Herfstvakantie en nazomer. Eigenlijk twee feiten, die bezoek aan een schaakvereniging benadelen. Ook bij De Pionier was de opkomst niet de grootste, toch konden er een aantal interne partijen worden gespeeld en ook vond de bekercompetitie weer voortgang.
Door die herfstvakantie wist Ricardo Klepke gelegenheid te vinden om z'n eerste ronde partij tegen Alex van Wieringen te spelen. Voor Alex was dat eigenlijk minder goed nieuws, hij had misschien gehoopt, dat Ricardo er geen tijd voor zou weten te vinden. Maar dat gebeurde wel en zo werd er in de eerste partij goede tegenstand geleverd door Alex, maar in een dubbel toreneindspel moest hij tenslotte wel het onderspit delven. Eigenlijk weinig hoop meer dus op een goed vervolg, je weet echter maar nooit! Maar ook de tweede partij ging verloren voor Alex en zo ging Ricardo door naar de tweede ronde.
In de interne competitie was de toppartij die tussen Sheila de Jonge en Ronald van Velzen en dat had misschien te maken met dat tweede feit, die nazomer, waardoor de bovenste vier van de ranglijst verstek lieten gaan. Maar Sheila en Ronald maakten er een fraaie avond van, hoewel Sheila op een gegeven moment wel een voorsprong in materiaal wist te krijgen, vooral omdat een loper van Ronald op zeker moment geen kant meer uit kon en dus verloren ging. Maar Ronald bood krachtige weerstand en kon dreigend met twee torens in de aanval gaan. Daar wist Sheila toch nog weg mee en zo wist ze, na een lang en hard gevecht, de partij te winnen.
De verassing van de avond kwam eigenlijk in de partij tussen Leo Stelloo en Jan van Huizen. Daarin wist Leo op een gegeven moment materiële voorsprong te krijgen. Maar Jan kwam heel sterk opzetten langs de a-lijn, waar hij een pion op kon laten marcheren tot a2, gedekt door een loper op b1, een toren op a8 en de dame op e5. Maar Leo viel die pion ook aan met de toren op a1 en de dame op b2. Een dynamisch evenwicht derhalve. Maar toen het Leo lukte ook een loper op duie pion gericht te krijgen was dat evenwicht verbroken en het voordeel voor Jan verdwenen. Jan hield aan dit deel een toren over, terwijl Leo nog een paard en een loper had, gecombineerd met een ver opgerukte pion op b6 (gestopt door jan's pion op b7) en gedekt door de loper op c5. Jan liet zijn toren om deze stelling heen cirkelen, terwijl z'n koning die toren probeerde te ondersteunen. Voor Leo werd het een kwestie om zijn bedenktijd goed in de gaten te houden en uiteindelijk slaagde hij er, ondanks zijn steeds krapper wordende bedenktijd, de pion op b7 te veroveren en daarna duurde het niet zo lang meer. Met een diepe zucht nam Leo de felicitaties in ontvangst na deze memorabele overwinning.
Lange tijd hing er ook een verrassing in de lucht in de partij tussen Albert Schaefer en Ad van der Ree. Albert wist een kwaliteit voor te komen maar hij wist dat voordeel onvoldoende tot gelding te brengen. Ad ging beheerst op zoek naar mogelijkheden om zijn positie te verbeteren en kreeg die wat later ook toen Albert een toren foutief op b4 plaatste, waar deze combinatoir kon worden aangevallen door Ad's loper. Met sterk spel wist Albert zich nog uit deze problemen te worstelen, Ad kwam echter met dame en toren zijn koningspositie binnengedrongen. Daar wist Albert tenslotte geen afdoende oplossing voor te vinden. Maar met opgeheven hoofd kon hij even later zijn verlies accepteren.
Helaas was er weer een oneven aantal spelers naar de clubavond gekomen en daardoor werd Martijn van Dam in de gelegenheid gesteld een partij tegen de andere aanwezigen te spelen. In het middenspel draaide de partij enige tijd om penningen van een loper van Martijn en een paard van De Pionier. Met vereende krachten wisten de Pioniers dit op te lossen. In de resterende stelling had Martijn wel een pion meer en kon er nog eentje bij verdienen. Hij koos er echter voor op dameruil te gaan spelen, waar niet op in werd gegaan. Nu werd de dame van Martijn een beetje opgejaagd maar er kwam een plotseling einde aan de partij toen die dame werd aangevallen door een toren en die aanvallende toren ondoordacht op het veld, dat de dame zojuist had verlaten, werd geplaatst. Daar stond de toren ongedekt en met een toren achterstand werd de partij door De Pionier opgegeven.
Lisanne van Huizen kreeg een moeilijke tegenstander voorgeschoteld in Bonne Faber. Maar ze kweet zich in eerste instantie prima van deze taak en kreeg zelfs een pion in haar schoot geworpen door een fout van Bonne. Maar dat vond ze blijkbaar te gek en gaf even later die pion weer terug. Wat later kon Bonne een stuk winnen door een zeer tijdelijk dameoffer, gevolgd door een familieschaak maar hij koos er voor de dame op te jagen. Lisanne dacht nu een stuk te winnen, daarbij over het hoofd ziend dat dit niet lukte door een tussenschaak. Hierdoor won niet Lisanne een stuk maar was het Bonne aan wie dit lukte. Nu zakte Lisanne's stelling in elkaar als een soort plumpudding maar Bonne moest wel op zoek naar een mat. Dat lukte tenslotte ook.
Ook een dynamisch evenwicht ontstond tussen Fred van Wieringen en Jan van Baardwijk. Middels een aantal afruilen ontstond een stelling met voor beiden een (gelijk) aantal pionnen en paard en toren. Maar de koning van Fred stond sterker in het centrum, terwijl die van Jan zich pas op de voorlaatste rij bevond. Hier wist Jan niet de beste zetten te vinden en zo besliste tenslotte die koning van Fred de partij en bleef er voor jan niets anders over dan Fred daarmee te feliciteren.
Frits Wilschut kreeg te maken met Casper Verbeek en Frits ging daarbij fris in de aanval. Casper wist dat echter voldoende op te vangen, kreeg echter wel een pionnenmeerderheid op zijn damevleugel te verwerken. Maar beiden zagen niet zozeer de kans om dit uit te spelen en zodoende werd er remise aangeboden en geaccepteerd.
Tenslotte was er dan nog een partij tussen Peter van Herp en Wim Noordermeer. Daarin was er toch een verschil in speelsterkte en dat kwam ook vrij duidelijk naar voren. Dit betekende dan dat Wim de partij kon winnen.
De nieuwe tussenstand.
De verassing van de avond kwam eigenlijk in de partij tussen Leo Stelloo en Jan van Huizen. Daarin wist Leo op een gegeven moment materiële voorsprong te krijgen. Maar Jan kwam heel sterk opzetten langs de a-lijn, waar hij een pion op kon laten marcheren tot a2, gedekt door een loper op b1, een toren op a8 en de dame op e5. Maar Leo viel die pion ook aan met de toren op a1 en de dame op b2. Een dynamisch evenwicht derhalve. Maar toen het Leo lukte ook een loper op duie pion gericht te krijgen was dat evenwicht verbroken en het voordeel voor Jan verdwenen. Jan hield aan dit deel een toren over, terwijl Leo nog een paard en een loper had, gecombineerd met een ver opgerukte pion op b6 (gestopt door jan's pion op b7) en gedekt door de loper op c5. Jan liet zijn toren om deze stelling heen cirkelen, terwijl z'n koning die toren probeerde te ondersteunen. Voor Leo werd het een kwestie om zijn bedenktijd goed in de gaten te houden en uiteindelijk slaagde hij er, ondanks zijn steeds krapper wordende bedenktijd, de pion op b7 te veroveren en daarna duurde het niet zo lang meer. Met een diepe zucht nam Leo de felicitaties in ontvangst na deze memorabele overwinning.
Lange tijd hing er ook een verrassing in de lucht in de partij tussen Albert Schaefer en Ad van der Ree. Albert wist een kwaliteit voor te komen maar hij wist dat voordeel onvoldoende tot gelding te brengen. Ad ging beheerst op zoek naar mogelijkheden om zijn positie te verbeteren en kreeg die wat later ook toen Albert een toren foutief op b4 plaatste, waar deze combinatoir kon worden aangevallen door Ad's loper. Met sterk spel wist Albert zich nog uit deze problemen te worstelen, Ad kwam echter met dame en toren zijn koningspositie binnengedrongen. Daar wist Albert tenslotte geen afdoende oplossing voor te vinden. Maar met opgeheven hoofd kon hij even later zijn verlies accepteren.
Helaas was er weer een oneven aantal spelers naar de clubavond gekomen en daardoor werd Martijn van Dam in de gelegenheid gesteld een partij tegen de andere aanwezigen te spelen. In het middenspel draaide de partij enige tijd om penningen van een loper van Martijn en een paard van De Pionier. Met vereende krachten wisten de Pioniers dit op te lossen. In de resterende stelling had Martijn wel een pion meer en kon er nog eentje bij verdienen. Hij koos er echter voor op dameruil te gaan spelen, waar niet op in werd gegaan. Nu werd de dame van Martijn een beetje opgejaagd maar er kwam een plotseling einde aan de partij toen die dame werd aangevallen door een toren en die aanvallende toren ondoordacht op het veld, dat de dame zojuist had verlaten, werd geplaatst. Daar stond de toren ongedekt en met een toren achterstand werd de partij door De Pionier opgegeven.
Lisanne van Huizen kreeg een moeilijke tegenstander voorgeschoteld in Bonne Faber. Maar ze kweet zich in eerste instantie prima van deze taak en kreeg zelfs een pion in haar schoot geworpen door een fout van Bonne. Maar dat vond ze blijkbaar te gek en gaf even later die pion weer terug. Wat later kon Bonne een stuk winnen door een zeer tijdelijk dameoffer, gevolgd door een familieschaak maar hij koos er voor de dame op te jagen. Lisanne dacht nu een stuk te winnen, daarbij over het hoofd ziend dat dit niet lukte door een tussenschaak. Hierdoor won niet Lisanne een stuk maar was het Bonne aan wie dit lukte. Nu zakte Lisanne's stelling in elkaar als een soort plumpudding maar Bonne moest wel op zoek naar een mat. Dat lukte tenslotte ook.
Ook een dynamisch evenwicht ontstond tussen Fred van Wieringen en Jan van Baardwijk. Middels een aantal afruilen ontstond een stelling met voor beiden een (gelijk) aantal pionnen en paard en toren. Maar de koning van Fred stond sterker in het centrum, terwijl die van Jan zich pas op de voorlaatste rij bevond. Hier wist Jan niet de beste zetten te vinden en zo besliste tenslotte die koning van Fred de partij en bleef er voor jan niets anders over dan Fred daarmee te feliciteren.
Frits Wilschut kreeg te maken met Casper Verbeek en Frits ging daarbij fris in de aanval. Casper wist dat echter voldoende op te vangen, kreeg echter wel een pionnenmeerderheid op zijn damevleugel te verwerken. Maar beiden zagen niet zozeer de kans om dit uit te spelen en zodoende werd er remise aangeboden en geaccepteerd.
Tenslotte was er dan nog een partij tussen Peter van Herp en Wim Noordermeer. Daarin was er toch een verschil in speelsterkte en dat kwam ook vrij duidelijk naar voren. Dit betekende dan dat Wim de partij kon winnen.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten