zondag 22 maart 2015

Ronde 26

Weer eens een ronde zonder RSB-beslommeringen, nu echter wel het begin van de halve finale voor de bekercompetitie. Zou Ben Blakmoor daarbij de al enkele jaren heersende bekerkampioen de voet dwars kunnen zetten?
Voor de bekercompetitie dus de ontmoetingen tussen Ben Blakmoor en Ernst-Jan Pluim Mentz. Ben had geprobeerd zich, vooral mentaal, zoveel mogelijk voor te bereiden op deze beide uiterst moeilijke partijen. En in de eerste partij leek hij er goed aan te beginnen, het werd een interessante strijd, waarbij Ben redelijk gelijke tred wist te houden met de meervoudige bekerwinnaar. Maar de Pioniers weten het eigenlijk wel, op zo'n moment moet je op je tellen gaan passen, dan lijkt Ernst-Jan vaak op z'n sterkst. Ook nu en Ben kwam lichtelijk in problemen. Die probeerde hij af te wenden door dameruil aan te bieden. Daar ging Ernst-Jan echter niet op in en voor Ben zat er weinig anders op dan maar zelf te ruilen. Dat was eigenlijk ook meteen het begin van het einde. Dus moest Ben er in de tweede partij helemaal voor gaan. De veer leek echter een beetje gebroken, hoewel hij nog wel even probeerde ijzer met handen te breken. Maar Ben miste ten enen male de broodnodige (gas)brander en moest al snel ook deze partij opgeven en kwam Ernst-Jan weer een stapje dichter bij zijn zesde beker.
Een mogelijke tegenstander voor hem in de finale, Jan van Dam, kreeg te maken met Peter Derrez, waarbij Jan op zich de favorietenrol op zich kon nemen. Maar Peter ging er echt goed voor zitten en hield in ieder geval goed stand. Het meest in het oog lopend op een gegeven moment was de moeilijke positie van de dame van Jan met weinig mogelijkheden om weg te komen. Maar voor Peter waren er ook geen duidelijke mogelijkheden daar misbruik van te maken. Wel probeerde hij er wat aan te doen, echter, daardoor werd die damepositie ook wat makkelijker (voor Jan althans!). Uiteindelijk hield dit gebeuren in dat Peter steeds moeilijker kwam te staan en uiteindelijk zijn goed geprobeerde pogingen moest staken met een nul achter zijn naam.
Makkelijker verging het Jan van Huizen tegen Wim Noordermeer. Jan probeerde op een zeker moment een stukoffer op het gevaarlijke veld f7, Wim echter durfde dat offer niet aan te nemen. Mede daardoor kon Jan een soort van matnet weven rond de zwarte koning. Er waren op dat moment te veel dreigingen voor Wim waardoor hij de, misschien wel verstandigste, beslissing nam en de partij opgaf.
Sheila de Jonge speelde op het oog een moeilijke partij tegen Wim Albus.Wim leek haar steeds meer onder druk te krijgen, moest alleen wel één van zijn lopers goed in het oog houden om die niet te verliezen. Die loper hield hij inderdaad goed in het oog, echter, daardoor lukte het Sheila wel om haar c-pion tot c2 op te spelen. Dat vond Wim er klaarblijkelijk zo gevaarlijk uitzien dat hij in een zetherhaling vluchtte. Maar anders had hij misschien verloren.
Bonne Faber speelde tegen Leo Stelloo, beiden ook spelend bij Ontspanning uit Ouddorp (net als Peter Derrez en Ben Blakmoor overigens) en daar had Bonne een poosje geleden van Leo verloren, een kwestie van proberen wraak te nemen dus. Maar dat ging minder vlot dan vooraf gehoopt, Leo weet namelijk vaak verrassende zetten uit zijn hoge hoed te toveren. Het lukte Bonne maar niet om op de normaal wenselijke snelle manier zijn materiaal te ontwikkelen, z'n damevleugel kwam maar niet van zijn plaats omdat hij tussen zet 10 en zet 20 eigenlijk alleen maar damezetten kon spelen om dat stuk een goede positie te geven. Echter, toen eindelijk de witte damevleugel in beweging kwam betekende dat - in hogere zin - wel het einde van de partij. De koning van Leo kon, na de lange rochade, geen ècht veilige plek meer vinden op de vleugel van zijn gezellin. Leo verloor een pion, de meeste stukken werden geruild en alleen de dames bleven, met een aantal pionnen, over. Hierna was de partij eigenlijk helemaal over, alleen Leo wilde dat nog niet inzien en met het Fischer-tempo kun je het dan nog wel een poosje uitzingen, vooral als je niet meer hoeft te noteren en je tegenstander wel. Maar tenslotte was er, ook voor Leo, geen ontkomen meer aan.
Jan van Baardwijk kwam tegenover Ronald van Velzen te zitten en daar ging Jan eens goed voor zitten. Maar, ondanks het verschil in - vooral - schaakervaring was er niet direct voordeel voor Jan te vinden, Ronald verdedigde zich kranig. Alleen stond zijn koning er wel een beetje onbeschermd (voetballers noemen dat in z'n hempie) bij in het centrum. Daar richtte Jan zijn pijlen dan ook op, totdat er eentje doel trof en Ronald op moest geven.
De snelste partij van de avond was die tussen Arie Bliek en Tim Albus. Je zou het bijna de ontmoeting tussen de voorzichtige schuiver en de niets ontziende veroveraar willen noemen! Al heel snel had Tim één van zijn vleugelpionnen op d2 weten te krijgen waar dit kleinood een grote steun kon worden voor een torenaanval. Maar daar dacht Tim even anders over, hij liet de pion promoveren, waar hij er eerst zoveel als mogelijk als pion van had moeten profiteren. Hierdoor kreeg Arie weer een beetje hoop, die echter al snel weer de bodem werd ingeslagen door een volgende actie van Tim. En die actie werd dodelijk voor de koning van Arie.
Trudy Angeneind wist het lang vol te houden tegen Frits Wilschut. Het typische van haar spel is eigenlijk dat je op een gegeven moment denkt:"Die mevrouw weet donders goed hoe het spelletje gespeeld moet worden" en wat later hoofdschuddend wegloopt omdat ze zetten heeft gedaan die je bij beginnende jeugdspelers nog nauwelijks ziet. Frits won dus uiteindelijk.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten