zaterdag 10 april 2010

Ronde 28

Ondanks weer, waarbij sommige gedachten al regelmatig uitgaan naar "de bloemetjes buiten zetten" was er een goede opkomst met enkele interessante ontmoetingen. Daarna kon aan bovenstaande toch nog gevolg worden gegeven.

Ernst-Jan Pluim Mentz zon uiteraard op wraak toen hij de gemaakte indeling zag: Jan van Dam, waarvan hij een aantal ronden geleden had verloren. De te verwachten opening werd ook inderdaad gespeeld en er ontspon zich een interessant gevecht. Beiden deden hun best om ofwel het vorige resultaat te doen vergeten ofwel dat juist minimaal te evenaren. Toch ging Jan zo langzamerhand wat zorgelijker kijken, hoewel daar, gezien de situatie op het bord, nog niet onmiddellijk reden voor leek te zijn. Toch bleek hij uiteindelijk gelijk te hebben gehad met zijn uitstraling want Ernst-Jan had een matnet geweven, waar Jan geen ontsnapping uit wist te vinden. En met een gelukzalige glimlach rond zijn lippen streek Ernst-Jan de overwinning op.

Met een aantal mooie overwinningen was Alex van Wieringen opgeklommen naar een fraaie positie op de ranglijst, waardoor hij kon rekenen (en dat ook deed) op een sterke tegenstander. Dat werd Leo Kotchiev en Alex ging er eens speciaal voor zitten om het de oude maestro zo moeilijk mogelijk te maken. Maar Leo leek daar geen problemen mee te hebben en wist met ogenschijnlijk speels gemak een aanval op te zetten, waar Alex geen antwoord op kon vinden. Leo liet zijn hele koningsvleugel opmarcheren naar de andere kant, forceerde daar een open g-lijn en de koning van Alex ging steeds banger kijken. Daar had hij eigenlijk ook alle recht toe, de troepen van Leo maakten hem eerst het leven zuur en later zelfs onmogelijk!

Toch anders was het gesteld tussen Jan van Huizen en Ad van der Ree, zij beiden leken elkaar goed in evenwicht te houden. Toch leek Ad langzamerhand een einde aan dat evenwicht te kunnen maken door met zijn dame Jan's koningsveste binnen te dringen. Maar die dame werd dan wel van op afstand gesteund, directe hulp was er echter niet voor haar. Jan had zijn verdedigingszaakjes goed voor elkaar, zodat Ad met de verzuchting "ik kan het mat niet vinden" remise aanbood, wat vrijwel meteen werd geaccepteerd.

Fred van Wieringen moest opboksen tegen Ben Blakmoor en in eerste instantie leek het er meer om te gaan, hoe de variant, die ze op hun bord toverden, genoemd werd. Daar kwamen ze niet uit en zich dan toch maar gericht op de partij. Ben leek te voorzichtig om te gaan met zijn koning en gaf zijn tegenstander daardoor aanvalskansen. Ben leek zijn officieren weer terug op stal te willen gaan halen, op zeker moment stond alleen zijn zwartveldige loper niet meer op de achterste rij. Daar wist Fred onvoldoende van te profiteren en toen Ben wat materiaal naar de koningsvleugel wist te brengen en daarbij die vleugel middels een stukoffer nog verder elimineerde leek Fred het moeilijk te gaan krijgen. Maar zijn grootste probleem bleek "moet ik het remiseaanbod aannemen of niet?" en dat wist hij - weliswaar in toch iets betere stelling - op te lossen met aanname van het aanbod.

Tussen Jan van Baardwijk en Bonne Faber werden al snel van het aanwezige dikke hout planken gezaagd. Bonne dacht met een, zeer tijdelijk, stukoffer een pion te winnen, Jan deed echter precies hetzelfde en de stelling werd opengebroken. Toch won Bonne zijn pion, hoewel daarvoor de dame wel in een ietwat precaire situatie werd gebracht. Maar Jan zag geen heil in het meteen daarvan profiteren en deed het eigenlijk iets subtieler. Dat ressorteerde in een half open c-lijn voor hem en aanval op de op die lijn aanwezige pion van Bonne. Die kon voldoende worden verdedigd, de dames werden geruild en Bonne maakte de fout zijn beide torens op plaatsen te zetten, waar ze tegelijkertijd door een paard konden worden aangevallen. Dus kwaliteitsverlies, daarvoor in de plaats echter wel 2 vrijpionnen. In die fase zal Jan waarschijnlijk een vingerfoutje hebben gemaakt want Bonne wist opnieuw een pion te veroveren en daarbij één stel torens te ruilen. Nu kon de betere positie van zijn koning te gelde worden gemaakt en promotie van zijn b-pion was niet meer tegen te gaan, waarna Jan het voldoende vond.

Tussen  Tim van der Hart en Michiel Landman ontspon zich een interessant gevecht, waarbij Tim zijn koning in het centrum hield. De dames werden geruild en Michiel overzag de mogelijkheid tot verdubbeling van zijn torens op de tweede rij, waarna hij waarschijnlijk duidelijk gewonnen had komen te staan. In plaats daarvan viel hij de in zijn stelling binnengedrongen zwartveldige loper van Tim aan, die daarmee het gevaarlijke paard van Michiel op f6 afruilde. Daarmee leek alle kou uit de lucht, terwijl Tim alsnog (lang) rocheerde op zet 24! Daarna leek alles pais en vree te worden, wat Michiel er toe bracht in een, op het eerste gezicht, goed te winnen toreneindspel met een pion meer, remise aan te bieden. Tim accepteerde.

De ster van de avond zat aan het bord van Jan Straatman en Dik Roeffel. En het was, helaas voor hem, niet de Pioniervoorzitter! Dik wist Jan een stuk af te troggelen en deze deed daarna verwoede pogingen zijn achterstand weer goed te maken. Maar Dik is een taaie als het op verdedigen aankomt en Jan slaagde niet in zijn zelfopgelegde missie. Jammer genoeg eigenlijk wilde hij dit wat te ver doorvoeren en bleef nog even doorspelen met nog slechts een koning tegen de meerderheid van Dik. Dat bleek ruim onvoldoende.

Sheila de Jonge speelde tegen Rob van Wijgerden en laatstgenoemde vond eigenlijk zelf dat hij dit seizoen wel een prijs verdiende en wel die voor degene, die in de kortste tijd de grootste vrije val op de ranglijst weet te realiseren. Maar zelf gaf hij ook al aan, dat een dergelijke prijs niet in te voeren kan zijn, "dan gaat iedereen daar op spelen"! Helaas voor Rob zette deze vrije val zich ook deze ronde door, hoewel Sheila daar nog wel de nodige moeite voor moest doen. Maar tenslotte was haar glimlach bijna vergelijkbaar met die van Ernst-Jan.

Eigenlijk te snel was het afgelopen tussen Frits van der Veeke en Wim Noordermeer. Frits gaf Wim de kans om met dame en paard zijn koningsstelling binnen te dringen, waar hij dat eigenlijk wel had kunnen verhinderen. En bij zoiets moet je een tacticus als Wim niet de vrije hand laten, dat staat bijna gelijk aan het tekenen van je eigen doodvonnis!

Wim den Heijer en Ger Croonenberg vochten hun zoveelste gezamenlijke robbertje uit. Je zou dan eigenlijk Ger toe willen schreeuwen "kijk wat langer naar je stelling", want ook nu deed hij zetten, die er in allereerste instantie leuk uitzien, die echter verslechtering van je positie inhouden als je er wat langer naar kijkt. Ook nu dus weer, hoewel het Wim wel de nodige tijd kostte om dit voldoende uit te buiten. Maar tenslotte trok hij toch aan het langste eind.

Ook een fraaie partij speelden Jannes van Halen en Frits Wilschut. Aangezien Jannes al wat ouder wordt, zelfs de nestor van de vereniging is, is zijn spel niet meer wat het vroeger is geweest, toen hij zelfs tot de Nederlandse top van probleemcomponisten hoorde. Desondanks bezorgde hij Frits de nodige problemen, die, na de bereikte remise, behoorlijk tevreden was met de opmerking van Jannes: "je hebt goed gespeeld"!

Dan de laatste partij. Al een aantal maandagen mag de ploeg van, over het algemeen, Pioniers, die een partijtje schaak spelen in de plaatselijke openbare bibliotheek, zich verheugen in de aanwezigheid van (onder anderen) "nieuweling" Leo Stelloo. Leo had zich al aan het grote Hellevoetse schaakpubliek gemeld door aan de tweede ronde van het open Hellevoetse snelschaakkampioenschap deel te nemen. Daar wist hij geen potten te breken, het was hem blijkbaar toch goed bevallen en daarom wilde hij wel eens testen wat hij in een "normale" partij zou kunnen presteren. Daarom was hij ook op een "gewone" Pionieravond op komen dagen. Over een lidmaatschap van de club wil hij nog even nadenken, wel wilde hij "vrijblijvend" een partij spelen en daarbij trof hij Sidney Noordijk. Met de nodige moeite wist hij Sidney tenslotte toch op afstand te houden en daarmee zijn eerste (?) Pionierwinst te laten noteren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten