op zoek naar een mataanval. Die bleek voor hem niet te vinden. Qua tijdgebruik hielden beiden elkaar goed in evenwicht, dus daar lag het niet aan. Maar ook Sheila lanceerde een dubbele aanval, op een toren en een loper en ook Leo pleegde een foutieve dekking. Hij dekte dan wel beide stukken, met z'n dame, maar deze kwam daardoor ongedekt te staan en werd daarbij wel aangevallen. Einde van de partij derhalve.
Als je zelf meespeelt in een snelschaakfinale dan mis je wel het nodige van andere partijen en dat is wel enigszins te merken aan het verslag!? Zo wist Frits van der Veeke niet te winnen van Wim Noordermeer, zelfs een remise was er niet bij voor hem. Qua uitslag deed Tim Albus het dan wel beter tegen Casper Verbeek, hoewel ook hier het nodige gebeurde, wat Max Euwe vroeger verboden had. Toch won Tim dus. Enigszins verrassend was het verlies van Frits Wilschut tegen Ronald van Velzen, net als dat van Dik Roeffel tegen Johan Müllenberg.
Hierdoor is er weer een nieuwe stand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten