Gelukkig waren alle geplaatsten in de gelegenheid deze avond te bezoeken. Er hoefde dus niet een ingewikkelde berekening toegepast te worden om een vervanger aan te wijzen. Voor de verdere aanwezigen (weer eens oneven helaas) was er een interne partij, hoewel de belangstelling voor wat er gebeurde bij het snelschaken geen hoge toppen scoorde.
Met Ernst Jan Pluim Mentz en Thijs van Dam was er wel een sterk deelnemersveld in de finale. Aangevuld met de jonge honden Tim van Huizen, Thomas Ammerlaan en Timo van Kesteren. Vooral van Timo mocht iets verwacht worden gezien zijn prestaties om de finale te bereiken. Maar hij zou één nadeel kunnen hebben omdat hij de week er voor met vakantie was geweest en dus weinig aan schaken zal hebben gedaan/gedacht. Dit vijftal werd nog aangevuld met de vanouds sterke snelschaker Jan van Dam. Er werd een dubbelrondig toernooi gespeeld, dus ieder speelde een keer met wit en een keer met zwart tegen elkaar. Het toernooi kwam al snel op stoom en in de tweede ronde werd al een eerste beslissing gemaakt toen Ernst Jan van Thijs verloor. Ook kwam er een eerste remise en wel tussen Thomas en Jan. Verder de eerste ronde geen al te grote verrassingen. Thijs won al zijn partijen en Timo verloor ze allemaal. De tussenstand was bijna dezelfde als de eindstand, hoewel Tim en Thomas daarbij van plaats wisselden. Dat kwam mede door de zesde ronde, waarin Ernst Jan van Tim verloor! Nog een uitslag die het vermelden waard is want Thomas speelde in ronde acht zijn tweede remise, nu tegen Tim. Dit alles bracht de volgende eindstand te weeg:
|
Thijs
|
Ernst Jan
|
Tim
|
Thomas
|
Jan
|
Timo
|
tot.
|
Thijs
|
x x x x
|
1 - 1
|
1 - 1
|
1 - 1
|
1 - 1
|
1 - 1
|
10
|
Ernst Jan
|
0 - 0
|
x x x x
|
1 - 0
|
1 - 1
|
1 - 1
|
1 - 1
|
7
|
Tim
|
0 - 0
|
0 - 1
|
x x x x
|
0 - ½
|
1 - 1
|
1 - 1
|
5½
|
Thomas
|
0 - 0
|
0 - 0
|
1 - ½
|
x x x x
|
½ - 1
|
1 - 1
|
5
|
Jan
|
0 - 0
|
0 - 0
|
0 - 0
|
½ - 0
|
x x x x
|
1 - 1
|
2½
|
Timo
|
0 - 0
|
0 - 0
|
0 - 0
|
0 - 0
|
0 - 0
|
x x x x
|
0
|
Zodoende heeft Thijs zichzelf dus opgevolgd als snelschaakkampioen van De Pionier en is dat nu al voor de vierde achtereenvolgende keer geworden! Daar past dan wel een foto bij, hoewel die al meer dan twee jaar geleden werd genomen:

Dan verder met de huishoudelijke competitie. Voor groep 1 kwamen slechts twee spelers in actie, de anderen speelden snelschaak of waren afwezig. De eerste partij daarvan was die tussen Jan van Huizen en Dik van der Pluijm (groep 2) en daarin bewees Dik nog maar eens zijn kunnen door Jan te verslaan. De tweede was ook tussen een speler uit groep 1 en eentje uit groep 2 en wel tussen Sheila de Jonge (2) en Rik Verheij. Daarin probeerde Sheila van alles maar ze wist Rik niet uit zijn evenwicht te brengen. Deze uitslagen brengen geen verschil te weeg in groep 1, waarin Ernst Jan de leiding heeft, gevolgd door Tim. Voor groep 2 werd één partij heel belangrijk en daar heeft Fred van Wieringen het volgende over te vertellen:
Albert Bijzitter en
Martijn van Dam streden voor de koppositie van groep twee. De opening
was goed en beiden gaven elkaar geen duimbreedte toe. Toch wist
Martijn een pion te winnen. Na een gevecht om het centrum en een
grote afruil, bleven er voor elk een toren over. En pionnen, waarvan
Martijn er één meer had. Het werd een spannend eindspel. Martijn
probeerde de extra pion uit te buiten maar Albert hield goed staand.
Het werd uiteindelijk remise en de spanning in groep twee blijft dezelfde, hoewel Albert twee punten dichterbij is gekomen! Dik is ook dichterbij gekomen en staat nu op een mooie derde plek in groep 2. Hij heeft Albert nu bijna ingehaald. Ook nog in groep 2 speelt Fred van Wieringen en hij nam het op tegen de leider van groep 3, Michiel Landman. Zoals voorspeld speelden Fred en Michiel tegen elkaar. Fred begon na - d4;f5 - g3;e6 en - c4 langzaam het centrum in te nemen. Michiel wist met
een mooi paard op e4 goed tegenspel te bieden. Dat paard op e4 beviel
Fred niet en met f3 moest het paard verdwijnen. Na een ruil kwam de
g-lijn open, waar Fred twee torens plaatste. Echter wist Michiel een
toren in te sluiten en Fred verloor een kwaliteit maar kreeg wel een
pion. Het centrum was voor de witte pionnen van Fred. Michiel zorgde
voor een open b-lijn en begon met twee torens aan te vallen. Fred wist
alles tegen te houden en na afruil bleven voor elk een toren en
pionnen over. Met Ta8 wist Fred de koning te isoleren en de d-pion
kon zomaar doorlopen, waardoor Michiel opgaf, een illusie armer. Hiermee blijft hij nog wel leider van groep 3, hoewel Peter Leentvaar wel gevaarlijk dichtbij komt. Maar Peter heeft te weinig partijen gespeeld om nog in aanmerking te komen. Wel wist hij een mooie maar moeilijke partij te winnen van Julian Krabbendam. Bonne Faber kreeg nu een kans tegen Jan van Baardwijk, geen makkelijke tegenstander eigenlijk. Dat bleek al na zo'n 15 zetten. toen Jan het betere van het spel kreeg. Dat ging zo verder tot de volgende stelling op het bord kwam. Er was wat afgeruild op e5 en Bonne meende mogelijkheden te zien met Pg5:De computer geeft hier - Ld3;g6 - Le4, enigszins hetzelfde idee dat Bonne had met Pg5. Ook hier volgde ...;g6 - Lf3 en Jan koos niet voor ...;Lxf3 maar voor ...;Tf5, wat het bord een beetje in vlam zette. Bonne koos nu voor - Lxb7 en Jan voor ...;Dxb7 en niet voor ...;Txg5, wat volgens de computer de iets sterkere voortzetting was geweest. Nu leek Bonne weer wat meer lucht te krijgen en opende Jan middels ...;Lg7 het centrum. Er werden nog een aantal zetten gespeeld en de slotstelling ontstond, waarin Janremise bood. Dat werd door Bonne na ampele overweging aangenomen. Er zitten namelijk geen directe gevaarlijke mogelijkheden meer in de stelling. Dit gaat allemaal om de prijs in groep 3, maar wel in de lagere regionen. Michiel staat nog steeds op polepositie maar wordt op de voet gevolgd door Bart Westdijk. Nog een partij uit groep 3 is die tussen Jacques Kokshoorn en Leo Stelloo. Over die partij wist Fred het volgende t vertellen: Jacques Kokshoorn en Leo
Stelloo speelden weer eens tegen elkaar. De partij ging lange tijd
gelijk op, totdat Jacques een pion te lekker vond en deze gretig pakte
met zijn loper. Leo kon echter met zijn dame schaak geven en de loper
pakken. Jacques gaf direct op. Zou Leo dus vroeger voor gifmenger hebben gestudeerd? In de aanhef is al gezegd, dat het spelersaantal oneven was en Frits van der Veeke toonde zich bereid om met het zwarte materiaal tegen de overigen te spelen. Een nadeel daarbij kan wel zijn, dat men de eigen partij te belangrijk vindt om een zet te komen doen. Voor Frits echter bleek dit een voordeel want hij won de partij op tijd terwijl hij zelf nog ruim drie kwartier ter beschikking had. Daar had hij overigens wel geluk bij want op zeker moment kwam er een stelling met dame en toren voor wit, op de c-lijn en een door de koning gedekte pion voor zwart op c7. Daar maakte "iemand" de fout om die pion met een eigen pion te slaan en zo kon de koning van Frits mooi wegduiken op c8. Hadden de witten echter met de toren genomen dan had het heel anders kunnen aflopen!Blijft dan nog over groep 4 en daarin staat Timo van Kesteren een straatlengte voor op nummer twee, Franka de Jong. Maar voor Timo geldt eigenlijk hetzelfde als voor Ernst Jan in groep 1. Worden er voldoende partijen gespeeld om zich (groeps)kampioen te mogen noemen? Voor deze groep werden nog twee partijen gespeeld, als eerste Hans Maagdenberg tegen Duncan Peltenburg en daar bleek Hansmoeite mee te hebben. Zoveel zelfs dat hij op zeker moment de partij opgaf. De laatste partij uit het rijtje dan en daar heeft Fred nog iets over te zeggen: Ook de partij tussen Wim
Noordermeer en Ellen Akershoek ging lange tijd gelijk op. Helaas voor
Ellen ging het mis. Wim won genoeg materiaal om de partij naar
zich toe te trekken en dan ook winnen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten