dinsdag 20 april 2021

KNSB-beker online

Een drukke zaterdag voor s.v. De Pionier, te beginnen met de deelname van Thijs van Dam aan het (virtuele) NK voor de B-jeugd. Dan 's middags (vanaf 13.00 uur) het tweede deel van de eerste voorronde voor de KNSB-beker online. Hiervoor was vanuit de RSB nauwelijks belangstelling, alleen Overschie, Spijkenisse en dus De Pionier hadden zich aangemeld. Van hen wist alleen Spijkenisse (zelfs als winnaar van hun groep) de volgende ronde te bereiken.

De eerste drie wedstrijden waren 14 dagen geleden gespeeld en daarvan had het Pionierteam er eigenlijk twee gewonnen (tegen De Drie Torens uit Tilburg en DD uit Den Haag maar er werd één van de spelers uitgesloten en zijn gespeelde partijen geannuleerd zodat het Pionierteam met 0 punten aan de wedstrijden begon). Die wedstrijden gingen tegen twee sterke tegenstanders.

                                                                               KiNG

Dit team - eveneens uit Tilburg - had hun eerste drie wedstrijden al gewonnen, met relatief grote cijfers, dus de verwachtingen vooraf waren niet al te hoog gespannen. Aan bord 1 werd JaapSantifort voor het Pionierteam opgesteld en hij speelde tegen iemand met bijna 500 ratingpunten meer. Al direct in de eerste partij was dat verschil te merken, met zwart wist de Pionierspeler totaal geen potten te breken. Zijn belangrijkste wapenfeit bijna was het eenmalig schaak kunnen geven waarna zijn batterij van dame en loper door een paard werd verwoest. Dat kostte dame tegen toren en even later de partij, de zwarte koning kon namelijk geen kant uit en daarom werd opgegeven. Dan hun tweede partij. Ook hierin nam de zwarte Tilburger al snel het voortouw met een bekend gambiet, waar de witspeler niet op
in ging. Toch kwam hij, ook hier, snel op achterstand, te volgen vanaf het diagram. Wit speelde hier de, naar hij dacht, meest logische zet, 1 Lg5 maar daarmee kwam hij nog meer achter te staan. De betere zet was hier 1 Pd2 voor een extra bescherming van pion e4. Zwart speelde nu 1 ...;h6 (misschien toch wat "angstig", hij had sterker 1 ...;Pcxe4 of 1 ...;Lxc3+ kunnen spelen) 2 Lxf6;Dxf6 3 0-0;Dg6 (zwart wil meteen al een dreiging opzetten, om een aanval op te zetten had hij misschien beter 3 ...;Lxc3 kunnen spelen) 4 Ph4;Dh7 (4 ...;Dg5 is wel beter) 5 Ld3 (5 Pb5 is beter);Lxc3 6 bxc3;b6 (6 ...;g6 is een betere zet) 7 f4 (de beuk er in lijkt wit te willen zeggen. Toch was hier wat meer voorzichtigheid - met 7 Tae1 - wel geboden);exf4 (bij dit soort zetten valt het krachtsverschil het meest op. Velen hadden hier waarschijnlijk 7 ...;Pxd3 gespeeld) 8 Tae1;Ld7 (8 ...;Te8 is beter) 9 Pf5;g6 (één van beide torens naar e8 - de f-toren is het beste - is hier beter) 10 Pe7+ (ook al zo'n wapenfeit, net als in de vorige partij);Kh8 en zwart staat nog steeds wat beter, maar wit doet goed mee! Aan het tijdsgebruik is te zien wie de meeste moeite heeft met de stelling. Op het moment van het beëindigen van deze analyse heeft wit nog 4½ minuut en zwart nog ruim 7, daaruit blijkt al wel, wie de meeste moeite met de stelling heeft. Maar wit houdt vol en weet redelijk bij te blijven, sterker nog, er komt een moment, dat hij mat in 7 had kunnen geven! Dat is het moment, waarop hij zijn beide torens op de f-lijn heeft staan en de zwarte dame van e5 teruggespeeld is naar c3. Op dat moment had wit 1 Txg6+; Kxg6 2 Tf6+;Dxf6 3 e5+;Pd3 4 Lxd3+;Df5 5 Df6+;Kh7 6 Dxf5+;Kg8 7 Dh7# moeten spelen. Maar zie dat maar eens zo vlug, als je nog minder dan één minuut op je klok hebt staan. Vooral het begin van de reeks is heel moeilijk te zien omdat je daar wel een toren moet offeren. Jammer voor wit, hij verloor tenslotte op tijd. Dan bord 2, waar de teamleider DrsD2020 was gezeten. Hij speelde tegen iemand, die, net als hijzelf, een titel aan zijn nickname had toegevoegd. Ook hier was het ratingverschil behoorlijk, wat dan tot uitdrukking kwam bij de slotstand van de eerste partij, waar de Hellevoetse teamleider nog slechts een halve minuut bedenktijd over had en twee paarden en drie pionnen achter stond tegen een toren. Wit werd schaak gezet en zou moeite hebben om promotie van één der vijandelijke pionnen tegen te gaan. Daarom gaf hij op. Ook in de tweede partij werd de bedenktijd van groot belang. Wit had zowel op de a- als op de h-lijn een vrijpion, terwijl er sprake was van ongelijke lopers. Zwart zou één van die pionnen kunnen pakken met z'n loper, dan zou de andere promoveren. Om te zien of er voor hem nog mogelijkheden waren gebruikt hij z'n laatste zeven seconden, waarna hij dus op tijd verloor. We vinden dan aan bord 3 ook-dat-nog, die iets minder ratingverschil tegenover zich kreeg. Maar ook hier kwam de zwarte Pionier langzaam maar zeker slechter te staan, waarbij we
bij het diagram beginnen met een analyse. Zwart had net zijn b-pion opgespeeld, wat een aanvalsobject kan worden, wat wit dan ook deed. Hij speelde 1 Pc3, waar 1 Le5 net iets beter is. Zwart vervolgde met 1 ...;b4 (1 ...;Ld7 is wat beter) 2 axb4;Txa1 3 Txa1;g5 (3 ...;Le6 is wel zo verstandig, met de tekstzet wordt de loper toch eigenlijk naar een beter veld "gejaagd"?) 4 Le5 (hier is 4 Lc7 weer iets beter);Le6 5 Ta7;Td7 (vreemd genoeg wordt 5 ...;Pe4 6 Lxg7;Kxg7 7 Txb7; Pxc3 8 bxc3;Tc8 hier als sterker aangegeven) 6 b5 (6 Pa4 is iets beter);Kh7 (6 ...;Pe4 is weer beter) 7 b6;Kg8 en zwart lijkt het een beetje op te geven. Dat wordt tenslotte ook gedaan, zwart staat dan een kwaliteit en een pion achter terwijl beiden nog ruim twee minuten bedenktijd over hebben. Ook de tweede partij wordt tenslotte opgegeven door ook-dat-nog als hij een dame moet geven eigenlijk om mat te voorkomen. Qua tijd had het nog wel gegaan, wit had een minuut minder dan zwart. Aan bord 4 zat Freddy59 en in de eerste partij, met wit, kwam hij een stuk tegen een pion voor te staan. Zijn tegenstander had echter een pion op b2 te staan en toen die promoveerde, met schaak, verloor wit op tijd. Voor de tweede partij waren wat meer zetten nodig, ook hier echter was er niet veel te verdienen. Het werd uiteindelijk een pionneneindspel met twee pionnen meer voor wit. Wit zou tenslotte twee verbonden vrijpionnen op de g- en de h-lijn krijgen, die, op termijn, naar de overkant zouden rennen dus gaf zwart op.

Het wedstrijdformulier zag er als volgt uit:








                                                                   Philidor Leiden
Na even uitgerust te zijn moest de laatste wedstrijd gespeeld worden, tegen Philidor Leiden. Inderdaad, de club van vroeger Jeroen Piket en John van der Wiel. Maar die deden niet mee!
De opstelling van het Pionierteam was dezelfde als tegen de Tilburgers, opnieuw moest JaapSantifort dus aan het topbord spelen. In de eerste partij had hij nu wit en daar ontstond een opening, die hij wel graag speelt. Maar in het tenslotte ontstane dubbele toreneindspel verkeek hij zich. Zwart dreigde een pion te winnen en daarom sloeg hij er zelf eerst eentje. Daarbij helemaal vergetend blijkbaar dat zwart niet alleen pionwinst dreigde maar ook mat in één. En daar werd hij nu mee geconfronteerd. Voor de tweede partij speelde hij dus nu met zwart. Met beiden na 24 zetten zo goed als dezelfde tijd (zwart had één seconde meer gebruikt) stond wit een kwaliteit voor maar, wat erger was voor zwart, hij ging op z'n minst een stuk verliezen, terwijl ook zijn koningsstelling niet meer zo fraai was. Dus maar opgegeven. Aan bord 2 dus weer teamleider DrsD2020 en hij mocht weer zijn geliefde opening met zwart spelen.
Dat ging redelijk lang gelijk op, eigenlijk totdat het diagram ontstond. Er waren net dames geruild op e2 en zwart wilde druk uit gaan oefenen. Daarom had hij het koningspaard naar d5 gespeeld, waarop wit 1 Lxd5 antwoordde. Dat was niet zijn beste zet, dat zou 1 f4 zijn geweest. Zwart ging nu verder met 1 ...;exd5 (niet de beste zet, dat is 1 ...;cxd5 maar desondanks staat zwart beter) 2 f4;Pc4 3 Lc1 (3 Tfd1 is beter);a5 (ook 3 ...;Te8 is een goede zet) 4 b5 (4 bxa5 is beter);c5 5 a4 (5 Pc3 is hier beter);h6 (een goede zet, toch is 5 ...;d4 iets beter) 6 Pf3;Le6 (nog steeds is 6 ...;d4 beter) 7 c3 (7 Pc3;d4 8 Pd1;Tfd8 9 Pb2 is wat beter);b6 (beter 7 ...;Lf8) 8 Kf2;Tad8 9 Td1 (9 Pd2); Td7 en nog steeds staat zwart beter goed tot beter. Maar hij laat toe, dat wit verbonden vrijpionnen op de e- en de f-lijn krijgt en die doen hem tenslotte de das om. Het wordt mat als de f-pion promoveert tot dame. In de tweede partij heeft de witte teamleider te veel tijd nodig om de opgelopen toren achterstand weg te werken, wat verlies op tijd voor hem betekent. Aan bord 3 komt ook-dat-nog met wit een kwaliteit plus een pion achter te staan, terwijl zijn bedenktijd ook bijna op is. Reden genoeg voor hem om op te geven. Ook zijn tweede partij gaat helaas dezelfde kant op. Na 54 zetten en nog 47 seconden over geeft hij op. Zijn tegenstander heeft namelijk een vrijpion op de a-lijn, die, op termijn, niet meer te stoppen zal zijn. Als laatste komt dan Freddy59 aan bord 4 aan de beurt. In zijn eerste partij, met zwart, raakt hij een toren tegen een pion en ook nog bijna drie minuten bedenktijd achter. Reden voor hem om, na 34 zetten, op te geven. Dan zijn
laatste partij, nu met wit. Maar zijn tegenstandeer lijkt korte metten met hem te willen maken en gaat, in de stijl van Kasparov van vroeger, op zijn doel af. Enigszins te zien op het diagram. Zwart speelde zojuist een toren naar g6 en wit beantwoordt dit, een beetje angstig, met 1 Kf1 (1 g3 is dapperder maar ook beter);g4 (recht op zijn doel af!) 2 fxg4;hxg4 3 g3;f3 (iets te snel, hij had beter eerst met 3 ...;Lh6 door kunnen gaan) 4 Ld3;Lh6 5 De1;Dg5 (eerst het paard er bij halen - met 5 ...;Pf6 - is ook een optie) 6 Pd1 (als het niet kan zoals het moet dan moet het maar zoals het kan, 6 Lc2 is toch wat beter);Pf6 (6 ...;a4) 7 Kg1;Ld7. Het maakt allemaal op zich niet meer zo veel uit, zwart moet alleen een manier vinden om het witte fort te slopen en daar zou, op dit moment, 7 ...;Tg7 het eerst voor in aanmerking komen. Er wordt nog heel wat af geschoven, totdat zwart zijn paard offert op g3, waardoor een dekking van pion h2 wegvalt en middels slaan met de loper op e3 weet zwart de laatste dekking te pennen en zo mat te geven op h2.

Dit brengt het volgende wedstrijdformulier in beeld:







Twee forse nederlagen dus, om zo snel mogelijk te vergeten!? Maar er kan later altijd, met de Olympische gedachte in het achterhoofd, gezegd worden: "We waren er bij!"
Onderstaand dan de eindstand van de groep, waarin werd meegedaan:

1

KiNG

10

30½

x

5

5

7

8

2

Groninger Combinatie

6

23½

3

x

7

-

8

3

Philidor Leiden

6

22

1

x

5

8

4

DD

4

18½

3

x

6

5

De Drie Torens

2

11

1

-

3

2

x

5

6

De Pionier

0

0

0

0

3

x


Wie geïnteresseerd is in het verdere verloop van dit bekertoernooi moet hier gaan kijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten