Het seizoen is bijna afgelopen en nu was er de gelegenheid om de bekerfinale te spelen. Maar, naast deze belangrijke gebeurtenis werden ook nog een aantal meer of minder leuke partijen (voor de verliezers dan, wel te verstaan) gespeeld in de interne competitie.
Voor die bekerfinale hadden Jan van Dam en Ernst-Jan Pluim Mentz zich geplaatst. In de eerste ronde had Ernst-Jan een bye gehad en daarna had hij achtereenvolgens Alex van Wieringen, Ad van der Ree en Ben Blakmoor uitgeschakeld. Jan had zich alle ronden moeten plaatsen en wel via winst op Frits Wilschut, Bonne Faber, Wim Noordermeer en Rik Verheij. Nu mocht hij dan zijn krachten meten middels op z'n minst twee rapidpartijen (bedenktijd voor beiden 45 minuten per partij) met de al tot clubkampioen en snelschaakkampioen gekroonde Ernst-Jan. Het mag uiteraard verwacht worden, dat Jan zijn uiterste best zou doen, zelfs dat bleek echter nog niet genoeg voor de eerste partij, waarin hij de witten aanvoerde. Nu werd het dus als het ware een alles-of-niets strijd voor hem in de tweede partij. Ook daarin leken beide kemphanen elkaar goed in evenwicht te houden en ging het een zaak worden van het eindspel, in dit geval voor beiden een paard en 4 pionnen. De klok leek ook zijn woordje mee te gaan spreken, in dit geval toch wel in het voordeel van Ernst-Jan. Jan wist middels een schaakje een bres te slaan in de verbonden pionnen van zijn tegenstander en deze gebruikte zo ongeveer zijn gehele voorsprong in tijd om de goede zet te vinden. Of dat ook inderdaad de beste zet was is niet bekend, wel dat hij afdoende bleek om remise te forceren en daarmee het bekerkampioenschap voor Ernst-Jan.
In de interne competitie speelde Bonne Faber tegen Jan van Baardwijk en al snel werd hier afgeweken van de bekende gebaande theoretische paden. Daar leek Jan de meeste moeite mee te hebben, wat een beetje bleek uit tempoverliezen, die hij voor lief nam. Zo speelde hij bijv. zijn dame van d8 naar c7 en een zet later, toen die dame via Lf4 werd aangevallen weer terug naar d8, waar het tussenplaatsen van z'n loper op d6 beter geweest zou zijn. Hierdoor kon Bonne paarden ruilen op f6 en een batterij van loper en dame opzetten op de diagonaal b1-h7. Als extra voordeel kwam daar nog een paard op e5 bij en toen Jan g7-g6 speelde leek het pleit beslecht. Inderdaad speelde Bonne Pxg6 en na fxg6 was het, middels Dxg6+ tenslotte mat in 5. Dat liet Jan zich niet helemaal bewijzen, nadat hij al minstens het geofferde stuk terug diende te geven gaf hij ook op.
Tegen Jan van Huizen liet Sheila de Jonge zien, dat ze de laatste weken in bloedvorm steekt, vooral in Pionierkringen! Op een gegeven moment moest ze kiezen tussen het slaan van een door een gepende - en dus slecht verdedigende - pion gedekt paard met daarbij voor Jan mogelijke kwaliteitswinst en die toren redden zonder aanvalscompensatie. Ze koos dus voor het paard en dat bleek eigenlijk wel de juiste keuze want een aantal zetten later had ze Jan zover dat deze haar feliciteerde met een uitstekend gespeelde partij.
Heel vreemd ging het eigenlijk tussen Wim Noordermeer en Ben Blakmoor. Niet zozeer dat ze bepaalde regels gingen overtreden of iets dergelijks maar Ben kwam op een gegeven moment een stuk voor te staan en liet zich daarna enkele zetten later pardoes mat zetten.
Leo Stelloo kreeg het aan de stok met Trudy Angeneind. Gelukkig niet letterlijk, figuurlijk kruisten ze de degens echter wel. Leo toonde zich daarin de betere en verplaatste het belangrijkste deel van het spel eigenlijk naar de zwarte koningsvleugel. Het werd nu slechts een vraag hoe, maar vooral wanneer, hij Trudy mat ging zetten. Ze stribbelde nog wel een aantal zetten tegen maar kon dat mat toch niet meer voorkomen.
Dan Ronald van Velzen. Hij kreeg voorzitter Fred van Wieringen tegenover zich en Fred wist zo'n beetje vanaf het begin de betere positie te krijgen. Maar, zoals het een voorzitter betaamt, hij ging niet voortvarend te werk en overwoog z'n zetten met veel geduld. Het resultaat daarvan was, dat hij zijn vrije b-pion helemaal tot b2 op kon laten rukken en die pion middels een dameoffer kon laten promoveren. Daarna was het ook snel uit en Fred kon vroeg, samen met een punt, naar huis.
Je zou bijna zeggen, dat Tim Albus tegenstander Frits Wilschut alle hoeken van het bord liet zien, dit echter vooral in overdrachtelijke zin. Al heel snel opende Frits de d-lijn en kreeg daar onmiddellijk spijt van toen Tim z'n loper offerde op f7, Frits met de koning terugsloeg en Tim triomfantelijk de dame van Frits in het doosje deed. Maar Tim houdt blijkbaar van het gevaar, hij liet een paard pennen en deed daar in eerste instantie niets tegen. In plaats daarvan ontwikkelde hij zijn verdere materiaal, Frits wist hier echter niets tegen te doen. Wat later werd zijn koning met diverse schaakjes meer naar het centrum gelokt en daar werd hij tenslotte mat gezet.
Dan tenslotte Casper Verbeek, die tegen Arie Bliek liet zien toch wel de nodige schaakcapaciteiten op zak te hebben. Ook hier was sprake van een ver opgerukte vrijpion, waarbij Arie misschien gedacht zal hebben met eeuwig schaak aan de haal te kunnen gaan. Maar Casper pende de g-pion met zijn dame en zette, zowel van de zijkant als van voren, de beschermende h-pion onder druk met beide torens. Daar reageerde Arie niet op zoals zou moeten en Casper zette dan ook mat, Arie in zak en as achterlatend.
Dit is nu de nieuwe stand.
Leo Stelloo kreeg het aan de stok met Trudy Angeneind. Gelukkig niet letterlijk, figuurlijk kruisten ze de degens echter wel. Leo toonde zich daarin de betere en verplaatste het belangrijkste deel van het spel eigenlijk naar de zwarte koningsvleugel. Het werd nu slechts een vraag hoe, maar vooral wanneer, hij Trudy mat ging zetten. Ze stribbelde nog wel een aantal zetten tegen maar kon dat mat toch niet meer voorkomen.
Dan Ronald van Velzen. Hij kreeg voorzitter Fred van Wieringen tegenover zich en Fred wist zo'n beetje vanaf het begin de betere positie te krijgen. Maar, zoals het een voorzitter betaamt, hij ging niet voortvarend te werk en overwoog z'n zetten met veel geduld. Het resultaat daarvan was, dat hij zijn vrije b-pion helemaal tot b2 op kon laten rukken en die pion middels een dameoffer kon laten promoveren. Daarna was het ook snel uit en Fred kon vroeg, samen met een punt, naar huis.
Je zou bijna zeggen, dat Tim Albus tegenstander Frits Wilschut alle hoeken van het bord liet zien, dit echter vooral in overdrachtelijke zin. Al heel snel opende Frits de d-lijn en kreeg daar onmiddellijk spijt van toen Tim z'n loper offerde op f7, Frits met de koning terugsloeg en Tim triomfantelijk de dame van Frits in het doosje deed. Maar Tim houdt blijkbaar van het gevaar, hij liet een paard pennen en deed daar in eerste instantie niets tegen. In plaats daarvan ontwikkelde hij zijn verdere materiaal, Frits wist hier echter niets tegen te doen. Wat later werd zijn koning met diverse schaakjes meer naar het centrum gelokt en daar werd hij tenslotte mat gezet.
Dan tenslotte Casper Verbeek, die tegen Arie Bliek liet zien toch wel de nodige schaakcapaciteiten op zak te hebben. Ook hier was sprake van een ver opgerukte vrijpion, waarbij Arie misschien gedacht zal hebben met eeuwig schaak aan de haal te kunnen gaan. Maar Casper pende de g-pion met zijn dame en zette, zowel van de zijkant als van voren, de beschermende h-pion onder druk met beide torens. Daar reageerde Arie niet op zoals zou moeten en Casper zette dan ook mat, Arie in zak en as achterlatend.
Dit is nu de nieuwe stand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten