Voor de laatste loting van de derde ronde voor de bekercompetitie was een afspraak gemaakt tussen Jaap Santifort en Maurits Leentvaar. Dat zou dan deze avond gebeuren. Wegens het ratingverschil tussen beiden kreeg Maurits ruim meer bedenktijd toebedeeld dan Jaap. Jaap echter is redelijk bedreven met de witte stukken als uitgangspunt. Dat liet hij Maurits dan ook duidelijk merken in de eerste partij. Hierbij probeerde Maurits wel het tegenover hem zittende ijzer te breken, hij slaagde daar niet in. Maar in de tweede partij, met zelf achter de witte stukken, wist hij een duidelijke vuist te maken en een snelschaakvervolg uit het vuur te slepen. Daarin mocht Jaap dus weer met wit beginnen en Maurits bleek in de eerste reguliere partij toch goed opgelet te hebben, hij wist deze partij te winnen. Nu dus een grote kans om naar de volgende ronde door te gaan. Maar Jaap had ook goed opgelet in zijn zwart-partij en wist de stunt van Maurits te herhalen. M.a.w., er moest nog een derde partij komen en beiden konden niet tot overeenstemming komen wat een eventueel Armageddon-vervolg betreft. Dus nog een derde snelle partij met Jaap weer aan het witte roer. Nu echter liet hij zich niet meer overbluffen en mag dus als enige tegen het Van Dam-geweld in actie komen in de halve finale.
Voor het interne gebeuren kon lijstaanvoerder Jan van Huizen een test afnemen aan "opnieuw-komer" Johan Seinen. In zijn vroegere periode bij De Pionier zaten beiden regelmatig samen in het eerste team en Jan kon dus constateren wat daar nog van over was bij Johan. Diens opstelling van z'n materiaal bleek nog goed in orde, echter, hij wilde het nog tè snel doen en liet daarbij dan een toren ongedekt staan. Daar wist Jan prima misbruik van te maken. Ook had hij eerder al de rochade van zijn tegenstander onmogelijk weten te maken, dat hoefde echter nog geen nederlaag te betekenen natuurlijk. Dat torenverlies echter wel. Jan van Dam moest het opnemen tegen Dik van der Pluijm, die dus weer een moeilijke partij kreeg te verwerken. In veel partijen is het Dik die de nodige tijd gaat gebruiken, nu echter kwam Jan als eerste steeds dichter bij het moment, dat noteren niet meer verplicht is. Daarbij had hij ook al enige schade qua materiaal opgelopen, hij kwam namelijk een kwaliteit achter te staan. Zijn verdediging bleek echter prima op orde en Dik ging ook steeds meer tijd gebruiken. Daarbij had hij op een gegeven moment de mogelijkheid tot het geven van eeuwig schaak en dus remise, Dik was daar niet tevreden mee, hij wilde meer. Was er hier dan dus sprake van "het onderste uit de kan" en "deksel op de neus"? Hoe dan ook, Jan wist de stand in zijn voordeel om te buigen en wat later het volle punt binnen te halen. Dan het duel tussen de youngsters Martijn van Dam en Thomas Ammerlaan. Thomas is de persoon van het snellere spel en het uitproberen van ideeën, Martijn probeerde daar zijn voordeel mee te doen, had echter wel wat moeite met de "fratsen" van Thomas. Toch wist hij tenslotte de overhand te krijgen en ook hij mocht weer een punt toevoegen aan zijn totaal. Het lot had Bonne Faber en Jan van Baardwijk aan elkaar gekoppeld. Daarbij was Jan de eerste, die afweek van de gangbare theorie, wat echter niet meteen nadeel voor hem betekende. De partij kabbelde rustig verder, steeds met wisselend voordeel. Toch kwam er nog een moment, waaruit Bonne voordeel had kunnen halen. Jan had namelijk een toren ongedekt op e8 te staan, beschermd door een pion, die weer een paard beschermde. Dat paard werd door twee torens aangevallen. Als het paard geslagen zou worden dan was de beste zet voor Jan geweest om met zijn dame (met schaak) op c2 te slaan. Dan zou er een afruil van zwaar materiaal gekomen zijn en Bonne zou een kwaliteit hebben gewonnen. Hij had de variant wel gezien maar te weinig voordeel weten te vinden. Het was namelijk een kwaliteit tegen een pion geworden en dan had de resterende positie meer voordeel moeten geven. Voor zover hij dat kon berekenen werd dat te weinig, dus niet gespeeld. Maar het grote rekenwonder vond het voordeel groot genoeg om er mee door te gaan. Ook Jan bleek die mening enigszins toegedaan, tenminste, hij ging die ongedekte toren voor de zekerheid een dekking geven. Enkele zetten later bood hij remise, wat door Bonne werd geaccepteerd. Uit het publiek kwam nog het voorstel om z'n f-pion op te spelen, waardoor een beetje hetzelfde kon worden bereikt als in bovenstaand geschetste variant. Het zag er leuk uit maar dit werd door genoemd rekenwonder als groter voordeel voor zwart bestempeld. Er werden deze avond twee partijen met het jeugdtempo gespeeld en één daarvan was Baris Kinis tegen Leo Stelloo. Leo is geen voorstander van het spelen met het jeugdtempo, nu schikte hij zich daar probleemloos in. Dat zal ook niet al te veel moeite hebben gekost, hij wist al vrij snel een stuk te winnen en hield die voorsprong vast totdat Baris opgaf. Ook Jacques Kokshoorn en Kees Breen speelden tegen elkaar, echter niet met het jeugdtempo!? Desondanks wist Jacques al relatief snel voordeel te krijgen en wist dat zover op te voeren dat Kees de partijpijp aan Maarten gaf ofwel het punt aan Jacques. Wel sprake van het jeugdtempo was er tussen jeugdkampioen Tim van Huizen en ouderdomsdeken Frits Wilschut. Maar Frits leek wel problemen met het tempo te hebben want al snel hoorde je hem zuchten: "Ik heb veel te snel gespeeld", wat betekende dat hij de partij had verloren. Dan Ivan Jansen, die nu de kans kreeg tegen alle andere aanwezigen te spelen, hij was namelijk oneven. Vol goede moed begon hij aan zijn opdracht maar zijn gezicht werd steeds langer. Hij wist het nog wel een poosje vol te houden maar zijn stelling werd eigenlijk steeds slechter en daarom gaf hij op zeker moment op. De laatste partij werd gespeeld tussen Wim Noordermeer en Wilco Baartmans en ook van die partij werd te weinig gezien om er terdege commentaar op te geven. Het werd tenslotte remise.
Dit alles geeft een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten