Helaas geen verslag van de strijd van het viertal ontvangen en er zelf ook niets van gezien. Toch een poging het gevecht te beschrijven. Het leek rustig te beginnen en na ongeveer een uur spelen werd het eerste punt gescoord, helaas wel door de tegenstanders want aan bord 1 gooide teamleider Kees Breen de handdoek. Maar al snel hierna werd de stand gelijk getrokken door Julian Krabbendam aan bord 4. Volgens de geruchten in de wandelgangen had hij een keurig matnet geweven. Zie bijgaand diagram met de slotstand.
Hij werd daarvoor gefeliciteerd door - in dit geval - de tegenstandster. 1-1 dus maar te snel werd de score weer negatief voor het Pionierviertal. Want aan bord 3 wist Wilco Baartmans niet aan een nederlaag te ontsnappen en dus kwam er 1-2 op het scorebord te staan. Nu kwam het dus op Wim Noordermeer aan bord 2 neer om het verlies af te wenden. Van een afstand gezien leek hij een meerderheid qua materiaal te hebben maar daar mag je - gezien die afstand - niet op blind varen. Toch bleek die gedane constatering wel juist te zijn want even later kreeg Wim een uitgestoken hand aangereikt ten teken van zijn overwinning. Hierdoor werd de eindstand dus 2-2 zoals te zien op onderstaand wedstrijdformulier:Voor de interne competitie was Fred van Wieringen - na een langere periode van afwezigheid wegens familieomstandigheden - weer aanwezig en hij gaf daar glans aan door een aantal partijen te willen becommentariëren. Met dank daarvoor hierbij dat commentaar:
De partij tussen Frits Wilschut en Ivan Jansen was om circa 20.40 uur al afgelopen. Nadat de opening normaal was verlopen, zag Frits de aanval van Ivan met dame en toren niet. Ivan kon met de dame schaakmat geven.
De partij tussen Michiel Landman en Baris Kinis was de tweede partij, die, na circa een uur, klaar was. In de opening ging Baris in de fout door een verkeerde pionzet, waardoor Michiel met zijn paard die pion kon pakken. Hierna heerste Michiel op de dame vleugel. Nog twee pionnen en een stuk werden veroverd, waardoor de partij snel klaar was. Baris speelde de partij op zijn telefoon nog na, kijkende waar het fout was gegaan. Dan de partij tussen Jan van Huizen en Jacques Kokshoorn. Deze begon wat later omdat Jan zijn zoon Tim naar huis had gebracht. Toch was deze partij ook snel klaar. Toen ik ging kijken stond Jan een pion en een stuk voor. Circa een half uur later had Jan het klusje geklaard en won de partij.Alex van Wieringen had de zware taak om Ernst Jan Pluim Mentz goed partij te bieden. Dat lukte redelijk in de opening. Alex voerde een korte rochade uit en Ernst Jan een lange. Hierna ging Ernst Jan ten aanval en de koningsstelling van Alex stond onder druk. Ook in het centrum viel Ernst Jan aan met dame, toren en loper. Na heel lang nadenken lukte het niet om stukverlies te voorkomen. Als Ernst Jan een stuk voor komt kom je dit niet meer te boven! Zo ook bij Alex, die, na nog even verder te spelen, opgaf. Naast mij speelden Thomas Ammerlaan en Sheila de Jonge hun partij. Sheila kreeg al vroeg in de partij een sterke aanval van Thomas te verwerken. Ze kon alleen maar verdedigende zetten bedenken. Thomas zette haar nog verder onder druk, waarbij stukverlies en een schaakmat niet meer te voorkomen waren. Thomas kreeg de felicitaties.
Blijft dan de partij tussen Jan van Baardwijk en Fred van Wieringen. De opening verliep niet volgens de theorie. Fred wist te voorkomen dat Jan kon rocheren door de dames te ruilen. Echter verliep dit voor Jan gunstig. Door zijn paard op het sterke veld d5 te zetten kreeg Jan de kans om zijn torens op e1 en d1 te schuiven. Terwijl Fred, door het paard op d5, moeilijk zijn torens in het centrum kon plaatsen. Na veel geschuif met pionnen kon Fred het gevaarlijke paard afruilen, waardoor er een remise-achtige stelling ontstond. Door zetherhaling gebeurde dit ook. Beiden waren hier tevreden over.
Wat Fred niet heeft behandelt is de partij tussen Martijn van Dam en Albert Bijzitter. Hier leek Martijn het betere van het spel te krijgen, vooral gezien zijn voorsprong in materiaal. Hij wist twee pionnen buit te maken en volgens de kenners moet je dan de winst binnen kunnen halen. Maar in dit geval was niets minder waar, Martijn kwam in verdrukking dankzij zijn dame, die niet lekker kwam te staan op h5. Daar werd ze aangevallen door een loper van Albert, iets, wat Martijn over het hoofd had gezien. Een tweede nadeel van loper g4 - de zet van Albert - was dat daarmee het paard van Martijn op f3 meteen werd gepend en dit bracht hem in problemen. Het verdere verloop van de partij werd gekenmerkt door meerdere penningen door het materiaal van Albert en zo kwam de koning van Martijn in een heel moeilijke positie te staan op de tweede rij. Daar wist Albert keurig gebruik van te maken door de witte loper op e3 ook nog te pennen, waardoor hij met een toren op f2 kon inslaan en dit schaak werd de inleiding tot het matnet, waarin de koning van Martijn nu terechtkwam. Even later waren de felicitaties voor Albert.
De laatste te behandelen partij was die tussen Leo Stelloo en Bonne Faber. Leo speelde daarbij in het begin een aantal zetten met tempoverlies, hoewel Bonne daar te weinig gebruik van wist te maken. Er kwam een witte aanval op pion g7 maar die werd in de kiem gesmoord en nu kreeg Bonne een paard op f4, waar die knol werd verjaagd door een paard van Leo naar e2. Het zou sterker zijn geweest dat zwarte paard terug te spelen naar g6 om daarmee meer invloed in het centrum te krijgen, Bonne koos echter voor afruil. Nu dacht hij met het aanbieden van ruil van de zwartveldige lopers spel in het centrum te krijgen door het spelen van loper f6, maar dat viel tegen. Wel kwam er een grote afruil op e5, waarna Leo ruimte kreeg voor aanval op de koningsvleugel. Nu overschatte Bonne zijn positie grandioos en hielp met Dh6 Leo in het zadel. Leo kon nu "gratis" de aanval op de koning op h8 opzetten. Maar dat deed hij, gelukkig voor Bonne, niet op de beste manier. Bonne was bang voor de zet De2-h5 met behoorlijke matkansen, Leo wilde het waarschijnlijk te mooi doen en speelde Th7xg7+, waar eigenlijk De2-e5 de sterkste zet zou zijn geweest. Nu wreef Bonne zich in het geheim in z'n handen, hij kreeg nog een kans. Maar het was allemaal langs de rand van de afgrond en hij mocht Leo wel dankbaar zijn dat hij zijn dame niet naar e5 speelde maar naar g4, hoewel Bonne ook dan beter zou zijn komen te staan. Nu was er de ontsnappingsroute, beginnend met Kf6. Leo wilde het helemaal in stijl (zijn stijl?!) afmaken en offerde zijn tweede toren tegen een pion met het slaan op e6. Twee torens offeren tegen twee pionnen is wel heel veel van het goede! De partij eindigde met een matzet door Bonne, wat hij in eerste instantie had overzien.
Dit alles heeft een nieuwe tussenstand tot gevolg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten