Voor deze ronde stond de eerste Van Dam-special op het programma: Martijn tegen Thijs, die elkaar al diverse keren bij de jeugd ontmoetten. Maar de vooruitgang van Thijs is wel veel groter dan die van Martijn, helaas voor laatstgenoemde. Ook in deze partij kwam dat vrij snel tot uitdrukking. Martijn wilde natuurlijk wel proberen te bewerken, dat hij de eerste zou zijn, die Thijs een halt zou kunnen toeroepen naar de continuering van zijn kampioenschap. Maar ook Martijn slaagde daar niet in, Thijs wist een betere stelling te krijgen middels zijn geliefde openingsvariant en hield dat voordeel ook vast, zodat er voor Martijn tenslotte weinig anders op zat dan de partij op te geven.
Nog een belangrijke partij voor de top van de ranglijst was die tussen Dik van der Pluijm en Bonne Faber. Maar deze partij was - in hogere zin - snel afgelopen, alleen moest de winnaar ervan wel de juiste route weten te vinden. Een belangrijke fout, die Bonne in de opening maakte was het te weinig aandacht aan de veilige positie van zijn koning te besteden. Hij vond het behoud van het materiƫle evenwicht belangrijker, waardoor Dik, vooral strategisch gezien, een sterke positie op wist te bouwen. Nu leek Bonne wakker te worden maar het was al te laat, hoewel Dik nog wel de nodige moeite ondervond zijn voordeel uit te bouwen tot een tot opgave dwingende stelling. Dat lukte pas in de fase, dat Bonne weer hoop kreeg in de fase, dat Dik niet meer hoefde te noteren. Maar de witte dame plofte, tot Bonne's verrassing, midden in zijn koningsstelling neer, wat voor hem voldoende was om op te geven. Zijn hele pionnenstelling zou verwoest raken.
Een belangrijke en uiterst interessante partij vond plaats tussen Jan van Dam en Jacques Kokshoorn. Gezien beider voorgeschiedenis werden de beste kansen aan wit toegedacht, zwart wist echter prima stand te houden. Desondanks wist Jan te bouwen aan een sterkere positie. Maar Jacques hield prima stand, hoewel hij toch wel steeds meer terug werd gedwongen. Jan kreeg open lijnen, langs de h-lijn kon hij een verzwakking afdwingen, terwijl hij ook de derde rij in bezit had. Jacques moest steeds in de verdediging en dat werd tenslotte zijn ondergang in deze partij.
Michiel Landman en Jan van Huizen waren tegen elkaar ingedeeld en daarbij leek Jan al snel aan het langste eind te gaan trekken omdat hij een sterke aanval kreeg met zijn zware materiaal, langs de g-lijn. Michiel is vaak heel aanvallend bezig, nu moest hij dus verdedigen. Maar dat bleek hem ook goed af te kunnen gaan want een aantal zetten later leek hij goede kansen op remise te krijgen. Toch kon Jan tenslotte zijn winstmogelijkheden goed gaan uitbouwen middels een pionnenaanval met een aantal door het centrale deel van het speelveld. Daar bleek voor Michiel geen verdediging meer tegen mogelijk.
Als laatsten ditmaal aandacht voor Wim Noordermeer en Kees Breen. Hier leek Wim op een gegeven moment een mooie aanval opgezet te hebben met de hem eigen manier van spelen. Maar Kees vond, na lang nadenken, een oplossing door een toren op een kruispunt in het centrum te plaatsen. Daarmee viel hij tegelijkertijd Wim's dame en zijn in de aanval zijnde toren aan. De enige manier voor Wim om hier iets tegen te doen, was de ruil van die torens. Maar Kees stond op het genoemde moment a; een stuk voor en die voorsprong werd steeds belangrijker. Hij wist Wim in een hoekje te duwen en hem daar met mat in een paar zetten de dreigen. Wim wachtte daar niet op maar gaf op.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten