zondag 24 januari 2016

Ronde 18

In de externe pauze dankzij het TATA-toernooi kon de focus eindelijk weer eens in zijn geheel op interne zaken worden gericht. Daarbij werd de derde ronde van de IBC (ofwel de kwartfinale) voor een deel verder gespeeld en natuurlijk ook een aantal interessante huishoudelijke partijen.

Beginnen we dan met de tweede partij uit de kwartfinale, die zou worden gespeeld tussen Wim Albus en Willem-Jan Tanis. Willem-Jan had in de eerste ronde al Wim's zoon Tim uitgeschakeld en wilde nu natuurlijk ook wel eens zien wat diens vader er van terecht zou brengen. Wim daarentegen zal eigenlijk al blij zijn geweest de kwartfinale bereikt te hebben! Maar eigenlijk kwam deze wedstrijd helemaal niet ècht van de grond, sommige huishoudelijke partijen waren nog maar nauwelijks begonnen (deze combattanten hadden niet willen wachten totdat de verdere indeling bekend was) of Willem-Jan had het eerste punt al te pakken. Helaas voor Wim kwam het tweede punt er redelijk snel achteraan zodat Willem-Jan zich nu op mag gaan maken voor de tweestrijd met Jan van Huizen.
Dan de huishoudelijke strijd, waarin diezelfde Jan van Huizen het gevecht voor een directe toppositie aan moest gaan met Jan van Dam. Hoewel dit gevecht wel meer voeten in de aarde had dan die bekerpartijen was ook hier het slot van de partij relatief snel bereikt. Jan van Huizen wist in het begin van het middenspel zijn tegenstander goed onder druk te zetten en die druk ook vast te houden. Daarbij speelde vooral de cavalerie van de jeugdleider een belangrijke rol. Die zorgde er namelijk mede voor dat het strijdmateriaal van Jan van Dam zich weer helemaal op z'n laatste rij terug moest trekken. Als je bijv. op een gegeven moment de stelling bekeek dan dacht je dat de hele damevleugel van hem nog helemaal niet ontwikkeld was, maar wat bleek? De loper en het paard waren al "naar buiten" gekomen, waren echter weer op hun startplaatsen teruggekeerd! Nu Jan van Huizen die druk vast wist te houden kreeg hij ook een voorsprong in ontwikkeling en dat zorgde er voor dat hij op een gegeven moment een stuk kon winnen. Of Jan van Dam al direct een slechte avond kende is niet bekend, toen hij echter dat stuk kwijtraakte gaf hij onmiddellijk op.
Hierna de partij tussen Fred van Wieringen en Ernst-Jan Pluim Mentz. Fred had al eens een partij kunnen winnen, de verwachtingen waren daarom hooggespannen. Maar Ernst-Jan lachte daar een beetje om en zette Fred meteen enorm onder druk door net te doen alsof zijn koning geen bescherming nodig had en met al het materiaal van de koningsvleugel op te gaan stormen. Dat gaf op een gegeven moment een stelling, waarin je eigenlijk geen cent meer voor Fred's kansen wilde geven. Maar Fred weet altijd wel verborgen ressources te ontwikkelen en maalde daarbij niet om mogelijk kwaliteitsverlies. Maar Ernst-Jan had groter wild in gedachten en manoeuvreerde zijn materiaal naar matdreigende posities. Fred hield ook nog maar enkele minuten aan bedenktijd over, wat een tweede nadeel was. Tenslotte gaf Fred nog een "schaak der wrake", wat uiteraard niet meer hielp en de wrake van Ernst-Jan was voldoende voor het punt.
Bonne Faber kreeg te maken met jeugdtalent Martijn van Dam en leek daarbij een makkelijke avond te gaan krijgen. Waarschijnlijk mede daardoor speelde hij niet steeds de beste zetten en Martijn gaf, middels een aantal sterke zetten, aan dat hij geen zin had om als kop van Jut op te treden. Hierdoor moest Bonne eigenlijk zijn eigen aanval in de weg gaan lopen zodat de stelling langzaam aan het verwateren leek te gaan. Tenslotte moest Martijn z'n dame geven voor een toren en een loper, zijn overblijvende toren echter ging op sprokkeljacht. Er ontstond tenslotte een voor eeuwig schaak open staande stelling en beiden gingen daar ook voor. In de slotstelling had Martijn overwicht met zijn damevleugelpionnen en had Bonne een mooie vrijpion op de h-lijn. Volgens omstanders had die pion hem de winst kunnen brengen, analyse achteraf met onze digitale vrienden leerde echter dat het opspelen van die pion fatale gevolgen zou kunnen hebben gehad.
Het werd toch nog een moeilijke avond voor Sheila de Jonge tegen Leo Stelloo. Sheila wist dan wel op zeker moment een stuk buit te maken, toch had ze haar meeste materiaal op de damevleugel als het ware op een hoopje gegooid. Dit terwijl Leo relatief mooi ruim spel had. Hij bezette met z'n beide torens de e-lijn, slechts gehinderd door z'n e-pion, die op e4 was beland. Toen echter ging Leo, al redelijk in tijdnood, zijn hand overspelen, kwam met een toren naar voren om die op de zesde rij in de strijd tegen Sheila's koningsstelling te gooien. Maar Leo had geen rekening gehouden met de mogelijkheden van Sheila's ruiterij en dat kostte hem tenslotte z'n dame en dus de partij.
Ben Blakmoor en Alex van Wieringen speelden samen een interessante partij, waarbij Alex druk op de witte damevleugel wist te leggen. Hoe het precies kwam is moeilijk te zeggen, wel viel zijn zwartveldige loper plotseling binnen op b2, terwijl Ben's toren nog vaststond op a1. Dat bleek het begin van het einde voor Ben's mogelijkheden op partijwinst te zijn, dat werd tenslotte de buit voor Alex. Met een biertje als beloning voor Alex gaf Ben de partij op.
Een heel gebeuren werd het tussen Frits van der Veeke en Casper Verbeek, daar waren sommige miskleunen van beide spelers echter wel debet aan. Wat te denken bijvoorbeeld van het feit, dat Frits een pion wist te winnen en die pion met z'n loper nam. Had hij met z'n paard geslagen, dan was dat meteen met schaak geweest, inclusief damewinst! Ook later, toen hij bang was voor eeuwig schaak en daarom dameruil aanbood, waar hij misschien goede zaken had kunnen doen via pionwinst op h6. Maar dan had er een uitgebreide analyse op de stelling moeten plaatsvinden om dat zeker te stellen. Nu werden de dames geruild, net als het grootste deel van de nog aanwezige pionnen. Maar Casper wist zijn resterende toren nog te verliezen en nu moest Frits bewijzen dat hij het theoretische eindspel van K+T tegen K beheerste. Dat lukte hem keurig, hoewel Casper misschien niet het uiterste uit de mogelijkheden haalde.
Jan van Baardwijk was heel snel klaar tegen Johan Müllenberg met eigenlijk een makkelijke overwinning.
Datzelfde gold ook voor het verlies van Ronald van Velzen tegen Tim Albus, partijen, die al lang afgelopen waren toen er aandacht voor kwam.

Inmiddels is de nieuwe stand aldus geworden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten