Ondanks het gewijde van de omgeving waarde toch het degradatiespook rond om te kijken wie hij allemaal in de kraag zou kunnen vatten. Maar sommigen van de aanwezigen waren er eigenlijk al wel van overtuigd dat hen dat lot ten deel zou vallen. Verder kijken we hoe het de andere Pioniers verging in hun interne partij.
Het voorspel voor de wedstrijd (buiten natuurlijk al het gecijfer dat de competitieleider van de RSB elk seizoen moet doen om de indeling weer rond te krijgen) was al een week eerder gestart met de mededeling van Reinier van der Wende dat hij deze avond verhinderd was. Het verzoek richting De Penning om vooruit te komen spelen werd zonder problemen gehonoreerd en dus kon er een compleet Pionierteam op het wedstrijdformulier worden vermeld. Dit in tegenstelling tot De Penning 1, dat met 3 invallers aantrad. Van de partij, die Reinier speelde is verder alleen bij de spelers iets bekend, alleen de uitslag en die betekende, dat de Pioniers met een 1-0 voorsprong van start konden gaan. Toch altijd een prettig gevoel!
Wedstrijdleider Sheila de Jonge kon de wedstrijd in een sportieve sfeer opstarten, hoewel even later nog enige commotie ontstond over de klokken. Is het speeltempo misschien nog niet bij iedereen "ingedaald"?
Na Reinier aan bord 7 kwam het eerste resultaat aan bord 1 bij Ernst-Jan Pluim Mentz. Bij hem bleek de techniek zo te overheersen, dat zijn tegenstander al na een uur de handdoek in de ring gooide nadat hij twee kerngezonde pionnen was achtergeraakt.
De volgende uitslag kwam redelijk snel hierna, bij Jaap Santifort aan bord 5. Jaap kende een tumultueuze start van de wedstrijd. Laat uit zijn werk thuisgekomen, snel een hapje gegeten en als een haas naar het speellokaal gesneld. Maar dat overkomt wel meerderen en mag dus niet als excuus gelden voor het resultaat. Maar Jaap kreeg, gaande de partij, het gevoel dat hij er niet doorheen zou kunnen komen en daarom bood hij remise, een aanbod, dat vrij snel werd geaccepteerd.
Je zou bijna zeggen, dat de denkhoofden nu pas aan het werk gingen, het volgende resultaat liet nog enige tijd op zich wachten. Dat kwam tenslotte tot stand bij Willem-Jan Tanis aan bord 4. Willem-Jan speelde een goede partij maar kwam aan het eind enige tempi te kort, wat hem in eerste instantie een pion kostte maar later ook de partij omdat zijn tegenstander frank en vrij zijn pionnen kon laten opstomen nadat de laatste torens van het bord waren verdwenen.
Dit negatieve gebeuren voor het Pionierteam werd weer goedgemaakt door Ad van der Ree, voor de gelegenheid geposteerd aan bord 8. Ad wist vrij snel een kwaliteit te winnen, dat is echter nog geen garantie voor partijwinst. Maar hij wist wel een toren op de zevende rij te posteren waarmee hij op een gegeven moment, gesteund door een paard, nog een pion leek te kunnen winnen. Maar Ad had goed gekeken en gezien dat deze truc hem uiteindelijk windeieren zou leggen, hij had dan op z'n minst die kwaliteit weer in moeten leveren. Nu, met voorzichtig spel, manoeuvreerde hij zijn materiaal in de juiste posities, wat hem wat later de gelegenheid gaf zijn kwaliteitsvoorsprong om te zetten in een volledige toren voor. Nu duurde het ook niet lang meer voordat zijn tegenstander het nutteloze van verdere pogingen inzag en derhalve opgaf.
Om beide wedstrijdpunten binnen te halen moest er nu nog minimaal één punt worden gescoord en die eer viel Rik Verheij aan bord 6 te beurt. Maar daarvoor moest hij nog wel door enkele diepe dalen, hoewel het daar in eerste instantie niet zo veel op leek. Hij leek namelijk de partij heel rustig via een dubbel toreneindspel misschien naar winst te kunnen spelen. Maar plotseling leek zijn tegenstander het licht te hebben gezien want met een op het oog kamikaze-offer van een loper bracht hij Rik op de rand van de afgrond. Rik keek zo eens over het randje en dacht bij zichzelf: "Daar wil ik niet in terechtkomen!", nam het offer aan (eigenlijk kon hij ook moeilijk anders, het had hem dan namelijk een pion en een kwaliteit gekost) en moest nu alle zeilen bijzetten. Na afloop van de partij deed hij er nogal nonchalant over maar die blik in de afgrond was hem waarschijnlijk niet in de koude kleren gaan zitten. Na heel wat manoeuvreren werd tenslotte het zwaardere materiaal geruild, waarna het stuk voorsprong de doorslag gaf en dus de wedstrijdpunten in de knip zaten.
Zou het nog een heel ruime overwinning worden of net kantje boord? Die beslissing lag aan de beide Jannen uit het Pionierteam.
Als eerste van hen mocht teamleider Jan van Dam aan bord 3 zijn aandeel aan de winst laten noteren, hoewel ook dit niet over rozen ging. Jan moest duidelijk het onderste uit de kast halen, tenslotte bleek zijn kast toch nog wat dieper dan die van zijn tegenstander want met zelf nog redelijk ruim in de bedenktijd ging zijn tegenstander door de vlag in een voor hem heel moeilijke positie.
Als laatste was dan nog Jan van Huizen bezig aan bord 2. Gezien het late tijdstip, waarop het eindspel op het bord kwam werden beiden omringd door een haag van spelers, die allemaal al klaar waren met hun partij en wel eventjes wilden komen kijken hoe de -voor hen- toppers het eraf gingen brengen. Ook hier bleek weer de -voor sommigen- charme van het Fischertempo want Jan's seconden begonnen al af te tellen terwijl zijn tegenstander daar nog helemaal niet aan hoefde te denken. Toch hadden beiden aan het einde van de partij nog ongeveer evenveel tijd over! Er ontstond, na een toch wel nadelig voor Jan verlopende partij, een dame-eindspel met voor Jan twee pionnen minder. Maar via de nodige schaakjes kon Jan toch nog enigszins in de running blijven, hoewel de beide zwarte vrijpionnen op de damevleugel weinig goeds voor hem beloofden. Uiteindelijk wist de Rozenburger de dames af te ruilen en dat betekende -dankzij die damevleugelpionnen- de genadeslag en tenslotte de 5½-2½ eindstand op het wedstrijdformulier.
De Pionier 1 | 1792 | - | De Penning 1 | 1578 | 5½-2½ | |
1 | Ernst-Jan Pluim Mentz | 2106 | - | Coen Schuurbiers | 1650 | 1-0 |
2 | Jan van Huizen | 1759 | - | Luuk Gloudemans | 1737 | 0-1 |
3 | Jan van Dam | 1767 | - | Arie van Kooten | 1622 | 1-0 |
4 | Willem-Jan Tanis | 1732 | - | Remi Post | 1754 | 0-1 |
5 | Jaap Santifort | 1758 | - | Marcel Bavelaar | 1489 | ½-½ |
6 | Rik Verheij | 1722 | - | Ron van Bendegom | 1405 | 1-0 |
7 | Reinier van der Wende | 1713 | - | Ruud Pereira | 1631 | 1-0 |
8 | Ad van der Ree | 1778 | - | Maarten Post | 1335 | 1-0 |
Voor het interne gebeuren was daar als eerste aandachtspunt de bekerwedstrijd tussen Ronald van Velzen en Frans Troost. In de eerste partij wist Frans Ronald te dwingen zijn koning op te laten marcheren naar het voor hem verre veld, waar hij kon worden bestookt door beide zwarte torens van Frans. Dat betekende dus verlies voor Ronald. Maar in de tweede partij wist Ronald uit een ander vaatje te tappen, hoewel dat te weinig opleverde om de volgende ronde te bereiken: een remise werd zijn deel en we zien Frans terug in de derde ronde.
Verder stond bovenaan de indeling het treffen tussen de veelbelovende jeugd en de gevestigde orde ofwel de partij tussen Martijn van Dam en Fred van Wieringen. Martijn wist daarbij aan Fred duidelijk te maken, dat hij niet één-twee-drie te kloppen is, hoewel dit hem wel aan de rand van partijverlies op tijd bracht. Maar om op die manier te moeten winnen ging Fred net even te ver en dus bood hij remise, wat werd aangenomen.
Leo Stelloo had veel geluk tegen Bonne Faber want Bonne wist er voor te zorgen, dat zijn koningsstelling open werd gebroken en er winst leek te halen langs de half-open g-lijn. Het geluk voor Leo bestond er nu uit, dat Bonne meende alles al in de knip te hebben maar van een koude kermis thuis bleek te komen toen hij een pion ging winnen met dameruil. Hierdoor werd alles duidelijk vereenvoudigd en wist Bonne even later weinig beter te doen dan remise aan te bieden. Leo wilde nog graag even bij "de groten" kijken en accepteerde het aanbod.
Peter Derrez en Frits van der Veeke speelden samen een amusante partij, waarbij Frits weer eens zijn Haagse bluf tevoorschijn toverde. Maar Peter bleek daar ditmaal tegen opgewassen en scoorde derhalve het volle punt.
Ook een vol punt was er voor Alex van Wieringen tegen Jan van Baardwijk, hoewel ook dit niet van een leien dakje ging. Maar toen Jan een pion in het centrum opspeelde en daardoor Alex de gelegenheid gaf middels een schaak met de dame een pion te kunnen winnen en daarnaast ook nog eens met een toren binnen te dringen, was het einde verhaal voor Jan en dus winst voor Alex.
Tenslotte nog de partij tussen Wim Noordermeer en Casper Verbeek. Volgens Casper was hij nog nooit zo laat op de avond nog aan het schaken geweest (m.a.w., zijn andere partijen zijn altijd veel eerder afgelopen), toch moest hij uiteindelijk de eer aan Wim laten.
De nieuwe stand is hier te vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten