Je hebt schakers die hun hobby uitoefenen en schakers die, waar en wanneer mogelijk, hun hobby uitoefenen. Helaas is het grootste deel van de schaakliefhebbers in de eerste categorie te vinden. De meesten van hen gaan dan zelfs niet eens verder dan eens thuis een potje spelen of, in een verloren moment, dit met hun computer te doen. Alle schaakverenigingen kennen dit fenomeen, de één wat meer dan de ander. Bij De Pionier konden daarom deze avond slechts 5 partijen plaatsvinden.
Daarin bleek Wim Noordermeer blijkbaar nog (of weer?) in vakantiestemming te zijn, hoe is het anders te verklaren dat hij tegen Bonne Faber eerst een pionnetje en later een vol stuk cadeau deed? Een dergelijk altruïsme op het schaakbord is immers niet des Noordermeers! Wat wel des Noordermeers is lijkt het feit, dat hij met zijn opgave wachtte tot hij ook zijn laatste pion was kwijtgeraakt. Kun je zoiets scharen onder "zo de waard is vertrouwt hij zijn gasten"? Of, in andere woorden gezegd, als ik een stuk weggeef kan een ander dat toch ook nog wel eens doen.
Een partij van een heel ander gehalte was die tussen Jan van Huizen en Jan Straatman. Eerstgenoemde Jan zette zijn tegenstander vanaf het begin onder druk, waardoor deze vooral aan verdedigen moest denken. Maar met kunst, vliegwerk en een serie paarden lukte hem dit tot het moment dat hij zijn dame voor afruil aan dacht te bieden, slechts gedekt door de helft van zijn manege. Heel gelukkig voor hem zag zijn tegenstander niet, dat hij dat paard had kunnen slaan terwijl die slaande toren tegelijkertijd de eigen dame bleef dekken. Daarna leek de partij in eerste instantie in remise te gaan verzanden toen alles op de damevleugel dichtgeschoven kon worden. Maar Jan Straatman had goed berekend dat hij toch een vrijpion zou kunnen creeëren, wat dan ook gebeurde. Deze moest worden afgestopt, waardoor Jan van Huizen in principe met een paard minder ging spelen. Nu ging ook tijdnood bij beiden een woordje meespelen, waardoor bij toeschouwers de nekharen wel eens rechtop gingen staan wegens de gemaakte foutjes. Tenslotte hield Jan Straatman een te promoveren pion en het volle punt aan deze partij over.
Arie Bliek en Sheila de Jonge waren eigenlijk al klaar met hun partij voordat er zich toeschouwers rondom konden verzamelen. Ondanks dus de afwezigheid van bewonderende blikken maakte Sheila haar tegenstander het nodige materiaal afhandig en wist Arie tenslotte niets anders meer te doen dan opgeven.
Weer een typische partij werd gespeeld door Leo Stelloo en Rob van Wijgerden. Hierbij meende Leo zijn stelling te kunnen verbeteren middels dameruil en daardoor een toren op de voorlaatste rij te kunnen installeren. Maar Rob maakte dat, helaas voor Leo, onmogelijk en de toren moest weer terug. Daarna kwam Rob met zijn paarden opzetten, wat op zich geen probleem had hoeven zijn als Leo zijn b-pion maar niet in de aanbieding had gedaan. Daardoor kon Rob de hele pionnenformatie van zijn opponent op de damevleugel oprollen en leek het daarna vrij snel een uitgemaakte zaak te worden. Maar, zo dacht Rob, waarom nog niet een poosje met de muis spelen voor je hem opvreet!? Dat idee had hem nog bijna de kop gekost, tenslotte moest Leo toch het moede hoofd in z'n schoot leggen.
Frits Wilschut wist korte metten te maken met Trudy Angeneind, hoewel Trudy nog wel een hele tijd het vonnis wist uit te stellen. Maar uiteindelijk moest ook zij haar pogingen om een beter resultaat te bereiken staken en Frits feliciteren met zijn overwinning.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten