Zonder teamleider Jan van Dam probeerde het eerste Pionierteam uit de startblokken te schieten. Maar daar kwam men toch een beetje bedrogen in uit, er zat in eerste instantie (te) weinig schot in. Enkele anderen speelden nog een partij voor de interne competitie.
Gezien de op het nippertje gemiste promotie vorig seizoen, dankzij de voor velen onbegrijpelijke reglementen, wilde men nu toch eigenlijk wel een soort van statement maken. Dat kun je natuurlijk het beste doen door een grote score neer te zetten, dat werd echter (uiteraard) gedwarsboomd door de spelers uit Rotterdam. Het had er trouwens wel alle schijn van, dat ze een beetje met hun opstelling hadden zitten rommelen. Immers, hun - op papier - sterkste mensen zaten niet aan de eerste borden maar aan de borden 5 en 7. Daar bleken men, achteraf, succes mee te krijgen, hoewel dat misschien niet helemaal aan de opstelling lag.
Voor teamleider Jan van Dam kwam de kopman van het tweede team, Alex van Wieringen, nu opdraven en hij mocht plaatsnemen aan bord 8. Hij kreeg een relatief snel spelende tegenstander tegenover zich, die de stelling vrij gesloten hield. Het werd zoeken naar mogelijkheden om de zaak open te breken, Alex slaagde daar echter niet in maar hield desondanks zijn verdediging goed staande. De stelling bleef moeilijk, met beiden een loperpaar en toen de torens van het bord verdwenen vond de Shah Mata-speler het tijd worden om remise aan te bieden. Vond Alex het vorige week bij de wedstrijd van team 2 doorspelen zinvol, nu nam hij het aanbod aan, het was dan ook vrijwel onmogelijk een voortzetting te vinden, die meer zou kunnen bieden.
Voor de score ging het daarna in eerste instantie goed, aan bord 2 wist Marcel Mol zijn tegenstander het leven zo zuur te maken, dat deze op een gegeven moment niet beter wist te doen dan opgeven. Marcel had zijn stelling vrij open opgezet en kreeg daardoor redelijk wat speelruimte. Maar hij moest wel rekening houden met de half open f-lijn. Maar het eigenlijke spel werd daarna gespeeld op de damevleugel, waar Marcel materiaal buitmaakte en het zover kreeg, dat de tegenstander bovengenoemde daad stelde.
Nog steeds bleef de puntenmachine draaien in het voordeel van het Pionierteam. Aan bord 3 speelde jeugdleider Jan van Huizen. Hij had promotie mogen maken van teamleider Jan van Dam en speelde daarom niet aan één van de onderste borden, maar meteen na beide kopmannen. Maar ook Jan had zijn handjes vol aan zijn tegenstander. wist echter op een gegeven moment een dreiging te creëren middels het spelen van een toren naar d4 en daarmee een op het oog makkelijk te vinden combinatoire dreiging in te bouwen wegens de witte dame op c2 en een toren op b1. Jan had namelijk een loper op a6. Maar het werd niet opgemerkt, althans, niet direct. Want de a-pion werd opgespeeld en Jan's tegenstander kreeg het heldere moment, toen hij buiten aan zijn nicotinepercentage aan het werken was. Jan won dus die kwaliteit, moest toch nog veel doen om die promotie goed waar te maken. Maar hij wist het nodige verdere materiaal af te ruilen en kwam tenslotte dreigend op de koningsvleugel opzetten met een toren en de zwartveldige loper. Daar wist Jan tenslotte voldoende voordeel uit te halen om de partij voor zich op te mogen eisen.
Maar nu ging het minder goed gaan, te beginnen bij Ad van der Ree aan bord 5. Hij kreeg de vroegere Pioniervoorzitter Hans van Calmthout tegenover zich. Hans was, via Charlois Europoort, nu bij Shah Mata terecht gekomen. Ad en hij ruilden het nodige materiaal af en er ontstond een stelling met het loperpaar voor Hans en loper en paard voor Ad. Beiden hadden evenveel pionnen, alleen die van Ad hadden hier en daar geen buurmannetje meer. Dit leek Ad een goed moment om remise aan te bieden en Hans ging overleggen met zijn teamleider. Volgens zeggen mocht hij het aanbod niet aannemen, dus werd er doorgespeeld. Maar geen van beiden wist een doorbraak te forceren zodat uiteindelijk toch die remise kon worden genoteerd.
Bijna tegelijkertijd met Ad had ook zijn linkerbuurman, Ben Blakmoor aan bord 6, remise aangeboden. Ben had niet gerocheerd, waardoor zijn koning toch wel goed op z'n tellen moest letten en zijn koningstoren gedoemd werd tot afwachten of er mogelijkheden langs de h-lijn zouden komen, vooral omdat Ben redelijk gedwongen was om op een gegeven moment z'n koning naar f1 te spelen. Ben had, misschien mede om de positie van die toren, remise aangeboden omdat hij eerder met fraai combinatoir spel een kwaliteit had veroverd, echter niet het plan wist te vinden om dat uit te buiten. Maar ook hier werd geweigerd en toen Ben even later aangaf, dat hij misschien remise door herhaling van zetten zou kunnen forceren en dat ook wilde toen, echter eerst toestemming daarvoor van zijn teamleider wilde hebben, die toevallig net even de zaal was uitgelopen, ontstond daar een beetje commotie rond, het overleg moest namelijk even wachten. Maar Ben kon die herhaling van zetten niet waarmaken, zijn tegenstander speelde iets anders. En tot groot verdriet van zijn medespelers overzag Ben wat later de betere zet en liet zich pardoes matzetten.
Nu, met een op zich goede tussenstand van 3-2, werd het toch billenknijpen voor de Pioniers, vooral, omdat Fred van Wieringen, aan bord 7, steeds moeilijker kwam te staan. Hij kreeg namelijk een aanval op zijn koningsstelling over zich heen, de g-lijn werd opengebroken en ook werd het steeds moeilijker voor de arme interim-teamleider wegens steeds groter gebrek aan bedenktijd. Maar, zoals we hem kennen, Fred liet zich niet kennen, rechtte zijn rug en probeerde het onmogelijke mogelijk te maken. Daarin ging hij eigenlijk (veel) te ver, zijn tegenstander had minstens z'n dame weg moeten blunderen wilde het nog hoopgevend zijn voor Fred. Maar dergelijk spel lijkt misschien ook wel inherent aan het Fischertempo!
Naast bord 6 had ook Rik Verheij aan bord 4 een veelbelovende stelling opgebouwd. Dat ging zelfs zo ver, dat zijn tegenstander na afloop ruiterlijk toegaf, dat Rik op een gegeven moment heel gewonnen had gestaan. Maar, het is al lang bekend, er is niets moeilijker dan het winnen van een gewonnen stelling! Ook Rik had daar zijn problemen mee en kon de goede zetten niet vinden. Dat kostte natuurlijk ook de nodige bedenktijd, zodat Rik tenslotte toch een beetje tegen een bierkaai aan het vechten was. Dat resulteerde tenslotte in partijverlies.
Nu moest dus kopman Ernst-Jan Pluim Mentz alles op alles zetten om nog een wedstrijdpunt voor het team uit de brand te slepen. Hij had wel voordeel gekregen in een moeilijke stelling, dat voordeel bestond echter voornamelijk in tijdwinst. Toen hij echter op een gegeven moment pionverlies over het hoofd zag, ging het er nog een beetje tricky voor hem uitzien. Maar het ratingverschil gaf tenslotte toch de doorslag, Ernst-Jan won z'n pion weer terug, moest echter alleen opletten op een dreigend doorlopende vrijpion. Dat loste de Pionierkampioen echter keurig op en bekroonde dat met partijwinst, hoewel dat op zich wel dankzij het door de vlag gaan van de tegenstander was. Maar de stelling was ook wel gewonnen, hoewel er daar aan de andere borden nog wel enkele slechte voorbeelden van hoe het ook kan gaan te zien waren.
Wedstrijdleider Leo Stelloo liet tenslotte het volgende wedstrijdformulier ondertekenen:
Toch een moeilijk start dus voor het Pionierteam. Maar het team heeft tot nu toe eigenlijk elk seizoen een mindere avond, hopelijk is dat meteen de eerste geweest!
Nu, met een op zich goede tussenstand van 3-2, werd het toch billenknijpen voor de Pioniers, vooral, omdat Fred van Wieringen, aan bord 7, steeds moeilijker kwam te staan. Hij kreeg namelijk een aanval op zijn koningsstelling over zich heen, de g-lijn werd opengebroken en ook werd het steeds moeilijker voor de arme interim-teamleider wegens steeds groter gebrek aan bedenktijd. Maar, zoals we hem kennen, Fred liet zich niet kennen, rechtte zijn rug en probeerde het onmogelijke mogelijk te maken. Daarin ging hij eigenlijk (veel) te ver, zijn tegenstander had minstens z'n dame weg moeten blunderen wilde het nog hoopgevend zijn voor Fred. Maar dergelijk spel lijkt misschien ook wel inherent aan het Fischertempo!
Naast bord 6 had ook Rik Verheij aan bord 4 een veelbelovende stelling opgebouwd. Dat ging zelfs zo ver, dat zijn tegenstander na afloop ruiterlijk toegaf, dat Rik op een gegeven moment heel gewonnen had gestaan. Maar, het is al lang bekend, er is niets moeilijker dan het winnen van een gewonnen stelling! Ook Rik had daar zijn problemen mee en kon de goede zetten niet vinden. Dat kostte natuurlijk ook de nodige bedenktijd, zodat Rik tenslotte toch een beetje tegen een bierkaai aan het vechten was. Dat resulteerde tenslotte in partijverlies.
Nu moest dus kopman Ernst-Jan Pluim Mentz alles op alles zetten om nog een wedstrijdpunt voor het team uit de brand te slepen. Hij had wel voordeel gekregen in een moeilijke stelling, dat voordeel bestond echter voornamelijk in tijdwinst. Toen hij echter op een gegeven moment pionverlies over het hoofd zag, ging het er nog een beetje tricky voor hem uitzien. Maar het ratingverschil gaf tenslotte toch de doorslag, Ernst-Jan won z'n pion weer terug, moest echter alleen opletten op een dreigend doorlopende vrijpion. Dat loste de Pionierkampioen echter keurig op en bekroonde dat met partijwinst, hoewel dat op zich wel dankzij het door de vlag gaan van de tegenstander was. Maar de stelling was ook wel gewonnen, hoewel er daar aan de andere borden nog wel enkele slechte voorbeelden van hoe het ook kan gaan te zien waren.
Wedstrijdleider Leo Stelloo liet tenslotte het volgende wedstrijdformulier ondertekenen:
De Pionier 1 | 1838 | - | Shah Mata 2 | 1694 | 4-4 | |
1 | Ernst-Jan Pluim Mentz | 2144 | - | Bert Bonnet | 1660 | 1-0 |
2 | Marcel Mol | 2155 | - | Wim Langstraat | 1623 | 1-0 |
3 | Jan van Huizen | 1817 | - | Willem van der Pijl | 1645 | 1-0 |
4 | Rik Verheij | 1739 | - | Chris Willemse | 1726 | 0-1 |
5 | Ad van der Ree | 1770 | - | Hans van Calmthout | 1818 | ½-½ |
6 | Ben Blakmoor | 1738 | - | Gerard Kastelein | 1679 | 0-1 |
7 | Fred van Wieringen | 1747 | - | Teun Koorevaar | 1750 | 0-1 |
8 | Alex van Wieringen | 1596 | - | Cor Brouwer | 1648 | ½-½ |
In de interne competitie werden ook een aantal partijen gespeeld en daarin probeerden Michiel Landman en Peter Derrez uit of ze elkaar ook beentje zouden kunnen lichten. Maar dat werd moeilijker dan beiden waarschijnlijk aan het begin van de partij hadden gedacht. Ook hier werd het nodige materiaal afgeruild en tenslotte vond Michiel het wel een beetje welletjes en bood hij remise, wat door Peter werd aangenomen.
Sheila de Jonge was erg onvoorzichtig met haar pionnen in het begin van haar partij tegen Jan van Baardwijk. Dat resulteerde in een dubbel pionverlies binnen 15 zetten. Toch wist Sheila, zoals wel een beetje van haar bekend, een leuke partij te gaan spelen, waar Jan het behoorlijk moeilijk mee had. Maar tenslotte kwam hij dreigend opzetten met (vooral) dame en paard op de witte koningsvleugel. Die vleugel werd opengebroken door de g-pion weg te halen en wat later zag Sheila dreigend dameverlies en speelde, om dat te voorkomen, haar toren van g1 naar f1, daarbij helemaal vergetend, dat Jan mat kon zetten op g2.
De geluksvogel van de avond zat achter de zwarte stukken in de partij tussen Tim Albus en Wim Noordermeer. Al vrij snel wist Tim een kwaliteit buit te maken, dat voordeel tot een toren verhogend omdat Wim een rücksichtslos paardoffer pleegde op g2. Tim nam dat aan, redelijk noodgedwongen, kwam daardoor echter wel flink onder druk te staan. Wim haalde er nog een paard bij en viel daarmee op zeker moment Tim's dame aan. Maar, alsof er niets aan de hand was. Tim liet die dame leukweg en prise staan en verdubbelde zijn torens in plaats van zijn dame weg te halen. Hij had, keurig, gezien, dat die dame wegens dreigend mat achter de paaltjes niet geslagen mocht worden. Zo ging het nog even verder en Tim kwam eigenlijk steeds meer gewonnen te staan. Tot ook hem het noodlot trof want hij wilde te veel van zijn stelling vergen en overspeelde zijn hand. Dat liet Wim zich geen twee keer zien, hij zette Tim meteen mat. Nu weet Tim ook, dat je Wim nooit mag onderschatten!
De laatste partij is die tussen Arie Bliek en Frits Wilschut. Hier werd, gaande de partij, het meeste materiaal afgeruild, waarbij er tenslotte de vier torens overbleven en Frits een pionnetje meer had overgehouden.Je zou dan een beetje verwachten, dat de uitslag remise zou worden, dat woord staat echter niet in het woordenboek van Arie! Bij het doorspelen maakte hij echter een fout, zodat Frits tenslotte de partij mocht winnen.
De nieuwe stand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten