dinsdag 12 april 2016

Ronde 28

Een interessante ronde, waarin de bovenste vier van de ranglijst tegen elkaar uitkwamen. Opnieuw was er een oneven aantal spelers aanwezig en Sheila de Jonge bood zich vrijwillig aan, om vooral wat te kunnen herstellen van haar lichamelijke problemen.
De nummers 1 en 2 waren weer eens tot elkaar veroordeeld. Jan van Dam leidde de witte stukken en Ernst-Jan Pluim Mentz de zwarte. Vrij lang hielden ze elkaar keurig in evenwicht tot zelfs ver in de tijdnoodfase. Hierbij werd vrij goed duidelijk wat de voor- en de nadelen van het Fischer-tempo zijn. Het ging eigenlijk een beetje zoals Ernst-Jan later vertelde: je doet snel enkele zetten om wat meer tijd te krijgen en dan gebruik je die extra tijd om na te denken over je mogelijke strijdplan. Maar dat had hij misschien te voren aan Jan uit moeten leggen. Want in die fase, toen remise heel dichtbij was, offerde Jan een loper tegen een pion om z'n handen wat vrij te kunnen krijgen in de buurt van de koning van z'n tegenstander. Een hele moedige beslissing, hiermee gooide hij echter toch wel een beetje z'n remisekansen overboord. Toch gaf Ernst-Jan dat stuk even later weer terug om daardoor met koning en dame een matnet te weven en dat even later ook dicht te trekken. Inderdaad werd Jan mat gezet, vooral omdat zijn dame te laat op het strijdtoneel verscheen.
Dan speelde Jan van Huizen tegen Bonne Faber en Jan speelde de opening eigenlijk net iets te frivool waardoor z'n koning zich enigszins in een moeilijk parket ging bevinden. Maar z'n frivoliteit kende nauwelijks grenzen, hij probeerde met een centrumpion een doorbraak te forceren, die Bonne fraai opving. Die centrumpion ging er af en Jan kreeg er de b-pion voor in de plaats. Nu had Bonne het al meteen heel moeilijk voor Jan kunnen maken door Jan's h-pion te slaan. Maar Bonne zag een andere mogelijkheid, die ook een kwaliteitsoffer inhield, waarmee hij meende remise te kunnen forceren. Jan had echter geen interesse in de kwaliteit en ruilde de lopers af. Maar Bonne zag mogelijkheden langs de lange (witte) diagonaal en speelde zijn dame naar a8. Het kostte Jan heel wat hoofdbrekens om daar een redelijk antwoord op te vinden, wat tenslotte inhield een (gedekt) paard op de diagonaal te plaatsen. Dat paard werd geruild en Jan bood nog een paardruil aan. Dat zag Bonne niet zitten en zijn paard ging gevaar stichten op Jan's damevleugel. Dat gevaar hield de dreiging van kwaliteitswinst in, waarin Bonne ook slaagde. Jan was inmiddels al in de tijdnoodfase aangekomen, terwijl Bonne nog bijna een uur bedenktijd had. Maar, ieder kent het gezegde over die kat in het nauw en Jan sloeg een (gedekte) pion. Bonne had echter een grote fout gemaakt door zijn beide torens op dezelfde diagonaal te plaatsen. Zich op dat moment van geen kwaad bewust opende Bonne de mogelijkheid voor Jan om een loper op die diagonaal te plaatsen. Hij kon, bij het latere naspelen, een plaatsvervangende zucht van verlichting slaken omdat ook Jan die mogelijkheid (waarschijnlijk door zijn gebrek aan bedenktijd) niet zag. Jan zag waarschijnlijk spoken op zijn weg wegens het bezetten van de andere diagonaal, met een loper, door Bonne en schoof deze diagonaal dicht met een pion (de tweede keer in deze partij dat e4-e5 een foute zet was), zich daarbij ook de mogelijkheid van die kwaliteitswinst afnemend. Nu werd het dan geen probleem meer voor Bonne om het punt binnen te halen.
Ben Blakmoor kreeg te maken met Leo Stelloo. Al vrij snel wist Ben het Leo zo moeilijk te maken dat deze z'n dame gaf voor een toren en een stuk. Maar het werd nog erger voor Leo want een poosje later kon Ben met z'n dame schaak geven op h1 en daarna de dametoren van Leo aanvallen. Die toren was namelijk naar b2 gespeeld en kon, met Ben's dame op b1, geen kant meer op. Even later werd het dan ook het einde van deze partij met het punt dus voor Ben.
Een hele vervelende avond werd het voor Martijn van Dam tegen Wim Albus. Op een gegeven moment kwamen beide koningen redelijk open en bloot te staan op hun eigen vleugel, die van Martijn werd echter een stukje meer bedreigd. Het leek een kwestie van tijd te worden voor Wim om het af te maken, hij maakte het zichzelf echter te moeilijk en Martijn krabbelde weer op. Toen echter, zeker blij dat hij weer leefde, blunderde Martijn en gaf Wim de kans de partij meteen uit te maken. Wat Wim dan ook deed.
Wim Noordermeer had z'n handen vol aan Peter Derrez en verlies leek voor hem op de loer te liggen. Maar Peter leek te voorzichtig en Wim kwam weer terug in de partij. Beiden wilden het er blijkbaar niet nogmaals op aan laten komen en kwamen daarom remise overeen.
Frits van der Veeke ging aandringen tegen Frits Wilschut. Wilschut meende het gevaar bezworen te hebben maar schrok zich een hoedje toen de dame van zijn tegenstander plotseling vlak naast z'n koning verscheen en Van der Veeke "uit volle borst" mat riep. Dat was het ook.
Jan van Baardwijk had niet echt veel moeite met Dik Roeffel, hoewel hun partij bij lange na niet als eerste uit was. Maar het punt was - na die tijd - wel voor Jan.
Zo'n beetje als eersten waren Johan Müllenberg en Casper Verbeek uit. Dat kwam door het foutief plaatsen van z'n materiaal door Johan en het daarvan profiteren door Casper.

De nieuwe stand valt hier te bekijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten