Het externe seizoen is (althans voor De Pionier) nu helemaal voorbij. Het was nog een hele zaak voor zeker de spelers, je krijgt immers niet zo vaak een kampioen op bezoek! Voor de verdere interne zaken worden de verschillende groepskampioenschappen overigens steeds belangrijker met het vorderen van het seizoen.
Mooi op tijd kon de strijd, met "slechts" de eer als inzet, van start gaan, onder leiding van wedstrijdleider Sheila de Jonge. Eigenlijk ging het gevecht voor een groot deel supersnel zodat er nauwelijks iets van werd gezien!? Toen daar de mogelijkheid voor was bleek het al 2-1 te staan, in het voordeel van het Pionierviertal! Want zowel teamleider Leo Stelloo (bord 2) als "vierde man" Albert Schaefer (bord 4) bleken toen al gewonnen te hebben, helaas zonder enig commentaar daarop te kunnen geven. Datzelfde geld ook voor Wim Noordermeer, spelend aan bord 3. Wim had helaas verloren.
Wel kon er nog weven worden gekeken naar de strijd aan bord 1, waar invaller Martijn van Dam (vaste kracht Jan van Baardwijk was helaas verhinderd door een griepvirus) mocht proberen genoemde Jan te doen vergeten. Dat lukte hem redelijk, hoewel hij daarvoor wel een groot deel van de avond nodig had. Op zeker moment (toen stond die 2-1 stand al op het wedstrijdformulier) had hij een gelijke stand weten te bereiken (beiden hadden een vrijpion gekregen, aangevallen door een vijandelijke toren) en dat bracht Martijn er toe om remise aan te bieden. Uiteraard wilde de speler van Ashtapada nog even doorspelen (accepteren zou immers wedstrijdverlies betekenen), zijn kansen op meer leken echter minimaal. Der vrijpionnen waren inmiddels geëlimineerd en Martijn had, als enige nadeel, een dubbelpion op de f-lijn gekregen. Dat was voor de Hoogvlieter voldoende om nog even te proberen er meer uit te halen dan remise. Dat was eigenlijk onmogelijk en dat wist Martijn ook prima te bewijzen, waardoor de eindstand 2½-1½ werd in het voordeel van het Pionierviertal dus, waarmee ze dus hun seizoen goedmaakten met winst op de kampioen!
Het wedstrijdformulier van Sheila zag er zo uit:
Met deze uitslag kon het Pionierviertal terugzien op een redelijk geslaagd seizoen, hoewel er daar wel twee nederlagen met liefst 0-4 (dus alle partijen verloren) bij hoorden. Winst op de kampioen maakte dat allemaal weer goed!?
Kijken we dan nu naar de interne competitie. Daar worden dan de groepskampioenschappen wel steeds belangrijker. Degenen, die daarvoor in aanmerking komen (sla er de actuele ranglijst maar op na) moeten dan wel rekening houden met het eerste vereiste daarvoor (het bezetten van de eerste plaats komt daarbij op de tweede plaats!) en dat is dat hij/zij minimaal 15 partijen moet hebben gespeeld. Daar mogen overigens de voor de bekercompetitie gespeelde ronden bij worden opgeteld.
Rik Verheij mocht deze ronde lijstaanvoerder Jan van Dam proberen een kopje kleiner te maken. Dat wilde niet helemaal lukken, hoewel hij het door de dame van Jan gevaarlijk binnenvallen in zijn stelling goed wist te pareren. Daar leek Jan een pion bij te winnen, dat bleek goed door Rik te kunnen worden opgelost. Zo kwam er tenslotte een dame-eindspel op het bord waarin beiden slechts minimale kansen wisten te vinden en zo werd tot remise besloten.
Dat was natuurlijk een kolfje naar de hand van de eerste achtervolger voor het kampioenschap, Jan van Huizen, die met zwart tegen Sheila de Jonge moest optornen. Daar was hij eigenlijk vrij snel mee klaar en hij wist dus opnieuw een punt aan zijn totaal toe te voegen.
Thijs van Dam weet in zijn eerste seizoen bij de senioren best de aandacht op zich te vestigen. Hij gaat binnenkort de finale van de bekercompetitie spelen tegen voorzitter Fred van Wieringen en hij staat momenteel ook op de eerste plaats in groep 3. Een prima voortzetting van een voor hem hopelijk glanzende schaakcarrière! In deze ronde kreeg hij Wim van Schie tegenover zich en ook Wim wist Thijs niet af te stoppen en moest al redelijk vroeg op de avond de handdoek in de ring gooien.
Bonne Faber kreeg een kwaaie tegenstander aan Ronald van Velzen en mocht zich bijzonder gelukkig prijzen dat Ronald bepaalde zetten/mogelijkheden overzag. De eerste slordigheid van Bonne was de paardenafruil op c6, waardoor de b-lijn half open raakte. Dan wordt het spelen van de lange rochade (wat Bonne dus even later deed) toch wel een linke kwestie. Dat bleek ook zo te gaan in deze partij, waar Ronald groot voordeel had kunnen halen met het - op dat moment - dameoffer Da3. Was dat offer namelijk aangenomen, dan was er binnen enkele zetten mat gevolgd. Ook het niet aannemen had kwalijke gevolgen kunnen hebben. Maar Ronald bleek andere plannen gemaakt te hebben en ging dreigen richting a2. Om die dreiging te pareren speelde Bonne b3, waarna de zwarte dame toch op a3 belandde. Nu nam Ronald een grotesk besluit door zijn beide torens te offeren voor elk een pion! Hierdoor kwam Bonne's koning helemaal in zijn blootje te staan, daarvoor stond hij echter wel twee torens vòòr. Nu werd de zwartveldige loper foutief door Ronald gebruikt want in plaats van deze te gebruiken voor het geven van schaak via de koningsvleugel, ruilde hij deze af tegen zijn witte soortgenoot. Nu kreeg Bonne's koning een mars naar de koningsvleugel te verwerken, waar Ronald er misschien nog een remise uit had kunnen slepen. Maar hij wilde (nog steeds) meer en zodoende kreeg Bonne de gelegenheid via schaakjes de nog aanwezige loper en de dame te ruilen. Met dan twee torens voorsprong in een pionneneindspel was het, zelfs voor Bonne, geen probleem meer om de partij te winnen, wat dan ook gebeurde.
Tenslotte was er dan nog de partij tussen Arie Bliek en Casper Verbeek. Daarin wist Casper op een gegeven moment mooi een kwaliteitsoffer te plegen, waardoor hij de mogelijkheid kreeg tot het tot dame laten promoveren van z'n f-pion. Daarbij had Arie nog de mogelijkheid gehad om die kwaliteit niet aan te nemen maar in plaats daarvan zijn torens gevaarlijk te verdubbelen op de voorlaatste rij. Maar ook dat zou, bij goed spel, ook geleid hebben tot verlies, wat nu dan ook gebeurde.
De nieuwe tussenstand.
Wel kon er nog weven worden gekeken naar de strijd aan bord 1, waar invaller Martijn van Dam (vaste kracht Jan van Baardwijk was helaas verhinderd door een griepvirus) mocht proberen genoemde Jan te doen vergeten. Dat lukte hem redelijk, hoewel hij daarvoor wel een groot deel van de avond nodig had. Op zeker moment (toen stond die 2-1 stand al op het wedstrijdformulier) had hij een gelijke stand weten te bereiken (beiden hadden een vrijpion gekregen, aangevallen door een vijandelijke toren) en dat bracht Martijn er toe om remise aan te bieden. Uiteraard wilde de speler van Ashtapada nog even doorspelen (accepteren zou immers wedstrijdverlies betekenen), zijn kansen op meer leken echter minimaal. Der vrijpionnen waren inmiddels geëlimineerd en Martijn had, als enige nadeel, een dubbelpion op de f-lijn gekregen. Dat was voor de Hoogvlieter voldoende om nog even te proberen er meer uit te halen dan remise. Dat was eigenlijk onmogelijk en dat wist Martijn ook prima te bewijzen, waardoor de eindstand 2½-1½ werd in het voordeel van het Pionierviertal dus, waarmee ze dus hun seizoen goedmaakten met winst op de kampioen!
Het wedstrijdformulier van Sheila zag er zo uit:
De Pionier V1 | 1393 | - | Ashtapada V1 | 1322 | 2½-1½ | |
1 | Martijn van Dam | 1477 | - | Dennis Barendrecht | 1509 | ½-½ |
2 | Leo Stelloo | 1453 | - | Peter de Koning | 1455 | 1-0 |
3 | Wim Noordermeer | 1369 | - | Daan van Mourik | 1318 | 0-1 |
4 | Albert Schaefer | 1273 | - | Christian Hemmes | 1007 | 1-0 |
Kijken we dan nu naar de interne competitie. Daar worden dan de groepskampioenschappen wel steeds belangrijker. Degenen, die daarvoor in aanmerking komen (sla er de actuele ranglijst maar op na) moeten dan wel rekening houden met het eerste vereiste daarvoor (het bezetten van de eerste plaats komt daarbij op de tweede plaats!) en dat is dat hij/zij minimaal 15 partijen moet hebben gespeeld. Daar mogen overigens de voor de bekercompetitie gespeelde ronden bij worden opgeteld.
Rik Verheij mocht deze ronde lijstaanvoerder Jan van Dam proberen een kopje kleiner te maken. Dat wilde niet helemaal lukken, hoewel hij het door de dame van Jan gevaarlijk binnenvallen in zijn stelling goed wist te pareren. Daar leek Jan een pion bij te winnen, dat bleek goed door Rik te kunnen worden opgelost. Zo kwam er tenslotte een dame-eindspel op het bord waarin beiden slechts minimale kansen wisten te vinden en zo werd tot remise besloten.
Dat was natuurlijk een kolfje naar de hand van de eerste achtervolger voor het kampioenschap, Jan van Huizen, die met zwart tegen Sheila de Jonge moest optornen. Daar was hij eigenlijk vrij snel mee klaar en hij wist dus opnieuw een punt aan zijn totaal toe te voegen.
Thijs van Dam weet in zijn eerste seizoen bij de senioren best de aandacht op zich te vestigen. Hij gaat binnenkort de finale van de bekercompetitie spelen tegen voorzitter Fred van Wieringen en hij staat momenteel ook op de eerste plaats in groep 3. Een prima voortzetting van een voor hem hopelijk glanzende schaakcarrière! In deze ronde kreeg hij Wim van Schie tegenover zich en ook Wim wist Thijs niet af te stoppen en moest al redelijk vroeg op de avond de handdoek in de ring gooien.
Bonne Faber kreeg een kwaaie tegenstander aan Ronald van Velzen en mocht zich bijzonder gelukkig prijzen dat Ronald bepaalde zetten/mogelijkheden overzag. De eerste slordigheid van Bonne was de paardenafruil op c6, waardoor de b-lijn half open raakte. Dan wordt het spelen van de lange rochade (wat Bonne dus even later deed) toch wel een linke kwestie. Dat bleek ook zo te gaan in deze partij, waar Ronald groot voordeel had kunnen halen met het - op dat moment - dameoffer Da3. Was dat offer namelijk aangenomen, dan was er binnen enkele zetten mat gevolgd. Ook het niet aannemen had kwalijke gevolgen kunnen hebben. Maar Ronald bleek andere plannen gemaakt te hebben en ging dreigen richting a2. Om die dreiging te pareren speelde Bonne b3, waarna de zwarte dame toch op a3 belandde. Nu nam Ronald een grotesk besluit door zijn beide torens te offeren voor elk een pion! Hierdoor kwam Bonne's koning helemaal in zijn blootje te staan, daarvoor stond hij echter wel twee torens vòòr. Nu werd de zwartveldige loper foutief door Ronald gebruikt want in plaats van deze te gebruiken voor het geven van schaak via de koningsvleugel, ruilde hij deze af tegen zijn witte soortgenoot. Nu kreeg Bonne's koning een mars naar de koningsvleugel te verwerken, waar Ronald er misschien nog een remise uit had kunnen slepen. Maar hij wilde (nog steeds) meer en zodoende kreeg Bonne de gelegenheid via schaakjes de nog aanwezige loper en de dame te ruilen. Met dan twee torens voorsprong in een pionneneindspel was het, zelfs voor Bonne, geen probleem meer om de partij te winnen, wat dan ook gebeurde.
Tenslotte was er dan nog de partij tussen Arie Bliek en Casper Verbeek. Daarin wist Casper op een gegeven moment mooi een kwaliteitsoffer te plegen, waardoor hij de mogelijkheid kreeg tot het tot dame laten promoveren van z'n f-pion. Daarbij had Arie nog de mogelijkheid gehad om die kwaliteit niet aan te nemen maar in plaats daarvan zijn torens gevaarlijk te verdubbelen op de voorlaatste rij. Maar ook dat zou, bij goed spel, ook geleid hebben tot verlies, wat nu dan ook gebeurde.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten