Lc1 werd gespeeld, waarna ik een stuk beter stond, maar andere opties zijn niet veel beter. Le3 was een betere poging, maar Ld6 komt dan nog steeds op het bord. Een andere - en coolere - optie was g4, maar na ...;Pxd4 - cxd4;gxf4 kom ik een pion voor te staan in een redelijk stabiele positie. Na 18. Lc1;Ld6 19. Pd2;Dc7 20. Pf1;Pxd4 kwam ik nog steeds een pion voor te staan. Ik had het misschien iets beter erna kunnen spelen, maar het was duidelijk aan de houding van mijn tegenstander te zien dat hij al een hoop moeite met de stelling had, zeker sinds hij al redelijk weinig tijd over had. De verliezende zet werd dan ook gemaakt op zet 31:
31. f4;exf4 en dame en toren worden allebei aangevallen. Met twee pionnen extra was het dan ook alleen nog een kwestie van stukken ruilen en nadat de dame werd geblunderd werd dan ook snel opgegeven:
Dxd2 en je kunt natuurlijk niet terugnemen.
Even later wist Maurits Leentvaar het tweede punt binnen te slepen aan bord 2. Vanuit de opening kon Maurits eigenlijk al winnen:
Maurits speelde 9. Pe5, maar 9. h4 was al een winnende zet. Na 9. …;h6 (of h5) kun je 10. Pe5 spelen, waarna je ofwel de loper g6 neemt - waarna motieven als Df3 en Lc4 winnen - ofwel als zwart dan ook 10. …;Lh7 speelt kun je direct Df3 - gevolgd door Lc4 - spelen waarna de positie vrij snel uit elkaar valt. De positie kwam al gauw weer in balans, zwart had wel een leuk paardoffer gevonden zodat de dames van het bord af gingen:
Maurits ging voor de beste aanpak met 21. Pe4;Pxc2 22. Pxd6+;Pxd6 23. Kxc2, waarna het eindspel kon beginnen. Daar liet het ratingsverschil zich wel een beetje zien en voor je het wist stond Maurits beter/gewonnen:
29. …;Td2+ was de fatale zet, want na 30. Kc1;Txf2 31. cxb7+;Kb8 32. Lc6 komt zwart erg passief te staan met zijn koning en paard (en wit heeft natuurlijk gewoon een pion extra). Nadat één paar torens werd geruild was de winst dan ook niet meer in twijfel. Ze speelden nog even door, maar nadat Maurits de f-pion en beide g-pionnen won en de toren ruilde was het tijd om op te geven:
De langste partij - en de partij met de meeste hartverzakkingen - was die van Julian Krabbendam aan bord 4. De eerste zet was een spiegeling van de partij van Maurits (waar 1.e4 d5 gespeeld was), in de vorm van 1.d4 e5, oftewel het Englundgambiet. Ook Julian kwam al vrij snel in een gewonnen stelling:
Julian rokeert hier, wat het voordeel grotendeels opgaf. Het beste idee was 12.Lxc6 geweest, omdat na ...;Lxc6 13. O-O je Pf5 dreigt en na 13. …;De5 14. De2 heb je ideeën als Tad1 en f5, waarna je als wit meer materiaal en activiteit hebt. Nog steeds was het geen makkelijke positie voor zwart en niet veel later kwam Julian weer gewonnen te staan, ditmaal door nog een pion te winnen. Wat ik dan zou willen zeggen is, dat hij een mooi toren + dame eindspel won, maar als er een gebied is waar Julian nog veel te leren heeft, dan is dat wel het eindspel. Hij ruilde de dames, wat al het voordeel een beetje weggaf:
35. f4 was de zet om nog voor de winst te gaan, maar 35.Td4 kwam op het bord en na Te5 dacht ik dat het remise zou worden. Toch wist Julian weer winstkansen te creëren:
De enige zet, die hier remise houdt, is 42. ...;Ta4, waarna 43. h5;Txa2+ 44. Kf3;Td2 (enige zet) uiteindelijk een gelijk einde geeft. Tg4+ werd echter gespeeld en na Kf3 staat Julian weer gewonnen. Weer komen we aan bij een cruciaal moment:
De winnende combinatie (in een willekeurige volgorde) is 51.Kg7;Te8 (of d8,c8,etc.) 52.h7;Ke4 53. Th3;f3 54. h8D;Txh8 55. Txh8;Ke3 56. Tf8;f2 57. c4;c5 58. Tf5, waarna wit meer dan genoeg tijd heeft om de c- en de a-pion te winnen. 51.h7 werd echter meteen gespeeld, waarna je een cruciaal tempo verliest na 51. …;Ke4 en is de positie weer een remise. Uiteindelijk wonnen beide spelers elkaars toren, zodat het een kwestie was wie er eerder bij de pionnen kwam. Het antwoord was even snel, maar Julian ging voor de winst:
Kd7 is de enige zet die niet verliest, waarna Kxc5 Kxc7 een simpele remise is. Julian ging echter voor c6, wat direct verliest na ...;Kc5 - Kd7 en Kb6, waarna wit uiteindelijk in zugzwang komt. Maar Kc5 werd niet gespeeld, maar Kd6, waarna Kd7 direct wint! Nadat promotie niet te stoppen was, werd dan ook opgegeven. Zie het wedstrijdformulier:
Met een beetje geluk hebben we dus gewonnen met 3-1. De enige club die, naast ons, nog kampioen kan worden is Spijkenisse V3. Dit is toevallig ook onze laatste partij. Als zij verliezen van Het Houten Paard V1 dan kunnen ze ons niet meer inhalen en bij remise zouden ze tegen ons 3½- ½ moeten winnen en als ze winnen dan moeten wij minstens remise spelen. Kortom, wij zijn grote favorieten om te winnen, maar nog niks is zeker.
Nu dan verder met de interne competitie, waarin nog acht partijen konden worden gespeeld. Als eersten komen we daar Jan van Dam en Hans van Calmthout tegen. Beiden verliezen - net als eigenlijk alle schakers - liever niet en zijn daarbij uiterst voorzichtig met het spelen van hun zetten. Ook kwamen ze elkaar al diverse keren tegen en kennen elkaars spel derhalve redelijk goed. Hans wist echter de koning van Jan een beetje op te sluiten op de damevleugel maar wist daar verder geen al te groot voordeel uit te halen. Er werd nog wat materiaal geruild en de koning van Jan kwam weer terug naar het centrum. Nu was het de beurt aan Jan om de koning op te gaan drijven en Hans had de keuze tussen de open ruimte en meer de bescherming van zijn nog resterende materiaal. Hij koos voor het tweede maar moest dan wel ruimtegebrek voor zijn koning op de koop toe nemen. Beiden bleven voorzichtig spelen en er werd nogmaals het nodige geruild. Dat leek dus op remise uit te draaien, wat Jan dan ook middels lichaamstaal aanbood. Hans wilde de stelling echter helemaal uitmelken en zo bleven tenslotte alleen nog de beide koningen op het bord achter met dus inderdaad remise en een directe sollicitatie naar de titel remisekoning door Jan. Een partij, die een beetje leek op de voorgaande was die tussen Albert Bijzitter en Tim van Huizen. Ook hier werd het nodige materiaal afgeruild en het had er steeds meer een beetje de schijn van dat vooral Tim tevreden was met remise. Althans, hij bood regelmatig stukken aan ter ruiling, waar Albert - al dan niet gedwongen - op in ging. Op zeker moment hadden beiden nog een zwartveldige loper en een viertal pionnen over. Daarbij probeerde Tim nog wat uit door zijn loper te gaan ruilen voor een pion. Albert wist echter geen groot voordeel uit deze situatie te halen zodat ook hier tenslotte remise als uitslag op de tabellen kwam. Michiel Landman lijkt steeds meer te gaan voor het kampioenschap van groep 3 en daarvoor kreeg hij nu de op de tweede plaats staande Peter Leentvaar tegenover zich. Maar Peter speelde te weinig partijen om er voor in aanmerking te komen, hoewel hij het Michiel toch duidelijk moeilijk probeerde te maken. Dat ging zelfs zo ver, dat hij nog een kwaliteit in het voordeel kwam ook. Maar het blijkt altijd moeilijk om een dergelijk voordeel vast te houden en zo leek Michiel het over te nemen. Met een beetje hangen en een beetje wurgen lukte het Michiel tenslotte om deze concurrent uit te schakelen. M.a.w., Michiel won de partij. Dan de beurt aan Bonne Faber. Hij kwam in beeld om Timo van Kesteren aan de tand te voelen en in eerste instantie ging dat vrij goed volgens de gangbare regels. Maar op een zeker moment wilde Bonne iets uitproberen met agressief spel, wat hem al direct een pion ging kosten. Er ontstond de volgende stelling:
Hierin werd goede raad al heel duur. Naast pionverlies dreigde immers ook stukverlies. Bonne vond de er gevaarlijk uitziende zet Pd5, waarmee bij goed spel van zwart er "slechts" ruil van paarden en lopers plaats zou gaan vinden. En Timo speelde het ook goed met - Pd5;exd5 - Dxd7;Tcf8 - Dxe7;Txf4 - De6+;Kh8 en nu maakte Bonne de volgende fout door zijn koning op de achterste rij te laten staan. Hij was bang voor torenverlies en speelde daarom - Tfd1, waar - Kh2 beter zou zijn geweest. Immers, na het gevreesde ...;Txf1 - Txf1 mag zwart niet terugslaan wegens mat achter de palen. Timo bleef de beste zetten vinden met ...;dxe4 - Dxd6;Dxa2 waarna er dus een tweede pion voor Bonne verloren ging en de volgende stelling ontstond:Hier dacht Bonne weer slim te zijn door - Dxf4;Txf4 - Td8+ te spelen maar Timo speelde hier à tempo ...;Dg8 - Txg8;Kxg8 en zo was voor Bonne alle vet van de soep en gaf hij enkele zetten later op nadat ook de laatste torens waren geruild en hij dus twee pionnen achter stond. Een partij, die de keuze van de opening alle eer aandeed met spannend spel en als conclusie "kort maar krachtig". Steeds knap gereageerd van Timo!Hierna kwam eigenlijk een verrassing bij Jacques Kokshoorn tegen Hans Maagdenberg. Van deze partij werd te weinig gezien om er zinvol commentaar bij te geven. Feit is wel, dat Hans de partij tenslotte wist te winnen. Dan weer eens de aloude strijd tussen Wim Noordermeer en Sheila de Jonge. Aloud in de zin van heel vaak als vluggertje gespeeld na afloop van de reguliere partij, zodat ze elkaars spel vanhaver tot gort kennen. Dat blijkt ook wel uit het feit, dat ze na een lange partij, die de hele avond duurde tot remise besloten! Dat ging het niet worden tussen Duncan Peltenburg en Frits van der Veeke. Hier leek het op een witte winst uit te draaien nadat Duncan een toren had weten te winnen. Maar zoals zo vaak, ook hier bedroog de schijn omdat Duncan in de war raakte, nadat Frits de dame, waarmee hij die toren had gewonnen, aanviel en hij i.p.v. de goede zet met de dame (Def1) een toren sloeg met een loper. Nu dus, met een dame voorsprong wist Frits het zo te zien redelijk makkelijk af te maken met een overwinning tot gevolg. De laatste partij uit het rijtje was die tussen Michael Smalheer en Dennis de Graaf. Ook Michael bleek enigszins te gemakkelijk met zijn materiaal om te springen, wat hem dus op het verlies van enige delen daarvan kwam te staan. Dat wist Dennis prima uit te buiten en hij won de partij tenslotte door een mat te forceren met dame en toren.
Dit alles brengt tenslotte weer een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten