Ditmaal kwam er geen afstel van het (steeds) uitstellen van de laatste partijen voor de kwartfinale van de interne bekercompetitie.
De halve finalisten zijn alle vier bekend en vanaf de eerstkomende speelavond kan er voor gespeeld worden. Ook voor de interne competitie kon een mooie serie partijen gespeeld worden.
Frans Troost en Fred van Wieringen waren dan eindelijk samen aanwezig op de clubavond. Het was dan ook al enige tijd geleden afgesproken om deze avond te spelen, afwachten is het dan toch nog of beiden ook komen!? Even leek het er op dat er toch een reglementaire beslissing genomen moest worden maar toch kwam Frans tenslotte op het laatste moment (20.15 uur) binnen en werd er begonnen aan de minimaal twee partijen met beperkte bedenktijd. Omdat Frans vorig seizoen lager (net een groep verschil) geëindigd was dan Fred kreeg Frans liefst 10 minuten meer bedenktijd. Maar met het Fischer-tempo hoeft dat niet echt een nadeel te zijn. In de eerste partij ging Frans, fris van de lever, aanvallend van start en het ging er eigenlijk steeds meer op lijken dat Fred nu aan het kortste eind zou gaan trekken, zeker door die mindere bedenktijd. Maar Fred wist de schade te beperken en uiteindelijk werd dan tot remise besloten. Een - misschien - minimaal voordeel voor de Pioniervoorzitter, nu mocht hij immers met de witte stukken spelen. En dat bleek inderdaad voordeel voor hem op te leveren. Frans kwam in steeds grotere moeilijkheden en Fred gooide uiteraard steeds meer kolen op het vuur. Totdat Frans uiteindelijk eieren voor zijn geld koos en de (tweede) partij opgaf. Fred dus door naar de halve finale, waar hij Ernst-Jan Pluim Mentz tegenkomt.
Wegens het oneven aantal deelnemers mocht Ernst-Jan nu rondkijken en zien of er leuke partijen gespeeld gingen worden. Zijn twee grootste concurrenten voor de kampioenstitel, Jan van Huizen en Jan van Dam, speelden nu tegen elkaar (je kunt hun consumpties in elk geval op bijgaande foto zien), dat zou dus een interessante partij beloven te worden. Maar eigenlijk viel dat een klein beetje tegen, jeugdleider Jan probeerde wel mogelijkheden tegen Jan van Dam's verdediging te vinden, slaagde daar echter niet echt in. Op zeker moment kwam de d-lijn open en dit leek in eerste instantie het begin van het einde voor Jan van Huizen. Z'n tegenstander had hier namelijk beide torens op weten te plaatsen, tegen één witte. Maar de ene zwarte toren was al over de helft geplaatst en daar probeerde Jan van Huizen misbruik van te maken door het tussenplaatsen van een paard. Daardoor kwam de voorste zwarte toren ongedekt te staan. Het paard kon wel geslagen worden, dat kostte dan echter een kwaliteit. Waren Van Huizen's problemen daarmee van de baan? Het leek er even op maar dat was dan wel buiten waard Van Dam gerekend. Hij wist met z'n ene toren en z'n loperpaar een fraai matnet te weven en Jan van Huizen wist daar niet meer aan te ontsnappen.
Alex van Wieringen en Ben Blakmoor speelden een grappige partij, waarin Alex op zeker moment een beetje naar goede zetten zat te zoeken. Die kon hij maar niet vinden en Ben had dat gezien. Mede wegens zijn gezondheidstoestand (een lichte verkoudheid) bood hij daarom remise aan. Daar wilde Alex toch nog even over nadenken maar hij vond niets dat hem voordeel op zou kunnen leveren dus nam hij het aanbod aan.
Nog een remise kwam er, tussen Bonne Faber en Ad van der Ree. Bonne wist niet helemaal goed uit de opening te komen en Ad kwam op licht voordeel. Bonne ging scherp spelen en Ad had veel bedenktijd nodig om goede zetten te vinden. Dat lukte wel in eerste instantie, later echter miste hij in het middenspel de beste zet. Het door hem gespeelde ging hem zelfs een kwaliteit kosten en Bonne kreeg daardoor het betere van het spel. Toch vond hij dat onvoldoende en hij bood daarom remise, een aanbod, dat Ad onmiddellijk aannam. Ad had namelijk een prachtig loperpaar tegen Bonne toren en paard.
Leo Stelloo werd ingedeeld tegen Sheila de Jonge en - achteraf gezien - zou die partij best een week eerder kunnen zijn begonnen. In een iets betere positie gaf Sheila namelijk op wegens ernstige migraineklachten, die best wel eens bij het Paassnelschaken (zie de daar bijgevoegde foto!?) begonnen zouden kunnen zijn.
De beste partij van de avond vond Ernst-Jan eigenlijk die tussen Wim Albus en Michiel Landman. Al snel had Michiel de betere positie weten te creëren en Wim had op een gegeven moment slechts twee positieve mogelijkheden. Het pleitte voor hem dat hij daar ook één van koos. Daardoor echter kreeg hij plotseling leuke kansen, waarop Michiel niet het juiste antwoord wist te vinden. En - ondanks een achterstand in materiaal - Wim wist de weg te vinden naar de opgave door Michiel.
Jan van Baardwijk kreeg te maken met jeugdspeler Martijn van Dam en Jan leek een mooie positie op te bouwen. Materieel gezien stond het helemaal gelijk, Jan meende echter goede kansen te hebben en speelde daar ook op, terwijl beiden al in tijdnood geraakt waren. Toch wist Jan dat niet helemaal goed uit te spelen en hij verloor tenslotte zelfs wegens het vallen van z'n vlag.
Door persoonlijke omstandigheden gedwongen lukt het Ronald van Velzen niet om op de hiervoor vastgestelde begintijd aanwezig te zijn. Dat is geen probleem en tegenstander Frits van der Veeke kon daarom eerst even rondkijken. Zou hem dat geholpen hebben? In elk geval qua uitslag heeft het daar enige schijn van, Frits wist tenslotte te winnen.
Een gelijkwaardige partij speelden Casper Verbeek en Wim Noordermeer. Tot het moment, waarop Casper zich verkeek op de mogelijkheden van Wim. Hij had torenruil aan moeten bieden, koos er echter voor om met z'n toren een pion te dekken. Die keuze kostte hem nu helaas een toren en even later ook de partij.
Dan kregen Dik Roeffel en Frits Wilschut het weer eens met elkaar aan de stok als tegenstanders tijdens een schaakpartij. Opnieuw gebruikte Dik veel bedenktijd (soms vergat hij misschien ook wel eens zijn klok in te drukken) en Frits kwam opzetten met zijn materiaal. Dat leverde hem tenslotte zelfs de partijwinst op.
Na ronde 27 is er weer een nieuwe stand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten