Het begon eigenlijk al een week eerder, de nestor van het team, Ad van der Ree, had andere verplichtingen en de vraag richting Spijkenisse was dan ook of er vooruitgespeeld kon worden aan één van de hogere borden. Gelukkig bleek dat helemaal geen probleem, zodat Ad zich alleen in het hol van de leeuw ging wagen. Buiten dubbellid Simone was hij de eerste Pionier, die de nieuwe lokatie van de grootste RSB-vereniging mocht bewonderen. Voor een schaakvereniging is het een eigenlijk perfekte lokatie, hoewel het een probleem zou kunnen worden dat men de catering in eigen hand heeft. Maar daar had Ad geen boodschap aan, hij moest proberen Gijsbert Looij aan bord 3 onder de duim te houden. Ze speelden een leuke partij, met wisselende kansen en Ad bleek uiteindelijk tevreden met de behaalde remise.
Een week later dus de hoofdmacht, vergezeld door twee supporters. Ze bleken tegen een jeugdig team aan te gaan treden, een team, dat behoorlijk sterker was dan het team, dat vorig seizoen kampioen werd in de derde klasse en waar toen De Pionier 2 aan had meegewerkt!? Een teken dus eigenlijk, dat het de vereniging momenteel bijzonder voor de wind gaat.
Volgen we nu wat er aan de borden gebeurde in chronologische volgorde. Zoals bij een dergelijke wedstrijd hoort duurde het een hele tijd voor de eerste uitslag kon worden genoteerd en was er, net als bij Ad, sprake van wisselende kansen. Het ene moment leek de winst naar Spijkenisse te gaan, dan weer kon een Pionier de prognose naar zijn team door laten slaan. Maar tenslotte, zo tegen elven, barstte de bom en moest teamleider Jan van Dam het moede hoofd aan bord 5 buigen. Zijn dame werd op zeker moment tot een verklaring gedwongen en het kreeg er, wat later, alle schijn van, dat Jan niet de beste verklaring had afgegeven. De zwarte dame viel binnen op de eerste rij en Jan moest al zijn kundigheden ten toon spreiden om erger te voorkomen. Maar dit kostte wel een kwaliteit en met twee paarden tegen een toren en enkele pionnen werden de wolken boven zijn hoofd steeds donkerder. Toch leek hij zijn noodlot af te kunnen blijven wenden. Op zeker moment echter leken de zaken hem boven het hoofd te groeien, tenminste, redelijk onverwacht nog, staakte hij de strijd en stond het Pionierteam met 1½-½ achter.
Gezien de stand op de andere borden werd goede raad nu steeds duurder, hoewel de raad, aan Rik Verheij aan bord 2 gegeven, misschien nog wat nader bekeken had moeten worden. Rik had een gezonde pot gespeeld, waarbij hij wat problemen leek te gaan ondervinden op zijn damevleugel. Daar werd zijn a-pion belaagd door de witte torens, die via de half-open a-lijn waren binnengedrongen. Maar Rik gooide hier bijna zijn hele hebben en houden in de strijd, wat tenslotte ruil van al het materiaal op die vleugel betekende. Toen de dames later afgeruild werden, zou Rik een geïsoleerde centrumpion krijgen, terwijl ook zijn loper iets slechter leek dan die van zijn tegenstander. Maar die had veel tijd verbruikt om die stelling te bereiken en met net iets meer dan 3 minuten op zijn klok (tegen Rik nog zo'n 20) deed hij een remiseaanbod. Nu kwam dus die raad en daarbij zullen waarschijnlijk sportieve overwegingen ook een rol hebben gespeeld, immers, het is nooit leuk en zeker niet sportief om iemand "door de vlag te jagen" en zo te winnen. Maar het is wel een teamwedstrijd en daarin gelden iets andere regels.......... Maar een buitenstaander weet niet wat en waarom de teamleider de speler adviseert. Dus 2-1.
Maar plotseling gingen diverse Spijkenissers vrolijker kijken. Want wat was er gebeurd? Aan bord 4 had Fred van Wieringen de hele partij door redelijk met de rug tegen de muur gestaan. Op een gegeven moment werden wat stukken geruild op de koningsvleugel, de tegenstander was echter ook aan het dreigen op de damevleugel. Hoewel hij zich suf prakkizeerde wist Fred de dreigingen op zowel de konings- als de damevelugel niet het hoofd te bieden en helaas was partijverlies zijn deel zodat het er met een 3-1 achterstand wel heel moeilijk uit ging zien.
Nog even ging er enige hoop gloren aan Pionierkant want Jan van Huizen aan bord 6 had lange tijd een moeilijke partij gespeeld maar leek nu een beetje op te krabbelen. Misschien wel wat te veel, vond zijn tegenstander en daarom bood hij, mede gezien de tussenstand, remise aan. Jan overlegde met z'n teamleider, die hem, in tegenstelling tot de vorige wedstrijd, nu wel voor Jan duidelijk toestemming gaf om het aanbod te accepteren. Dus 3½-1½.
Snel hierna kreeg ook Frans Troost aan bord 8 een remiseaanbod. Frans had zich de hele partij door redelijk staande weten te houden en ook het tijdverbruik was in zijn voordeel, hoewel niet voldoende om nog een eventueel in te zetten alles-of-niets aktie een goede kans van slagen te bieden. Daarom accepteerde Frans het aanbod, daarmee tegelijk de druk op de beide nog bezig zijnde spelers opvoerend, immers beiden moesten nu winnen voor hoogstens een gelijkspel. De tussenstand was dus inmiddels 4-2 geworden.
Aan bord 7 leek Jaap Santifort een te winnen stelling gekregen te hebben. Met een aaneengesloten rij pionnen leek hij t.z.t. naar de overkant te kunnen manoeuvreren. Maar dat bleek toch niet mogelijk te zijn geweest want een poosje later was die pionnenphalanx verandert in "slechts" een vrijpion die tot veld d6 was gevorderd. Maar de torens van zijn tegenstander wilden die pion geen gelegenheid geven zijn hartewens te vervullen en even later bleek die pion dus verdwenen. Ook bleek Jaap (willens en wetens?) die torens te hebben laten binnendringen in zijn stelling. Volgens zijn zeggen was dat tamelijk logisch, ook hij wilde dat met zijn eigen torens proberen te bereiken. Maar daarvoor stond zijn ene toren vrij machteloos op c3, terwijl het voor hem te halen zou moeten zijn op de koningsvleugel. Daar had hij een leuke positie bereikt met pionnen op g4 en h5 en zijn loper werd op g6 geposteerd, maar helaas, zwart had nog een g-pion en die kwam terecht op g5, daarmee Jaap's koning het vluchtveld h4 ontnemend. Jaap probeerde nog ijzer met handen te breken en verloor daarbij ook nog eens een kwaliteit. Zijn koning moest nu een eigenlijk op voorhand al verloren koningsmars ondernemen, werd daarbij tot en met opgejaagd, waarbij ook nog eens het nodige materiaal van het bord verdween en - om een lang verhaal kort te houden - Jaap verloor ook zodat de tussenstand 5-3 werd en de wedstrijd dus al verloren voor de Pioniers.
Maar plotseling gingen diverse Spijkenissers vrolijker kijken. Want wat was er gebeurd? Aan bord 4 had Fred van Wieringen de hele partij door redelijk met de rug tegen de muur gestaan. Op een gegeven moment werden wat stukken geruild op de koningsvleugel, de tegenstander was echter ook aan het dreigen op de damevleugel. Hoewel hij zich suf prakkizeerde wist Fred de dreigingen op zowel de konings- als de damevelugel niet het hoofd te bieden en helaas was partijverlies zijn deel zodat het er met een 3-1 achterstand wel heel moeilijk uit ging zien.
Nog even ging er enige hoop gloren aan Pionierkant want Jan van Huizen aan bord 6 had lange tijd een moeilijke partij gespeeld maar leek nu een beetje op te krabbelen. Misschien wel wat te veel, vond zijn tegenstander en daarom bood hij, mede gezien de tussenstand, remise aan. Jan overlegde met z'n teamleider, die hem, in tegenstelling tot de vorige wedstrijd, nu wel voor Jan duidelijk toestemming gaf om het aanbod te accepteren. Dus 3½-1½.
Snel hierna kreeg ook Frans Troost aan bord 8 een remiseaanbod. Frans had zich de hele partij door redelijk staande weten te houden en ook het tijdverbruik was in zijn voordeel, hoewel niet voldoende om nog een eventueel in te zetten alles-of-niets aktie een goede kans van slagen te bieden. Daarom accepteerde Frans het aanbod, daarmee tegelijk de druk op de beide nog bezig zijnde spelers opvoerend, immers beiden moesten nu winnen voor hoogstens een gelijkspel. De tussenstand was dus inmiddels 4-2 geworden.
Aan bord 7 leek Jaap Santifort een te winnen stelling gekregen te hebben. Met een aaneengesloten rij pionnen leek hij t.z.t. naar de overkant te kunnen manoeuvreren. Maar dat bleek toch niet mogelijk te zijn geweest want een poosje later was die pionnenphalanx verandert in "slechts" een vrijpion die tot veld d6 was gevorderd. Maar de torens van zijn tegenstander wilden die pion geen gelegenheid geven zijn hartewens te vervullen en even later bleek die pion dus verdwenen. Ook bleek Jaap (willens en wetens?) die torens te hebben laten binnendringen in zijn stelling. Volgens zijn zeggen was dat tamelijk logisch, ook hij wilde dat met zijn eigen torens proberen te bereiken. Maar daarvoor stond zijn ene toren vrij machteloos op c3, terwijl het voor hem te halen zou moeten zijn op de koningsvleugel. Daar had hij een leuke positie bereikt met pionnen op g4 en h5 en zijn loper werd op g6 geposteerd, maar helaas, zwart had nog een g-pion en die kwam terecht op g5, daarmee Jaap's koning het vluchtveld h4 ontnemend. Jaap probeerde nog ijzer met handen te breken en verloor daarbij ook nog eens een kwaliteit. Zijn koning moest nu een eigenlijk op voorhand al verloren koningsmars ondernemen, werd daarbij tot en met opgejaagd, waarbij ook nog eens het nodige materiaal van het bord verdween en - om een lang verhaal kort te houden - Jaap verloor ook zodat de tussenstand 5-3 werd en de wedstrijd dus al verloren voor de Pioniers.
Zoals zo vaak wordt, ook in dit verslag, het mooiste voor het laatst bewaard. En dat moois vond plaats aan bord 1, waar Ernst-Jan Pluim Mentz, met de nodige KNSB-ervaring in zijn achterzak, het opnam tegen Ricardo Klepke, die dezelfde ervaring op zou kunnen doen, ware het niet, dat hij op zaterdag veel liever aan zijn portemonnee denkt dan aan KNSB-competitie! Het mooie kwam vooral dankzij de tegengestelde rochades van beide spelers, met Ernst-Jan in de lange hoek en Ricardo in de korte. Als een volleerde dresseur probeerde Ernst-Jan nu amok te maken op de koningsvleugel, Ricardo smoorde die poging echter in de kiem door, nog net op tijd, een toren op h8 te plaatsen. Daarom koos de Pionier eieren voor zijn geld en legde z'n aanval vast door h6+ en g5 te spelen, in de hoop, dat hij later nog profijt van die pionnen zou kunnen hebben. Intussen ging ook Ricardo op koningsjacht en liet zijn c-pion oprukken. Deze werd er op een gegeven moment afgeslagen, hoewel de gaten in de zwarte stelling wit wel tot voorzichtigheid zouden moeten manen. Ernst-Jan bleef ook zo voorzichtig mogelijk spelen, hoewel hij (later) wel aangaf ergens iets gemist te moeten hebben. Alles van de damevleugel was inmiddels verdwenen en Ricardo vluchtte met zijn koning naar h8, waar hij tenslotte in patpositie eindigde en de wedstrijd zodoende in 5½-2½.
Daardoor zag het wedstrijdformulier er als volgt uit:
Daardoor zag het wedstrijdformulier er als volgt uit:
Spijkenisse 3
|
1730
|
-
|
De Pionier 1
|
1787
|
5½-2½
|
|
1
|
Ricardo Klepke
|
2042
|
-
|
Ernst Pluim
Mentz
|
2086
|
½-
½
|
2
|
Erik in’t Groen
|
1814
|
-
|
Rik Verheij
|
1820
|
½-
½
|
3
|
Gijsbert Looij
|
1756
|
-
|
Ad van der Ree
|
1795
|
½-
½
|
4
|
Joey Brokaar
|
1746
|
-
|
Fred van
Wieringen
|
1716
|
1-0
|
5
|
Werner Hubner
|
1767
|
Jan van Dam
|
1772
|
1-0
|
|
6
|
Nick Groeneweg
|
1599
|
Jan van Huizen
|
1689
|
½-
½
|
|
7
|
Steyn de Lange
|
1557
|
Jaap Santifort
|
1760
|
1-0
|
|
8
|
Trist. Oosterbaan
|
1562
|
Frans Troost
|
1658
|
½-
½
|
Geen opmerkingen:
Een reactie posten