De laatste wedstrijd van het seizoen en helaas kon het Pionierteam maar met 7 man aantreden, Wim Albus had moeten afzeggen. Het team had nog een klein kansje op promotie, zou dat desondanks toch nog kunnen lukken?
Met 7 man aantreden betekent al direct een 1-0 achterstand. Maar die achterstand werd eigenlijk al vrij snel weer goedgemaakt, aan bord 8 vond Tim Albus dat hij wat had goed te maken wegens de afwezigheid van zijn vader (z'n moeder was net weer thuisgekomen uit het ziekenhuis). Zoals we intussen van hem gewend zijn schoot hij als het ware op alles wat bewoog. Hij had tevoren beloofd zijn zetten wat beter te overdenken, wat ook wel gebeurde. Toch ging het eigenlijk nog te snel want zijn tegenstander kreeg een gevaarlijke aanval met dame en loper, terwijl die dame ook door een toren werd ondersteund. Maar Tim kon de vijandelijke koning het open veld in jagen, hoewel een eigen toren daar nog een stokje voor stak. Waar hij die toren beter terug had kunnen trekken in de eigen gelederen speelde hij hem naar die open lijn, waar hij dus ook werd geslagen. Toch wist Tim zijn plannetje, om de witte koning in het centrum mat te zetten, uit te voeren en kwam er dus een 1-1 stand op het bord te staan.
Hierna ging het eventjes gelijk op in het gevecht, qua uitslagen. Eerst moest Frits Wilschut het hoofd buigen aan bord 6. Hier werd al het officieren-materiaal afgeruild en moest het gevecht met "slechts" pionnen worden gevochten. Daar bleek Frits net iets minder kaas van gegeten te hebben dan zijn tegenstander en zo ontstond de eerste èchte nederlaag voor het Pionierteam.
Maar opnieuw werd dit rap weer tenietgedaan, nu door Frits van der Veeke aan bord 5. Hier werd druk gezet waar dat nodig leek en het gevolg was dan ook, dat Frits - met enig nadenkwerk, dat wel - het volgende punt binnenbracht.
Nu kwam er een voorsprong voor de Pioniers, dankzij Albert Schaefer aan bord 7. Albert wist al redelijk snel een betere stelling op te bouwen, alleen moest hij wel op blijven letten op tijd zijn bedenktijd te stoppen, dat wil hij namelijk nog wel eens vergeten. Maar daar zijn er meer van .......! Hoe Albert het fikste is niet goed duidelijk, wel stond er plotseling een winstpunt achter zijn naam.
Ook nu werd de stand weer gelijkgetrokken want aan bord 3 had Jan van Baardwijk zijn betere stelling niet weten te verzilveren. Hij had eerst een pion weten te winnen, hoewel hij zich daarbij wel moeilijkheden op de hals haalde middels penningen richting zijn koning. Gelukkig wist hij die problemen later wel weer te overwinnen. Maar op zeker moment overzag hij het verlies van een kwaliteit en dat kon zijn stelling tenslotte niet verdragen. Nog een verliespartij dus.
Maar opnieuw werd een punt binnengebracht, nu door Bonne Faber aan bord 2. Maar dat ging ook niet zonder slag of stoot, vooral in de opening, waar Bonne eigenlijk helemaal niet goed uit kwam. Maar gelukkig voor hem zag zijn tegenstander het niet. Als hij op zet 8 een centrumpion had opgespeeld i.p.v. het gespeelde a4 dan was het moeilijk geworden voor Bonne. Nu kon dat lek worden gedicht en toen een aantal zetten later (inmiddels was die a-pion van het bord verdwenen) die centrumpion toch werd opgespeeld was er een goed vluchtveld voor het aangevallen paard, zelfs voordelig voor Bonne. Hierbij werd de witte h-pion ook opgespeeld en deze kon even later ook in het doosje worden "bijgelegd". Nadat de Barendrechter (onnodig) ook nog een derde pion weggaf was het - technisch gezien - einde verhaal. Maar techniek en het Fischer-tempo willen elkaar nog wel eens in de wielen rijden. Zo werd het tijdsverschil tussen beiden, dat op een gegeven moment rond een heel uur lag, vermindert tot rond een half uur. De witspeler ging met z'n koning naar veld a2 (a1 kon niet, Bonne had een loper op die diagonaal staan) en gaf z'n laatste stuk (een paard) weg. Pionnen had hij ook niet meer, pat werd z'n doel. Maar gelukkig bleef Bonne scherp genoeg om te zien dat hij zeker niet tot dame of toren moest promoveren en haalde een paard, met direct schaak. Dat was voor de witspeler meteen het sein om op te geven.
Nu stond het dus 3-4 in het voordeel van De Pionier 3. Aan bord 4 had teamleider Leo Stelloo een mooie stelling in het leven geroepen en daarmee leek ook hij op een overwinning af te gaan stevenen. Maar dat bleek toch niet zo makkelijk en de partij raakte in een spannende eindspelfase. Helaas voor Leo was het zijn tegenstander gelukt om zich te ontworstelen aan de druk en zelfs een stuk te winnen. Winst voor hem werd dus steeds minder ondenkbaar. Hij plaatste zijn dame zo, dat de dames geruild konden worden en dat had Leo misschien nog wel het beste kunnen doen in de hoop op misschien een remise. Leo had nog een dikke 3 minuten over en zijn tegenstander rond één minuut. Maar - na een groot deel van zijn bedenktijd opgebruikt te hebben gaf Leo schaak en ontdekte, dat deze weg kansloos was om te winnen. Dus weer terug naar het veld voor een dameruil. Nu was echter zijn tegenstander aan zet en die voelde weinig voor dameruil. Maar even later kon het toch geforceerd worden, hoewel het stuk achterstand geen hoop meer gaf voor Leo. Het werd zelfs nog erger, er kon een vrijpion worden geforceerd en deze pion liep naar dame. Nu stond Leo dus een stuk plus een dame achter en hij verzonk in diep gepeins. Z'n tegenstander zat dat zo eens aan te kijken en keek ook om zich heen met een blijk in z'n ogen van "waarom geeft die man niet op?". En Leo bleef maar in die denktank zitten, terwijl zo ongeveer iedereen, die toekeek had gezien waarom, behalve zijn tegenstander. Hij had namelijk die pion laten promoveren en "dame" gezegd (waarbij Leo nog zo behulpzaam was geweest een - witte - dame op het desbetreffende veld te plaatsen) maar WAS VERGETEN ZIJN KLOK TE STOPPEN!! Lijkt wel logisch, als iemand in een dergelijk geval zo lang nadenkt om dan eens goed te kijken waarom eigenlijk. Hier dus niet en Barendrecht was te klein op het moment, dat Leo z'n tegenstander wees op het feit dat zijn vlag was gevallen. De term "onsportief" was eigenlijk het zwakste, dat Leo's richting op kwam. Maar is zoiets ook onsportief? Je kunt je afvragen bij iets dergelijks wat anders het nut van een klok erbij is. Het staat in de reglementen, waarmee iedereen - door te gaan spelen - akkoord gaat. En als die klok dan - eigenlijk op welke manier dan ook - beslissend is voor de uitslag wordt de term "onsportief" gebruikt.
Nu werd dus de eindstand 3-5 bereikt en zou De Pionier 3 theoretisch gezien nog kans hebben op de derde promotieplek in de groep. Maar dan zou de concurrent (Nieuwerkerk a.d.IJssel 3) maximaal een gelijkspel hebben mogen halen bij SOF/DZP 4. Maar ze hebben met 2-6 gewonnen, promotie dus voor PASCAL 2, CSV 4 en Nieuwerkerk a.d.IJssel 3 met onze felicitaties! De Pionier 1 was een week eerder behulpzaam geweest voor SOF/DZP 1 m.b.t. het behalen van een kampioenschap, hun "kleine broertjes" wisten dit dus niet terug te betalen.
Overigens, het wedstrijdformulier zag er aldus uit:
Barendr./IJsselm.4 | 1248 | - | De Pionier 3 | 1380 | 3-5 | |
1 | Meindert de Neef | 1419 | - | s.n.o. | 1-0 | |
2 | Marcel Wijnen | 1441 | - | Bonne Faber | 1570 | 0-1 |
3 | Pieter Kwekkeboom | - | Jan van Baardwijk | 1417 | 1-0 | |
4 | Roel de Hoop | 1311 | - | Leo Stelloo | 1421 | 0-1 |
5 | Arjo van Dijk | 1370 | - | Frits van der Veeke | 1328 | 0-1 |
6 | Herman Oomens | 1032 | - | Frits Wilschut | 1278 | 1-0 |
7 | Jan van Vlijmen | 1303 | - | Albert Schaefer | 1264 | 0-1 |
8 | Stefan Wijnbelt | 859 | - | Tim Albus | 0-1 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten