woensdag 13 november 2013

Papendr./Albl.1-De Pionier 1


De derde ronde van de RSB-competitie stond ook voor beide bovengenoemde teams op het programma. Het bleek een aangename kennismaking, daar bleef het eigenlijk ook bij!?
Ruim op tijd meldden alle spelers van De Pionier 1 zich in Papendrecht bij het plaatselijke denksportcentrum. Een pracht van een plek om je hobby uit te oefenen en het is daarom ook een beetje moeilijk te begrijpen, dat deze vereniging niet groter is. Je wordt bijna jaloers als je ziet wat de gemeente Papendrecht aan het welzijn van zijn inwoners doet, al weet je eigenlijk niet, wat zoiets nu eigenlijk aan een huurder moet kosten. Vergelijk dit dan eens met wat andere gemeenten aan het welzijn van de inwoners pleegt te doen. Woorden schieten te kort!? Maar laten we ons op deze wedstrijd concentreren, daar ging het tenslotte om.
Voor De Pionier 1 was het slecht begonnen want teamleider Jan van Dam was voor deze avond verhinderd, kon echter wel vooruitspelen. Dus begonnen de andere zeven met een 1-0 achterstand want Jan wist niet door de goed gevoerde Franse verdediging van zijn tegenstander aan bord 3 heen te komen. Helaas een slecht begin dus.
De avond zelf begon, zoals zo vaak, redelijk rustig, hoewel het er na een uurtje spelen wel redelijk rooskleurig voor de Pioniers uitzag. Maar, hoe meer tijd er verliep, des te meer verwelkten die rozen! Toch leken de Pioniers grip op de wedstrijd te gaan krijgen dankzij Marcel Mol aan bord 2. Hij wist zijn koningsindische stelling met veel bravoure te voeren met druk langs zowel de lange zwarte diagonaal (Lg7 en Df6) als langs de (half open) f-lijn (Tf8 en Df6). Toch vergde het voor hem nog wel het nodige denkwerk, op een gegeven moment echter, als een soort duveltje uit (in dit geval eigenlijk in) een doosje werd begonnen met het opruimen van het spelmateriaal. Navraag bij Marcel gaf een opgestoken duim ten antwoord dus die hatelijke achterstand was in eerste instantie toch weggewerkt.
Hierna was het woord aan Ben Blakmoor aan bord 7. Ben is zo'n beetje een adept van het opspelen van zijn b-pion in de opening, regelmatig uitlopend in aapachtige geluiden, wat minder populair Sokolsky genoemd. Nu echter koos hij voor een flankgambiet, waarbij op een gegeven moment de a-lijn helemaal open kwam te liggen. Maar het enige gebruik, dat daar van kon worden gemaakt, bestond uit het afruilen van het zware materiaal. Zodoende ontstond een stelling van (ongelijke) lopers en een stel paarden met elk nog evenveel pionnen. Die pionnen waren redelijk tegen elkaar aan geschoven, zodat het remiseaanbod van de Papendrechter geen grote verbazing wekte. Maar dit werd gedaan in de periode, dat genoemde rozen steeds verder verwelkten zodat Ben een voorzichtig seintje kreeg om toch maar door te spelen. Dat noopte de Papendrechter even later blijkbaar tot forceren want hij offerde zijn loper tegen Ben's b-pion. Daarna ging het er toch heel anders uitzien voor Ben want hij wist dit voordeeltje keurig tot winst te voeren! Op dat moment dus een 1-2 voorsprong!
Maar er waren nog een aantal borden bezig, bijvoorbeeld Jan van Huizen aan bord 6. Jan wilde het eens op een andere manier proberen (cursus Noors of Zweeds?), kwam echter niet goed uit. Er kwam een hele vervelende loper op d6 te staan, gedekt door de witte c-pion. Jan had daar nou juist een concentratie van zijn officieren gepland, van een aanval kwam er dus weinig. Zo werd er nog een tijdje doorgemodderd, echt blij werd je daar helaas niet van. En inderdaad, even na de winst van zijn buurman, zorgde Jan er - ongewild, dat wel - voor dat de stand weer gelijk werd getrokken.
Dat duurde echter niet al te lang want aan bord 8 kende Fred van Wieringen een hele moeilijke avond. Zijn koning was, redelijk onbeschermd zelfs, in het centrum blijven staan, terwijl er een waar gevecht ontstond op die vleugel. Dat resulteerde in een voor wit doorgebroken g-pion op de f-lijn, die in eerste instantie op f6 bleef plakken. Fred had inmiddels een soort alles-of-niets aanval op de lange rochade van zijn tegenstander ingezet, die niet door ging slaan, ondanks het torenoffer, dat Fred er ook nog eens in stopte om open lijnen te krijgen. Maar met een, even fraai als subtiel, offer van genoemde f-pion kwam Fred's koning eindelijk van zijn plaats. Hij had daar die pion mee kunnen slaan, zou dan echter in enkele zetten mat zijn gelopen, dus naar de andere kant. Maar ook daar liep de arme monarch tenslotte ook in het opgestelde mes. Na afloop van de partij was de reactie van Fred bij het horen van de rating van zijn tegenstander er eentje van groot ongeloof: "Die man zag echt alles"! Weer een achterstand dus. 
Inmiddels had clubkampioen Ernst-Jan Pluim Mentz zijn duivels al wel weten te ontbinden aan bord 1. Die duivels bezorgden hem kwaliteitswinst, de stelling was echter zeker nog niet afgelopen want, toen de partij ècht was afgelopen, hoefden beide spelers al enige tijd niet meer te noteren. De stelling was inmiddels geminimaliseerd tot twee torens voor Ernst-Jan en een paard en een toren voor zijn tegenstander. Uiteraard nog gecompleteerd door elk een aantal pionnen. Het zwarte paard had overigens net zo goed naast het bord kunnen staan, op h4 en witte pionnen op g4 en h5 en de witte koning op g3 had het edele ros niets meer toe te voegen. De beide witte torens gingen op jacht naar de zwarte koning terwijl de zwarte toren zijn Waterloo aan het vinden was op e8, dit om te verhinderen dat de e-pion daar terecht zou komen. Inmiddels had Ernst-Jan zijn voorzorgen al genomen door alvast een witte dame in z'n vuist te klemmen! Het vervolg laat zich makkelijk raden want de zwarte koning werd eerst naar de rand gedwongen waarna één van beide torens via de d-lijn op d8 belandde en aldus de promotie verzekerde. Opnieuw was de stand dus weer in evenwicht getrokken.
Dat bleef ook nog even gehandhaafd, hoewel Ad van der Ree aan bord 5 het daar helemaal niet mee eens leek te zijn. In het middelspel had hij een (centrum)pion weten te winnen, waarna zijn stelling er redelijk winstgevend uit ging zien. Beiden hadden nog een loper van dezelfde kleur en twee torens. Waarschijnlijk had Ad het hier anders (misschien beter?!) moeten spelen, nu liet hij, na ruil van een stel torens en de lopers, de resterende loper nog een pion snoepen op de b-lijn. Ook enkele pionnen op de koningsvleugel werden nog geruild, terwijl Ad's a-pion was opgerukt tot a6, waar hij door een zwarte pion werd tegengehouden. Om nu een lang verhaal kort te houden, Ad's tegenstander bleek (hoewel in dreigende tijdnood) beter gerekend te hebben dan Ad want de torens werden geruild op g7 met nog een pionverlies voor Ad. Nu leek de witte koning sneller bij beide a-pionnen te zijn, wat ook wel zo was maar zijn zwarte evenknie kon daar de oppositie (afhouden is de moderne terminologie) nemen en zo dus remise forceren. 3½-3½ dus.
Ook het laatste bord, met Rik Verheij aan bord 4, zag er in eerste instantie heel goed uit voor De Pionier 1. Ook Rik voelde zich daar helemaal thuis in de stelling. Na fikse afruil kwam hij met beide torens op de f-lijn te staan om de daar aanwezige pion tegen te houden. Maar wit had nog een ijzer in het vuur, namelijk zijn h-pion, gedekt door een toren er voor. Rik had er voor gekozen zijn ene toren naar de - voor hem - achterste rij te brengen, waar hij hem eigenlijk beter naar g7 had kunnen brengen om zijn g-pion van achteren te ondersteunen. Hierdoor leek de witspeler de dreigende gevaren voor hem beter het hoofd te kunnen bieden, wat hem tenslotte ee algemene ruil op de koningsvleugel en nog een pionnetje op de damevleugel opleverden. Nu werd het een race tegen de klok (Rik had nog ruim 2 minuten, zijn tegenstander minder dan eentje), die Rik tenslotte ging verliezen. Hierdoor verloor het Pionierteam deze wedstrijd tenslotte met 4½-3½, waar het, als de kwartjes ietsje anders zouden zijn gevallen en de dubbeltjes net wat anders hadden gerold, voor hetzelfde geld 2½-5½ 0f 2-6 zou zijn geworden. Benieuwd dus wat de vierde ronde (De IJssel 1-Papendr./Albl.1) zal brengen!
Het wedstrijdformulier van deze avond zag er zo uit:
Papendr./Albl.1 1715 - De Pionier 1 1795 4½-3½
1 Bert Terlouw 1890 - Ernst-Jan Pluim Mentz 2100 0-1
2 Meinte Smink 1844 - Marcel Mol   0-1
3 Kees Brinkman 1818 - Jan van Dam 1795 1-0
4 Hans v.d.Beukel 1727 - Rik Verheij 1814 1-0
5 Ron Melger 1688 - Ad van der Ree 1762 ½-½
6 Jo Pattinama 1662 - Jan van Huizen 1679 1-0
6 Koert Timmerman 1589 - Ben Blakmoor 1714 0-1
8 Gerrit de Jong 1502 - Fred van Wieringen 1701 1-0
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten