woensdag 18 maart 2015

De Pionier 1-RSR Iv.Toren 4 en ronde 25

Alweer de laatste thuiswedstrijd van dit seizoen en niet de minsten kwamen op bezoek: de competitieleider en zijn teamgenoten. Er stond voor beide teams eigenlijk niets meer op het spel, toch wilde in elk geval het Pionierteam nog wel een aansprekend resultaat neerzetten. Verder was het weer eens een drukte van belang, alle tafels waren bezet.
Deze avond begon met een soort deja-vu, de oude tijden van Wim Kan leken te herleven in het openingspraatje van wedstrijdleider Leo Stelloo. Dit zal één van de weinige wedstrijdavonden in RSB-verband zijn geweest, waarin de wedstrijdleider zo een soort van sketch opvoerde. Maar ieder wist daardoor wel waar men aan toe was.
Eigenlijk al redelijk snel hierna kwam er al enige tekening in de strijd, vooral aan bord 8 bij invaller Peter Derrez. Aan dit bord werd een opeenhoping van stukken geconstateerd in het centrum en daarbij bevond zich ook de zwarte koning. Om die in veiliger oorden te houden is ooit de rochade bedacht, daar wilde de zwartspeler blijkbaar niet van weten of Peter had hem er nauwelijks mogelijkheid toe gelaten. Nu ging Peter die koning ook nog eens bestoken met tal van penningen, waarbij deze zwartspeler op zeker moment het licht meende te zien door dameruil - en derhalve vereenvoudiging - in het spel te brengen. Op het eerste gezicht leek dat ook moeilijk te vermijden, Peter echter ging nog eens diep over de positite nadenken en vond de paardzet met dubbelschaak en meteen ook het onderbreken van de dekking van de zwarte dame, wat zwart de dame ging kosten. Meteen ook was het eerste punt binnen voor het Pionierteam.
Het zag er op dat moment ook redelijk florissant uit voor De Pionier 1, in eerste instantie bij Rik Verheij aan bord 4. Hier werd door beide spelers zo nu en dan redelijk dicht langs de afgrond van materiaalverlies gemanoeuvreerd, alles kwam voor beiden nog redelijk op zijn pootjes terecht, op twee lichte stukken na, aan beide kanten, bleef het evenwicht gehandhaafd. Maar de koning van Rik had zich mooi een weg naar het centrum gezocht en met de heersende materiaalverhouding was dat een lichtelijk winnende positie. Dat kwam tot uitdrukking in de positie van het laatste zwarte paard, dat eigenlijk geen plek meer had om te gaan staan. Daar vond dan ook ruil van loper tegen paard plaats en Rik kreeg een vrije triplepion. Daarvan kon nog wel de voorste worden weggesnoept, toen echter toonde Rik over de nodige technische kennis te bezitten om het eindspel naar zich toe te trekken. Het tweede Pionierpunt dus.
Maar ook Ernst-Jan Pluim Mentz had niet stilgezeten aan bord 1. Hier bezorgde hij zijn tegenstander lichtelijk grijze haren door hem steeds op twee gedachten te doen hinken, hoewel beide gedachten toch niet naar een juiste oplossing zouden gaan. M.a.w., de speler van RSR 4 zat in grote problemen, die duidelijk onoplosbaar voor hem waren. Hij deed lange tijd zijn uiterste best, tenslotte luidde het verlies van zijn e-pion en daarmee een open lijn richting zijn koning, het einde in. Daarbij speelde Ernst-Jan het nog voorzichtig door - nadat hij dus met een loper op e6 had geslagen - het op f5 huppelende paard van zijn opponent te slaan voordat dat paard potten zou kunnen gaan breken. De loper had namelijk ook naar d7 gespeeld kunnen worden om beide torens (op e8 en c6) aan te vallen, waarbij een mat in 2 ook nog eens op leek te duiken, 3-0 dus voor De Pionier 1.
Dan ga je denken aan een complete walk-over, echter, de resterende 5 borden logenstraften dat idee in eerste instantie, hierbij kon het alle kanten uit gaan.
Teamleider Jan van Dam leek een moeilijke avond te hebben aan bord 2. Dat bleek vooral uit zijn klok, die meer tijd opsoupeerde dan die van zijn tegenstander. Toch dacht die tegenstander daar blijkbaar enigszins anders over, tenminste, toen de 3-0 bekend was bood hij even later remise aan. Dan verwacht je een beetje, dat dit aanbod aangenomen zal worden. Niet echter door Jan, hoewel hij er behoorlijk wat tijd in stak om voor zichzelf tot een oplossing te komen. Inmiddels waren al enkele andere partijen tot een resultaat gekomen, dus was deze uitslag niet speciaal meer belangrijk voor de wedstrijdpunten en bleek de remise tenslotte toch het eindresultaat te zijn.
Naast hem, aan bord 3, tornde Jan van Huizen op tegen de competitieleider en ze maakten er een leuke schaakavond van! Jan leek niet helemaal in staat de openingskeus van zijn tegenstander op zijn juiste merites te waarderen en leek het daardoor moeilijker te krijgen dan misschien nodig was. Tot het moment, dat hij de zaken op het bord kon vereenvoudigen, hoewel de vlieger, die hij wilde oplaten, niet helemaal op ging. Daar kon nog juist een stokje voor worden gestoken en - hoewel Jan wel nadelig stond in zijn tijd - werd remise geboden en aangenomen.
Aan bord 7 had Alex van Wieringen intussen zijn moeizame start van de partij helemaal achter zich weten te laten en Alex kwam lekker overwegend te staan. Hij bracht vooral de dame van zijn opponent in het nauw en moest deze met groot voordeel te pakken kunnen krijgen. De Rotterdammer deed nog een poging door ook de dame van Alex aan te gaan vallen maar gelukkig wist Alex dat gevaar redelijk makkelijk af te wenden en even later de dame en het punt uit de strijd te vissen.
Bijna eenzelfde verhaal zou je op kunnen hangen aan de partij van Ad van der Ree aan bord 5. Ook Ad kwam maar moeizaam van start en zo halverwege de avond leek remise het hoogst haalbare voor hem. Maar Ad ging er nog eens echt goed voor zitten en wist stellingsvoordeel op de damevleugel en later tijdsvoordeel te krijgen. Beide voordelen bij elkaar opgeteld leverden hem tenslotte de partijwinst op.
Voorzitter Fred van Wieringen kreeg een moeilijke strijd voorgeschoteld. Zijn tegenstander wist vooral op de damevleugel op te stomen met zijn pionnen en hield daar een heel sterke vrijpion op de b-lijn aan over. Nog enige tijd leek Fred deze pion af te kunnen stoppen, tenslotte echter moest hij kiezen of delen waar hij de doorbraak zou krijgen. Zo lang wachtte hij niet meer, hoewel hij wel als laatste met z'n partij tot een beslissing kwam en dus als enige Pionier een verliespunt moest laten noteren.
Het wedstrijdformulier zag er toen als volgt uit:
De Pionier 1 1769 - RSR Iv.Toren 4 1634 6-2
1 Ernst-Jan Pluim Mentz 2144 - Leo van Dongen 1745 1-0
2 Jan van Dam 1800 - Paul Dekker 1763 ½-½
3 Jan van Huizen 1817 - Arrian Rutten 1744 ½-½
4 Rik Verheij 1739 - Wijnand Dobbinga 1631 1-0
5 Ad van der Ree 1770 - Wouter Scheffer 1590 1-0
6 Fred van Wieringen 1747 - Brian van Kanten 1581 0-1
7 Alex van Wieringen 1596 - Emilian de Kievit 1540 1-0
8 Peter Derrez 1536 - Mischa van Vlaardingen 1474 1-0
Ook de andere Pioniers lieten van zich horen, hoewel hen dat wel onmiddellijk op een boze blik van wedstrijdleider Leo kwam te staan!
Daar had Sheila de Jonge blijkbaar toch geen boodschap aan, tegen Michiel Landman ging ze op haar eigen gekende manier bezig en dat bezig resulteerde op zeker moment in een stukoffer. Dat bleek heel goed gezien, Michiel bleef namelijk het antwoord schuldig en feliciteerde Sheila even later met haar behaalde punt.
Dat punt werd ook gehaald door Ben Blakmoor, hij deed daar overigens wel heel moeilijk over tegen Jan van Baardwijk. Want al vrij snel in de opening had Ben een stuk kunnen winnen, hij koos echter voor "slechts" een pion en bracht zichzelf daar wat later ook nog eens mee in de problemen. Meteen leek het bord in brand te staan en Jan wist net niet de beste zetten te vinden. Ook Ben niet echt, hoewel de zijne een winst toch dichterbij brachten. Toen Jan even later moest kiezen op welke manier hij zijn dame kwijt zou raken gaf hij maar op.
Wim Noordermeer speelde het voorzichtig tegen Arie Bliek, het werd tenslotte een soort gevecht van pionnetjes tegen elkaar en Wim bleek die pionnetjes het beste in bedwang te hebben. Ook al duurde het lang, uiteindelijk was het punt toch voor Wim.
Casper Verbeek bleek op een gegeven moment de draad kwijt tegen Wim Albus. Wim had druk weten op te bouwen tegen de koningsvleugel van Casper en daar keek laatstgenoemde wat moeilijk tegenaan, hij hielp zelfs met het neerhalen van de verdedigingslinie door een pion van Wim te slaan en zodoende de torenlijn te openen. Daarmee was het hek van de dam en de buit binnen voor Wim.
Diesn zoon, Tim Albus, had inmiddels al korte metten gemaakt met Ronald van Velzen, eigenlijk ook een beetje met hulp van de tegenstander. De koning van Ronald zocht zijn heil in het onbeschermde centrum waar dus helemaal geen heil bleek te vinden, slechts puntenverlies!
Tenslotte wist ook Frits Wilschut niet het goede spel te vinden tegen Rob van Wijgerden en moest hij tenslotte met een nulletje genoegen nemen.

De stand na ronde 25 ziet er nu als volgt uit.

1 opmerking:

Anoniem zei

Dank voor deze "sportieve wraak"

Marcel

Een reactie posten