Ter voorbereiding op het OPKZ gebruikte een aantal leden de wekelijkse clubavond. Heeft dat geholpen of was thuisblijven de betere optie?
Ernst-Jan Pluim Mentz was eigenlijk al een tijdje clubkampioen, tot nu toe was het echter nog niet officieel bekrachtigd. Wilde hij het daarom extra glans geven tegen Jan van Baardwijk? Hoe dan ook, hij offerde een tweetal pionnen voor het forceren van ruimte. Daar reageerde Jan klaarblijkelijk te voorzichtig op want de pletwals kwam nu op gang en Jan hield geen been meer over om op te staan. Gefeliciteerd, Ernst-Jan!
Ook een tweede kampioenschap komt steeds dichterbij, hoewel ditmaal zonder veel glans, althans in de partijuitslag. Jan Straatman, als lijstaanvoerder van schaduwgroep 2, moest zich proberen waar te maken tegen Jan van Huizen, een middenmoter uit schaduwgroep 1. Ergens lijkt voorzitter Straatman de goede voortzetting gemist te hebben, hoewel de stelling er toch lange tijd remiseachtig bleef uitzien. Maar jeugdleider Jan perste er nog een soort eindsprintje uit en dat bleek te machtig voor voorzitter Jan.
Voor het derde kampioenschap lijkt Wim Noordermeer hoge ogen te gooien want op de ranglijst van schaduwgroep 3 bezet hij plek 1 met goede voorsprong op nummer 2, Wim den Heijer. Deze avond moest hij deze ambitie vorm geven tegen Michiel Landman, die nog aast op de titel voor schaduwgroep 2. De ambities van Michiel bleken verder te reiken dan die van Wim want laatstgenoemde kreeg eigenlijk geen voet aan de grond om zijn ambities waar te kunnen maken. Maar Michiel heeft nog een lange weg te gaan om op de eerste plaats te komen. Een onderling gevecht zit er niet meer in, dat gebeurde nog onlangs en werd door Jan in zijn voordeel beslist.
Een poosje leek ook Tim van der Hart een kans te maken op de titel van schaduwgroep 2. Wilde hij dat gestand doen, dan moest hij een fraaie partij spelen en daarin een goed resultaat halen tegen Leo Kotchiev. Maar het wilde niet lukken en hij had eigenlijk nog geluk dat Leo stukwinst of mat in één overzag. Maar Leo overzag later niet hoe hij Tim steeds meer in de verdrukking kon brengen, wat tenslotte resulteerde in opgave door Tim toen hij mat in twee zou gaan.
Bonne Faber kreeg eigenlijk een punt op een presenteerblaadje van Dik Roeffel. Al vrijwel direct wist Dik een stelling voor zichzelf te creëeren, waarin hij nauwelijks meer ruimte had. Zijn koning kwam vast te staan in het centrum en ook het koningspaard kon niet worden ontwikkeld. Toen er enig materiaal was geruild zette Dik ook nog eens zijn tweede toren op een veld van dezelfde diagonaal als waar de koning op stond, terwijl Bonne's loper van die kleur vrije toegang had tot een ander veld van die diagonaal.
Heel anders ging het tussen Arie Bliek en Fred van Wieringen. Zoals we gewend zijn bouwde Arie zijn stelling heel voorzichtig op, maar Fred was daar blijkbaar (nog?) niet aan gewend. De partij verliep redelijk gelijk op en de gedachten gingen al naar een verrassende remise. Maar het zou nog veel erger worden voor Fred, Arie's materiaal kwam gevaarlijk opzetten richting de vijandelijke koning. Dat onderschatte Fred op de een of andere manier, wat hem een stuk kostte en wat later ook de partij.
Ook een vreemd gezicht werd het eigenlijk tussen Ger Croonenberg en Sheila de Jonge want Sheila wist de koning van Ger in een hoekje te dringen en daar een toren bij buit te maken. Maar, wat Sheila dan vaak overkomt, overkwam haar ook nu. Ze schoot a.h.w. in een stress en verspeelde de voorsprong weer. Sterker nog, ze kwam in een matnet terecht, waaruit Ger die vis niet meer liet ontsnappen.
De strijd om het kampioenschap der Fritsen kreeg ook een vervolg, Frits van der Veeke en Frits Wilschut speelden weer eens tegen elkaar en - zoals je dan zegt - Frits won. In eerste instantie hielden ze elkaar goed in evenwicht, op een gegeven moment echter deed Frits van der Veeke een zet, waarop Frits Wilschut totaal niet had gerekend. Nu ging het snel van kwaad tot erger en Wilschut was degene, die op mocht geven. Daarmee werd hij dus niet de kampioen der Fritsen.
En weer eens leek het Trudy Angeneind te lukken een partij niet negatief te beëindigen. En weer eens lukte dat Trudy toch niet. Tegen Leo Stelloo wist ze een fraaie stelling op het bord te krijgen, waarin ze op een gegeven moment haar materiële achterstand van een toren had kunnen reduceren tot een kwaliteit en leuke kansen op nog beter. Helaas echter, Trudy zag het niet en kon wat later opgeven.
Dat had Sidney Noordijk toen al lang gedaan, Jannes van Halen bleek hem veel te slim af. Zelfs voordat de meesten van de aanwezigen de neiging kregen zich zorgen over hun stelling te maken of probeerden zich rijk te gaan rekenen, had Sidney al opgegeven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten