Ondanks de meer speciale datum kon er toch een redelijk aantal schakers worden begroet. Er werd niet alleen voor de interne competitie gespeeld, ook de tweede ronde van de bekercompetitie kon van start gaan, waarbij een drietal leden aan het einde van de avond wisten, dat ze konden overwinteren in deze competitie.
Er had zich niemand voor de gelegenheid gekleed, noch was er iemand te paard gekomen, hoewel sommigen wel op de een of andere manier de heilige Klaas mee hadden gesmokkeld en dat in meer of mindere mate in de loop van de avond aan de tegenstander lieten merken, op het moment zelf totaal onbewust.
De tweede ronde van de interne beker kende direct een topindeling, Jan van Huizen wist al een poosje, dat hij tegen Ricardo Klepke zou moeten spelen, alleen nog niet wanneer. Maar Ricardo had deze avond daarvoor vrijgehouden, zodat de degens gekruist konden gaan worden. Daarbij probeerde Jan natuurlijk zijn huid zo duur mogelijk te verkopen en dat lukte redelijk goed. Vooral in de eerste van de twee partijen wist hij lang mee te komen. Toch verloochende de klasse van zijn tegenstander zich niet en dat moest Jan twee keer erkennen.
Dan twee paringen, die volgens verwachting één kant uit zouden kunnen gaan, op Sinterklaasavond is alles echter net iets anders!? Want Ronald van Velzen steeg boven zichzelf uit tegen Jan van Baardwijk! In de eerste partij maakte hij het Jan zo moeilijk dat deze meer tijd nodig had dan hij ter beschikking had gekregen en dus op tijd verloor. Maar in de tweede partij herpakte hij zichzelf, hoewel Ronald hem daarin ook de nodige hersenbrekers voorschotelde. Maar Jan wist ze nu allemaal te omzeilen en zo werd het 1-1 en dus minstens twee partijen snelschaken. Daarbij werd elke partij door de witspeler gewonnen en aangezien Ronald de avond achter de witte stukken was begonnen mocht hij dat ook bij het snelschaken, dus twee keer winst daarbij voor Ronald en dus een plekje in de derde ronde.
Hetzelfde verhaal kan eigenlijk geschreven worden voor het gebeuren tussen Lisanne van Huizen en Leo Stelloo. Daarbij had Leo de hogere rating van beiden en kreeg dus minder tijd ter beschikking dan Lisanne. Dat merkte hij eigenlijk pas, toen zijn vlag was gevallen in de eerste partij. Ook Leo herpakte zichzelf in de tweede partij en wist deze dus te winnen. Ook hier dus snelschaken en daarin toonde Lisanne zich de sterkste door twee keer achter elkaar te winnen. Maar of ze daar nou zo blij mee mag zijn is de vraag want in de derde ronde wacht Ricardo!
De tweede ronde van de interne beker kende direct een topindeling, Jan van Huizen wist al een poosje, dat hij tegen Ricardo Klepke zou moeten spelen, alleen nog niet wanneer. Maar Ricardo had deze avond daarvoor vrijgehouden, zodat de degens gekruist konden gaan worden. Daarbij probeerde Jan natuurlijk zijn huid zo duur mogelijk te verkopen en dat lukte redelijk goed. Vooral in de eerste van de twee partijen wist hij lang mee te komen. Toch verloochende de klasse van zijn tegenstander zich niet en dat moest Jan twee keer erkennen.
Dan twee paringen, die volgens verwachting één kant uit zouden kunnen gaan, op Sinterklaasavond is alles echter net iets anders!? Want Ronald van Velzen steeg boven zichzelf uit tegen Jan van Baardwijk! In de eerste partij maakte hij het Jan zo moeilijk dat deze meer tijd nodig had dan hij ter beschikking had gekregen en dus op tijd verloor. Maar in de tweede partij herpakte hij zichzelf, hoewel Ronald hem daarin ook de nodige hersenbrekers voorschotelde. Maar Jan wist ze nu allemaal te omzeilen en zo werd het 1-1 en dus minstens twee partijen snelschaken. Daarbij werd elke partij door de witspeler gewonnen en aangezien Ronald de avond achter de witte stukken was begonnen mocht hij dat ook bij het snelschaken, dus twee keer winst daarbij voor Ronald en dus een plekje in de derde ronde.
Hetzelfde verhaal kan eigenlijk geschreven worden voor het gebeuren tussen Lisanne van Huizen en Leo Stelloo. Daarbij had Leo de hogere rating van beiden en kreeg dus minder tijd ter beschikking dan Lisanne. Dat merkte hij eigenlijk pas, toen zijn vlag was gevallen in de eerste partij. Ook Leo herpakte zichzelf in de tweede partij en wist deze dus te winnen. Ook hier dus snelschaken en daarin toonde Lisanne zich de sterkste door twee keer achter elkaar te winnen. Maar of ze daar nou zo blij mee mag zijn is de vraag want in de derde ronde wacht Ricardo!
Aan de top van de huishoudelijke indeling was het bijna alles Van Dam wat de klok sloeg, Thijs mocht de vele potjes, die hij al bij de jeugdafdeling had gespeeld tegen Martijn van een vervolg voorzien. Maar bij die jeugdafdeling ging het altijd sneller dan de partij van deze avond, vooral Martijn zonk regelmatig ver weg in zijn denktank. Maar daar wist hij niet mee te voorkomen, dat hij op zeker moment een kwaliteit kwijtraakte, hoewel hij desondanks toch wel een interessante stelling opbouwde. Thijs echter wilde graag zijn sterke positie op de ranglijst vast blijven houden en slaagde daar tenslotte ook in, hij wist de stelling, waarin hij twee torens (naast de koning en een aantal pionnen) ter beschikking had te winnen tegen toren en paard (en ook koning en een aantal pionnen) van Martijn.
Rik Verheij kon een interessante partij spelen tegen de derde Van Dam, tegen Jan en moest daarbij zijn verdedigende kwaliteiten uitermate ten toon spreiden. Desondanks wist Jan zijn stelling steeds meer te verbeteren, wat uiteindelijk betekende, dat hij er een pint bij kreeg.
Het leek een gelopen zaak te zijn, in de partij tussen Wim Noordermeer en Michiel Landman. Wim kwam namelijk steeds wat moeilijker te staan en verlies van de partij lag duidelijk op de loer. Maar dan is Wim vaak op zijn sterkst en ook tegen Michiel wist hij de kwaliteit achterstand, die hij, gaande de partij was opgelopen, prima te verdedigen. Toch ging die achterstand steeds meer meewegen en wist Michiel, heel langzaam maar toch vrij zeker, de partij naar zich toe te trekken. Dat leverde hem tenslotte het volle punt op.
Dan de partij tussen Bonne Faber en Reinier van der Wende. Dat was eigenlijk toch wel een speciale partij, beiden speelden ook voor Ontspanning uit Ouddorp, dat nu een soort van ter ziele is gegaan. In één van hun onderlinge partijen daar speelde Bonne dezelfde "grafzet" als deze avond en hij speelde al met de gedachte om op te geven, maar wie schetst zijn verbazing, toen bleek, dat Reinier dit zich niet meer herinnerde en in plaats van de stukwinst (en dus waarschijnlijk partijwinst) een slechte andere zet koos. Toch kwam hij beter uit de strubbelingen tot het eindspel en daar maakte hij de beslissende foute pionzet, waardoor Bonne kon opstomen met een pion naar diens ultieme Walhalla. Toen die pion echter op de zevende rij was aangekomen zag Bonne de daaruit voortkomende tempodwang voor Reinier niet en ging met z'n koning naar de andere vleugel, z'n pion dus in de steek latend. Toch wist hij op die andere vleugel tenslotte nog een pion te laten promoveren en Reinier zodoende tot opgave te dwingen.
In de partij tussen Peter Derrez en Kees Breen kon je je op een gegeven moment best vergissen. De koning van Kees kwam moeilijk aan de rand van het bord te staan, ook die van Peter stond echter niet veilig. Maar op zeker moment kreeg je, als je de stelling niet al te indringend bekeek, het idee, dat Peter mat in enkele zetten kon geven. Maar dat bleek een illusie, als Peter die matcombinatie in gang zou zetten zou hij als eerste torens moeten ruilen langs de g-lijn en daarmee veld h3 uit het oog gaan verliezen. En op veld h3 kon Kees dan mat geven! Maar, gelukkig voor hem, Peter had dit gezien en daar adequate maatregelen tegen genomen. Daarna bleek het voor hem niet meer zo moeilijk om de partij te winnen.
Het aantal spelers, dat was komen opdraven, was weer eens oneven en nu was het de beurt aan Casper Verbeek om die eer op te eisen. Hij mocht een zet doen en dan maar wachten of er iemand anders een zet zou komen doen. Dat gebeurde ook en er ontspon zich een interessante partij, waarbij het, als je de partij naspeelt, steeds meer op gaat vallen, dat er steeds iemand anders een zet kwam doen terwijl Casper zijn eigen lijnen bleef volgen. M.a.w., iemand van de andere Pioniers deed een zet met een bepaald plan er achter en wat later kwam een ander een zet doen zonder dat plan te kennen en bedierf daarmee eigenlijk de oorspronkelijke opzet. Casper wist met een toren en een paard een aanval op te zetten, die echter net te weinig doorsloeg. Aangezien er het nodige materiaal werd afgeruild en er ook steeds meer spelers klaar waren met hun eigen partij, kwam Casper toch wat meer in problemen, wat tenslotte partijverlies voor hem betekende.
Als eerste was Peter van Herp klaar met zijn partij tegen Frits Wilschut en Peter wist daarbij niet echt een vuist te maken, terwijl Frits zorgvuldig zijn zetten koos. Dat scenario betekende uiteindelijk weer eens een winstpartij voor Frits.
De nieuwe tussenstand.
Dan de partij tussen Bonne Faber en Reinier van der Wende. Dat was eigenlijk toch wel een speciale partij, beiden speelden ook voor Ontspanning uit Ouddorp, dat nu een soort van ter ziele is gegaan. In één van hun onderlinge partijen daar speelde Bonne dezelfde "grafzet" als deze avond en hij speelde al met de gedachte om op te geven, maar wie schetst zijn verbazing, toen bleek, dat Reinier dit zich niet meer herinnerde en in plaats van de stukwinst (en dus waarschijnlijk partijwinst) een slechte andere zet koos. Toch kwam hij beter uit de strubbelingen tot het eindspel en daar maakte hij de beslissende foute pionzet, waardoor Bonne kon opstomen met een pion naar diens ultieme Walhalla. Toen die pion echter op de zevende rij was aangekomen zag Bonne de daaruit voortkomende tempodwang voor Reinier niet en ging met z'n koning naar de andere vleugel, z'n pion dus in de steek latend. Toch wist hij op die andere vleugel tenslotte nog een pion te laten promoveren en Reinier zodoende tot opgave te dwingen.
In de partij tussen Peter Derrez en Kees Breen kon je je op een gegeven moment best vergissen. De koning van Kees kwam moeilijk aan de rand van het bord te staan, ook die van Peter stond echter niet veilig. Maar op zeker moment kreeg je, als je de stelling niet al te indringend bekeek, het idee, dat Peter mat in enkele zetten kon geven. Maar dat bleek een illusie, als Peter die matcombinatie in gang zou zetten zou hij als eerste torens moeten ruilen langs de g-lijn en daarmee veld h3 uit het oog gaan verliezen. En op veld h3 kon Kees dan mat geven! Maar, gelukkig voor hem, Peter had dit gezien en daar adequate maatregelen tegen genomen. Daarna bleek het voor hem niet meer zo moeilijk om de partij te winnen.
Het aantal spelers, dat was komen opdraven, was weer eens oneven en nu was het de beurt aan Casper Verbeek om die eer op te eisen. Hij mocht een zet doen en dan maar wachten of er iemand anders een zet zou komen doen. Dat gebeurde ook en er ontspon zich een interessante partij, waarbij het, als je de partij naspeelt, steeds meer op gaat vallen, dat er steeds iemand anders een zet kwam doen terwijl Casper zijn eigen lijnen bleef volgen. M.a.w., iemand van de andere Pioniers deed een zet met een bepaald plan er achter en wat later kwam een ander een zet doen zonder dat plan te kennen en bedierf daarmee eigenlijk de oorspronkelijke opzet. Casper wist met een toren en een paard een aanval op te zetten, die echter net te weinig doorsloeg. Aangezien er het nodige materiaal werd afgeruild en er ook steeds meer spelers klaar waren met hun eigen partij, kwam Casper toch wat meer in problemen, wat tenslotte partijverlies voor hem betekende.
Als eerste was Peter van Herp klaar met zijn partij tegen Frits Wilschut en Peter wist daarbij niet echt een vuist te maken, terwijl Frits zorgvuldig zijn zetten koos. Dat scenario betekende uiteindelijk weer eens een winstpartij voor Frits.
De nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten