zondag 19 januari 2020

Ronde 18

Tijdens het TATA-toernooi een gewone tussenronde. Hierin één wedstrijd voor de interne beker, er moeten nog drie worden gespeeld en de deadline is eind deze maand, de zes betrokkenen kunnen dus het beste steeds aanwezig zijn willen ze de mogelijkheid behouden de derde ronde te bereiken! Anders beslist het reglement! Ook de meeste partijen voor de huishoudelijke competitie waren interessant.
Die ene bekerpartij ging tussen Jaap Santifort en Thijs van Dam en Jaap had er wel zin in z'n krachten met Thijs te meten. Maar hij had wel af te rekenen met minder bedenktijd dan Thijs omdat deze aan het begin van de competitie (vanaf daar wordt gerekend wat de bedenktijd betreft) een lagere rating had dan Jaap. Aan de beide partijen was duidelijk te zien, dat Thijs de laatste tijd met sprongen is vooruitgegaan, Jaap had eigenlijk nauwelijks iets in de melk te brokkelen, in geen van beide partijen, die hij dan ook beide verloor. Thijs dus een ronde verder.
Hierdoor werd de toppartij uit de interne competitie de partij, die de wraak van Michiel Landman op Hans van Calmthout zou moeten worden. Immers, hun eerste partij van dit seizoen was door Hans gewonnen dus nu ging Michiel supergemotiveerd achter het bord zitten. In de partij moest Hans wel enkele moeilijke momenten doorstaan, ècht verloren staan gebeurde - helaas voor Michiel - niet en zodoende kwam de wraak van Michiel niet tot zijn recht en heeft hij in een volgende onderlinge partij zichzelf heel wat te bewijzen!?
Ook Alex van Wieringen kreeg een gemotiveerde speler tegenover zich, Martijn van Dam wilde zichzelf en de verder aanwezige Pioniers wat laten zien. Maar ook hier kwam niet uit wat de speler in kwestie in zijn hoofd had want Alex hield Martijn goed onder de duim en wist tenslotte de partij ook te winnen.
Reinier van der Wende is langzaamaan weer aan het opklimmen op de Pionierladder en kwam daarbij Peter Derrez tegen. Beiden kennen elkaar al langere tijd uit hun periode bij het vorig seizoen ter ziele gegane Ontspanning uit Ouddorp en vochten daar ook al vele robbertjes uit. Nu gebeurde dat ook wel, al was vooral Peter heel tevreden met de remise die tenslotte genoteerd kon worden.
De partij tussen Bonne Faber en Jan van Baardwijk kende een rustige start, hoewel Jan wel één van de als iets minder goed bekend staande varianten van de gekozen opening speelde. Maar zoiets komt meestal pas in het latere middenspel tot uitdrukking. Beiden speelden de lange rochade, waarna Jan al snel een doorbraakpoging waagde op de e-lijn. Hiermee hoopte hij waarschijnlijk zijn positie flink te kunnen verbeteren, het pakte echter anders uit omdat hij een schaakje over het hoofd had gezien. Maar Bonne speelde hierop niet de best mogelijke zet en zodoende leek Jan met de schrik vrij te komen. Nu probeerde Jan de dames te ruilen om zodoende een dubbelpion uit de opening verkregen op te lossen. Maar daar voelde Bonne weinig voor en speelde z'n dame naar haar eigen vleugel, waar ze druk op de zwarte stelling uit ging oefenen. Die druk had vergroot kunnen worden door één van de pionnen voor zijn koning op te spelen en zodoende ook een gaatje voor de monarch te maken. Bonne was echter bang voor pionverlies op de andere vleugel en speelde daarom een minder goede paardzet, waarmee hij die dreiging pareerde. Jan viel nu een toren aan met zijn loper en Bonne bracht zichzelf in problemen door toe te laten, dat Jan, met een paard, dame en toren tegelijk aan kon vallen. Er kwam een soort van noodsprong door - met schaak - de loper, die de toren aanviel, te slaan en - als Jan die loper dan terugsloeg met een pion - terug te kunnen slaan met de dame. En - gelukkig voor Bonne - zo gebeurde het ook, waar Jan veel sterker z'n koning uit het schaak had kunnen wegspelen. Nu ging die kwaliteitswinst niet door en bood Jan opnieuw dameruil door met z'n dame het schaak op te heffen, waar wegspelen van z'n koning opnieuw beter zou zijn geweest. Uiteraard werden nu de dames wel geruild, waarna Jan z'n torens nog kon verdubbelen op de d-lijn, wat redelijk simpel kon worden opgelost door ruilen van paarden en een stel torens. Nu bleek Bonne een pion vóór te staan (dankzij de pionwinst enkele zetten geleden bij het loperschaak) en won er nog eentje bij wegens het per ongeluk foutief uit een schaak halen van Jan's koning. Om nu een lang verhaal wat korter te houden, het toreneindspel werd door Jan onvoldoende behandeld door torenruil toe te laten waar zijn koning verder van zijn eigen pionnen af stond dan die van Bonne. Zo kon tenslotte promotie worden afgedwongen, wat meteen een punt betekende voor Bonne, na dus een hard bevochten overwinning.
Wim Noordermeer kreeg te maken met Casper Verbeek, die zich de laatste paar ronden op leek te willen werpen als remisekoning (drie remises in successie). Maar Wim is niet iemand, die vies is van een remise, toch wint hij liever. Casper leek z'n volgende remise te willen bereiken met verdedigend spel, waar Wim een echte aanvalsspeler is met zo nu en dan onverwachte zetten. Daar bleek Casper tenslotte niet tegen opgewassen, een einde aan zijn serie remises dus met nu een verliespartij.
Net als Reinier en Peter al eerder hebben ook Albert Schaefer en Kees Breen een Ontspanning-verleden en kennen elkaar dus daarvan. Albert is zijn Pionier-zijn met enkele sterke partijen begonnen, tegen Kees eigenlijk het tegenovergestelde. Nu echter leek het alsof ze de rollen hadden omgedraaid en kwam Kees sterk opzetten. Albert wist lang stand te houden maar op een gegeven moment knapt dat "levenslijntje" toch. Winst voor Kees derhalve.
Voor Leo Stelloo werd het zo langzamerhand weer eens zaak een goed resultaat binnen te kunnen halen. Zou Frits Wilschut daar de aangewezen persoon voor zijn? Normaliter is Leo wel ietsje sterker maar Frits kan ook nog wel eens onverwacht uit de hoek komen. Deze partij echter ging precies volgens het vooraf te verwachten schema, waarbij Leo inderdaad aan het langste eind trok.
Voor het eerst dit jaar kon er iemand tegen alle andere aanwezige Pioniers spelen, wegens een oneven aantal aanwezigen. Met zwart mocht Jan van Huizen proberen dat varkentje te wassen, dat viel echter wel tegen want Jan kwam iets slechter te staan, wat naar het einde toe toch wel steeds belangrijker werd omdat er steeds meer partijen afgelopen raakten en dus meer spelers tijd vrij wisten te maken om een zet te komen doen. Maar naar het einde van de partij toe werd er toch wel gezondigd tegen de reglementering omdat de tegenstanders van Jan met elkaar gingen overleggen, wat uiteraard niet de bedoeling is. Jan vatte e.e.a. gelukkig sportief op en - wat belangrijker voor hem was - er werd ook remise overeengekomen, wat Jan toch enkele punten op de ranglijst kostte omdat De Pionier tamelijk laag geklasseerd stond/staat.
Tenslotte de partij van de dochter van Jan, Lisanne van Huizen, tegen Ronald van Velzen. Ronald bleek heer en meester te zijn op het bord en wilde Lisanne zelfs toestaan haar zet, die haar de dame gekost zou hebben, terug te nemen. Toch was dat slechts uitstel van executie en won Ronald deze partij door Lisanne's koning in zijn eigen hoekje a.h.w. te verpletteren.

De nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten