Als er een team extern moet spelen vallen er altijd gaten in het aanwezige bestand. Ook nu dus en omdat het een uitwedstrijd voor het tweede team betrof, was het ook nog eens een keer tussen de top en de staart. Maar de wel aanwezigen maakten er toch een leuke avond van met zelfs nog bekerpartijen.
Er stonden nog twee te spelen lotingen in de derde ronde van de bekercompetitie open en één daarvan was tussen Ronald van Velzen en Hans van Calmthout. Tussen hen gaapt een grote kloof aan speelsterkte, dus zou Hans wel snel de volgende ronde bereiken werd er gedacht. Maar niets bleek echter minder waar, hoewel de eerste partij daar niet helemaal aan meewerkte. Maar ook hierin wist Ronald prima partij te geven maar toch werd hij tenslotte tot opgave gedwongen. Dus zou de tweede partij wel het bekende fluitje van een cent laten zien voor Hans en werd er eigenlijk niet naar het verloop van die partij meer gekeken. Dus grote verbazing toen Ronald na een poosje nog achter het bord zat terwijl de klok al was ingesteld op snelschaken. Het bleek toen, dat Ronald de tweede partij had gewonnen en ze dus voor de beslissing moesten snelschaken. Maar dat bleek dan weer wel een kolfje naar de hand van Hans want hij wist beide minstens benodigde partijen beide op tijd te winnen. Dus Hans naar de volgende ronde.
Het gat in het aanwezige bestand bleek eigenlijk bij drie partijen, waarbij er steeds wel een verschil van zo'n 15 plaatsen (zo ongeveer de helft van het ledenbestand) tussen beide tegenstanders bestond. Zo werd leider Thijs van Dam ingedeeld tegen Bonne Faber, waarbij hij met "kleine zetjes" voordeel probeerde te halen. Qua stelling lukte dat ook prima maar Bonne wist toch lang stand te houden en het duurde wel zo'n veertig zetten voordat Thijs daadwerkelijk een materiële voorsprong wist te bewerkstelligen. Dat leverde hem een pion op maar Bonne had in de voorgaande periode wel voordeel kunnen behalen, hoewel hij dat niet zag. Maar de stelling was nu veel opener geworden voor Thijs en daar profiteerde hij prima van. Dat leverde hem een kleine 20 zetten later een toren op en meteen de partij.
Hetzelfde verschil in aanwezige plaatsen bestond tussen Jan van Baardwijk en Jan van Dam. Daarbij wist Jan van Dam zichzelf steeds aan de betere kant van de positie te vinden, hoewel het ook hier een flink aantal zetten duurde voordat er groter voordeel kon worden gevonden. Dat wist Jan van Dam stelselmatig te verdiepen en zo zag, veel later op de avond, Jan van Baardwijk in dat het allemaal vechten tegen de bierkaai aan het worden was en gaf hij de partij op.
Een iets minder groot gat was er te vinden tussen Wim Noordermeer en Casper Verbeek. Maar desondanks wist Wim te bewerkstelligen dat zijn stelling er steeds beter uit ging zien, hoewel Casper het hem daar niet echt gemakkelijk bij maakte. Dit alles mondde uit in een voorsprong van een pion of drie voor Wim en toen alle stukken van het bord waren verdwenen werd het een makkelijke opgave voor Wim om het punt binnen te halen.
Weer een groter gat prijkte er tussen Albert Schaefer en Sheila de Jonge. Maar dat werd voor Albert een beetje gecompenseerd doordat Sheila ook de nodige aandacht aan het verzorgen van de catering moest besteden. Toch zag Sheila kans om materiaal te winnen, hoewel Albert wel kansen op aanval wist te krijgen. Maar als je dan materiaal voor staat (minstens een stuk), dan is het toch makkelijker spelen. En dat lukte Sheila prima, hoewel Albert haar toch wel een beetje testte op slagvaardigheid. Bij Sheila heeft dat echter niet zoveel kans dus kon Albert op een gegeven moment zijn koning omleggen en Sheila feliciteren met een nieuwe overwinning.
De meest opvallende partij van de avond was toch wel die tussen Frits Wilschut en Leo Stelloo. Om daarbij te spreken van totale overmeestering door Frits gaat enkele stappen te ver maar Leo kwam wel heel moeilijk, zo niet verloren te staan. Toen helaas overzag Frits een dubbele aanval, waarmee hij zijn materiële voorsprong van een stuk verder had kunnen uitbreiden. Daarmee gaf hij meteen Leo ook de kans weer wat op adem te komen en aan een aanval te werken. Die kwam er ook, in de vorm van een paardschaak waarmee tegelijkertijd een toren en de dame van Frits zouden worden aangevallen. Deze combinatie zag Frits wel en die kon hij voorkomen door een kwaliteit te geven. Maar nu kwam hij wel moeilijk te staan, met z'n koning op de laatste rij en een toren van Leo op de voorlaatste, met nog de dame op de loer om mat te geven. En dat mat ging ook lukken want met een "sneaky" opspelen van een pion dreigde hij mat, wat Frits alleen maar enigszins op kon lossen door de dame te geven. Daar had hij weinig zin in en daarom gaf hij de partij maar op.
Hier de nieuwe tussenstand.
In het Rotterdamse speelde het tweede team dus haar wedstrijd en één van de leden van dit team, Fred van Wieringen, bleek bereid hier een verslag over te schrijven, wat hierna te lezen valt.
De meest opvallende partij van de avond was toch wel die tussen Frits Wilschut en Leo Stelloo. Om daarbij te spreken van totale overmeestering door Frits gaat enkele stappen te ver maar Leo kwam wel heel moeilijk, zo niet verloren te staan. Toen helaas overzag Frits een dubbele aanval, waarmee hij zijn materiële voorsprong van een stuk verder had kunnen uitbreiden. Daarmee gaf hij meteen Leo ook de kans weer wat op adem te komen en aan een aanval te werken. Die kwam er ook, in de vorm van een paardschaak waarmee tegelijkertijd een toren en de dame van Frits zouden worden aangevallen. Deze combinatie zag Frits wel en die kon hij voorkomen door een kwaliteit te geven. Maar nu kwam hij wel moeilijk te staan, met z'n koning op de laatste rij en een toren van Leo op de voorlaatste, met nog de dame op de loer om mat te geven. En dat mat ging ook lukken want met een "sneaky" opspelen van een pion dreigde hij mat, wat Frits alleen maar enigszins op kon lossen door de dame te geven. Daar had hij weinig zin in en daarom gaf hij de partij maar op.
Hier de nieuwe tussenstand.
In het Rotterdamse speelde het tweede team dus haar wedstrijd en één van de leden van dit team, Fred van Wieringen, bleek bereid hier een verslag over te schrijven, wat hierna te lezen valt.
Donderdag
5 maart was alweer de laatste uitwedstrijd voor het tweede team van
De Pionier. Met twee auto’s reden we in de stortregen naar
Rotterdam, om hopelijk een goed resultaat neer te zetten. Het zou
moeilijk worden gezien de gemiddelde rating van Onésimus. Je kon aan
de spelers van Onésimus merken dat zij ook gebrand waren om deze
wedstrijd te winnen. Na de mededelingen van de wedstrijdleider konden
de klokken worden gestart.
De
eerste partij die snel tot zijn einde kwam was die van Reinier van
der Wende. Aan bord 6 speelde Reinier een matige opening en kwam
positioneel minder te staan. De dame kwam op de damevleugel binnen en
het centrum werd bezet door een toren. Met een combinatie wist de
tegenstander van Reinier diens dame te veroveren en Reinier gaf op
(1-0).
In
tegenstelling tot Reinier wist Ad van der Ree aan bord 5 wel het spel
goed te ontwikkelen. Zoals we van Ad gewend zijn, werd er sterk
gespeeld en zijn er geen zwakke velden te vinden. Zijn tegenstander
dacht met een combinatie materiaal te winnen. Echter was het
andersom. De gekozen zet bleek zelfs stukverlies. Ad mocht meteen de
felicitaties in ontvangst nemen (1-1).
Vanaf
mijn bord kon ik op bord 2 kijken, waar Jan van Huizen speelde. Ook
Jan speelde ongelukkig in de beginfase en moest zelfs een stuk
afstaan. Dat was niet meer te verdedigen. Met een stuk minder
probeerde Jan de schade te herstellen maar het werd alleen maar
slechter. Verder spelen had geen zin meer (2-1).
Achter
mij zat teamleider Peter Derrez, met zwart, aan bord 8. Ook bij Peter
ging het mis. In het middenspel kwam hij twee pionnen achter. Peter
had een loper die totaal niet actief was en zijn tegenstander had een
paard, dat diverse pionnen kon veroveren. Peter gaf na enig nadenken
op (3-1).
Zelf
speelde ik, Fred van Wieringen, aan bord 4. De opening was niet
spectaculair. Totdat er een combinatie met de dames op het bord kwam.
Na afruil hield ik een gedekte vrijpion over. Daar moest ik toch van
proberen te profiteren. Maar, de stug verdedigende tegenstander hield
prima stand. Er was geen doorkomen aan en er werd tot remise besloten
(3½-1½).
Hetzelfde
gebeurde bij Alex van Wieringen, aan bord 3. Ook Alex kwam goed uit de opening.
De stelling was zeer complex, maar Alex wist een pion te veroveren.
Na diverse afruilen bleven beide spelers met een toren en pionnen
over. Met een pion meer was Alex in het voordeel, maar door tijdnood
zag hij niet de juiste voortzetting en ook hier werd tot remise
besloten (4-2).
Dan
de partij van Martijn van Dam. Aan bord 6 wist Martijn in het
middenspel met een mooie combinatie de dame te winnen. Wel had zijn
tegenstander nog twee torens. Met het naspelen van deze partij werd
geconstateerd dat Martijn een betere koningszet had kunnen spelen. Nu
konden de twee torens eeuwig schaak blijven geven (4½-2½). Met het
naspelen van een partij is het makkelijker om de juiste voortzetting
te vinden. Het was toch een knappe partij van Martijn!
De
laatste partij was die van Jaap Santifort aan bord 1. Jaap speelde
een prima partij en wist een goede positionele stelling op het bord
te toveren. Er werd zelfs een stuk veroverd. Zijn tegenstander kon
echter met zijn pionnen oprukken en werd daardoor gevaarlijk. Jaap
had aan de andere kant van het bord ook een (vrij)pion. Jaap sloeg
nog een remiseaanbod af en speelde stug door. Het lukte echter niet
om de partij te winnen omdat alle stukken werden geslagen waardoor
het remise werd. Al bij het genoemde naspelen bleek, dat Jaap had kunnen winnen als hij een stuk had geofferd en daarna de weg naar promotie voor zijn vrijpion had gekregen.
De eindstand werd door dit resultaat 5-3 voor
Onésimus, dat hierdoor naar de tweede plaats steeg. De Pionier staat
in de twee klasse op de vijfde plek en is veilig. De Hellevoeters
reden naar huis en het stortregende nog steeds….
Nu dan nog het wedstrijdformulier:
Onésimus 2 | 1700 | - | De Pionier 2 | 1677 | 5-3 | |
1 | Jan de Korte | 1855 | - | Jaap Santifort | 1724 | ½-½ |
2 | Marcel van der Linden | 1649 | - | Jan van Huizen | 1765 | 1-0 |
3 | Cor Treure | 1757 | - | Alex van Wieringen | 1670 | ½-½ |
4 | Henk Henderson | 1769 | - | Fred van Wieringen | 1687 | ½-½ |
5 | Andre Leffers | 1683 | - | Ad van der Ree | 1789 | 0-1 |
6 | Harm de Oude | 1669 | - | Reinier van der Wende | 1709 | 1-0 |
7 | Martin in't Veld | 1647 | - | Martijn van Dam | 1481 | ½-½ |
8 | Ap Willeboordse | 1572 | - | Peter Derrez | 1592 | 1-0 |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten