De avond begon goed in het thuishonk van de vereniging. Er werd voor een tweede overwinning van het derde team gestreden en dat begon naar wens. Aan bord 6 speelde het veelbelovende jeugdtalent Timo van Kesteren en hij wist zijn tegenstander vanuit de start meteen onder druk te zetten. Daar zijn sommigen niet zo van gediend en willen daarom wel eens in de fout gaan. Zo ook hier, hoewel de stelling nog redelijk in balans was wist de Pascaller een afruilsessie af te sluiten met het verliezen van een toren. Hij gaf daarna ook meteen op. Na dat eerste punt kwam er vrij snel een tweede, dankzij Bonne Faber, die voor de gelegenheid aan bord 2 speelde. Bonne probeerde de stelling wat te vereenvoudigen door in bijgaande positie e5 te spelen. Dat mislukte een beetje omdat het aangevallen
De stelling was niet echt zo, dat doorspelen beter leek te zijn. Nu werd de tussenstand dus 2½-½ en verdere stellingen zagen er goed uit. Vooral die van Leo Stelloo aan bord 3. Leo had een voordelige stelling op weten te bouwen, wat ook aan de mimiek van zijn opponent te zien was. Maar Leo maakte een grote fout door in een positie met zijn dame op h4 en een toren op f4 te denken, dat die toren gedekt stond en hij zich daar geen zorgen over hoefde te maken. Maar toen de een loper op g4 verscheen zal hij er wel anders over gedacht hebben! Hij dacht nog het lek een beetje boven te krijgen door h6-h5 te spelen en zo de loper weer te verjagen maar werd verrast door het opspelen van de g-pion door zijn tegenstander, zodat zijn dame het veld moest ruimen. In tegenstelling tot de spelers van PASCAL speelde Leo wel door na torenverlies maar moest tenslotte toch opgeven. Het eerste verliespunt was daar en er kwamen helaas nog meer aan. Zo ook bij Bart Westdijk, die aan bord 1 de plek van Bonne had overgenomen. Wat er in die partij allemaal gebeurde is moeilijk te zeggen zonder het gezien te hebben. Wel kan gezegd worden dat Bart een stuk ging verliezen, nog even doorspeelde en daarna gedesillusioneerd opgaf en de tussenstand daarmee weer gelijk werd. Even gloorde er weer hoop aan Pionierkant dankzij Michael Smalheer aan bord 8. Michael vond zelf dat hij een soort van geluk had gehad wat de uitslag betreft. Want hij moest vechten voor het punt maar tenslotte kwam het toch zijn kant op waardoor de tussenstand toen 3½-2½ werd en de hoop op een positieve eindscore gehandhaafd bleef. Maar helaas, aan bord 7 wist Duncan Peltenburg geen voordelige score te bereiken bij zijn debuut in zijn eerste thuiswedstrijd. Lang zag het er nog vrij goed uit voor hem maar tenslotte moest hij toch het onderspit delven en de tussenstand op 3½-3½ brengen. Dan, zoals al vaker gebeurde dit seizoen, kwam het op de schouders van Baris Kinis, nu spelend aan bord 5, neer om het resultaat de boeken. Maar, net als de andere keren, ook nu lukte hem dat niet. Hij raakte materiaal achter en het ging er steeds meer op lijken, dat hij op tijd zou verliezen want zijn klok gaf eigenlijk al snel minder dan 20 minuten aan, terwijl zijn tegenstander nog rond een uur aan speeltijd had. Dat zou dan eigenlijk moeten betekenen dat Baris goed had nagedacht over zijn zetten. Maar dan mag je eigenlijk niet achter komen te staan qua stelling. Maar dat was wel zo en aan het einde van de partij had de tegenstander nog de beschikking over een toren en een pion, terwijl Baris daar vier pionnen tegenover kon stellen. Maar drie daarvan waren wel verbonden op de koningsstelling. Daar was de koning van de tegenstander helaas ook aanwezig. Baris deed zijn uiterste best nog wel om er minimaal nog een remise uit te slepen maar met een toren achterstand is dat heel moeilijk en tenslotte moest ook Baris zijn tegenstander feliciteren met een overwinning. Alles is te zien op het wedstrijdformulier:
Terzelfder tijd was het eerste team in Rotterdam bezig aan het trachten het eerste klasserschap nu definitief veilig te stellen. Er was namelijk nog een heel kleine theoretische mogelijkheid dat het ondanks de bereikte zes punten nog zou mislukken. Maar dan moesten wel alle aanwezige kwartjes de kant van het negatieve voor dit Pionierteam uit rollen. Jaap Santifort doet verslag van het gebeuren in Rotterdam en heeft daarbij een belangrijk oog voor zijn omgeving!Op een mooie, zonnige avond reden we richting het centrum van Rotterdam. Eigenlijk te mooi weer om binnen te zitten! Maar de plicht roept. Dankzij de navigatie konden we de slingerweg door Rotterdam prima volgen. Parkeren daarentegen was van een andere orde. De parkeerplaatsen zijn schaars en de parkeergarage in de buurt vertikte het om de deuren te openen. De app en de techniek communiceerden in verschillende dialecten met elkaar. Gelukkig bood een QR-code de oplossing. Snel naar binnen en op een drafje naar de speelzaal, want de klok tikte door. Onder gezellige muziek, die vanaf de pleintjes en balkons door de straten schalde, liepen we richting de speelzaal. Speelzaal is een wat groot woord voor deze locatie, maar daarover later meer.
We waren compleet, al was onze sterspeler Thijs van Dam afwezig. Gelukkig was Martijn van Dam een prima invaller op bord 8. Nu speel ik al jaren schaak, maar nog steeds word ik verrast door de openingen. Ongelofelijk, hoe snel je uit de theorie bent. Bijvoorbeeld op bord 2, waar Thomas Ammerlaan met zwart b3 tegenover zich kreeg. Hij antwoordde met b5 en daarna volgde een typische Thomas-partij en daar geeft hij zelf commentaar bij: Dat het een vreemde partij ging worden, werd al meteen duidelijk met de eerste zet: 1.b3;b5. Natuurlijk zijn er betere opties, e5 en d5 bijvoorbeeld, maar ik had al b5 voorbereid als d4 werd gespeeld, dus ik hoopte die kennis ook te kunnen gebruiken tegen b3. Na de eerste zet werden er weer normale zetten gespeeld voor de rest van de opening. Dat de partij geen remise zou worden werd al snel duidelijk op zet 12, na c5:
Een andere zet was Db3, waarna Pc6 gespeeld kan worden (Dxb7 is geen optie, sinds na Pa5 de dame vast staat). Na c5 speelde ik Pc6 en voor beide spelers zijn er nu kansen om te winnen, wit als de c-pion kan doorlopen en zwart kan winnen door op de zwakte op d4 te spelen, of door op een goed moment e5 te spelen. Ik probeerde dan ook langzaam meer druk te zetten op de d- en de c-pion met zetten als Pd7, gevolgd door Lf6. Op zet 19 had ik één van de twee doelen kunnen bereiken:
Nadat een flankpion naar h4/5, of a4/5 wordt gespeeld, is vaak het beste idee om zelf een pion in het midden naar voor te schuiven. Dit is geen uitzondering en e5 had me hier een mooi klein voordeeltje gegeven. Ik speelde echter La6, gevolgd door h5 en Lc4, met de hoop, dat ik op c5 kon slaan, aangezien de loper op b2 gepend stond. Maar dit werd ontlopen met Dd2. Na Dd2 speelde ik e5, waarna ik bijna verloren stond:
Ik zag het misschien een minuut nadat ik e5 had gespeeld, maar Txc4 zou een briljante zet zijn geweest. Nadat ik terug sla op c4 kan wit d5 spelen, waarna de positie gewonnen staat met de vrijwel onvindbare lijn ...;Pd4 - Pe4;Lh8 - Pxd4;exd4 - Lxd4;Lxd4, waarna je niet meteen de loper slaat, maar eerst d6 speelt en na ...;Lxf2+ - Dxf2;Db7 - Dd4;Te5 - h6 en Kf8:
Wit staat dan nog steeds een kwaliteit achter maar de vrijpionnen en een redelijk open koning voor zwart geeft een gewonnen positie voor wit.
Dxc5 is met schaak en na - Kh1;Ph5 staat zwart een toren voor. Geprobeerd werd nog - Lxg6;fxg6 - Lxg7, met als idee ...;Kxg7 - Pe6+ met een vork op dame en koning, maar na ...;Df2 - Tg1;Kxg7 - Pe6+;Kg8 - De7;Tg4 ging mijn tegenstander door de vlag:
Zwart heeft hier mat in 5, met - Pg5;Pg3+ - Kh2;Pf1+ - Kh1;Th4+ - Ph3;Txh3+ - gxh3;Dh2#. Andere lijnen geven nog sneller mat.
Ook aan bord 5 was het meteen raak. Maurits kreeg na 1.e4;e5 2.Pf3; f5 als antwoord. Ook hier kon het grote openingsboek worden dichtgeslagen en de denkmachine worden aangezet.
Zoals beloofd kom ik nog even terug op de speelzaal. Die bevond zich in een pand, dat de oudere spelers onder ons nog wel kennen uit de jaren 70 en 80. Een soort kraakpand met een socialistische inslag. De vloer was van beton, de bar was gemaakt van pallets en de gordijnen waren vuurrood. De muren hingen vol met posters met een opruiend karakter. Zoals: “Geen woning, geen koning”, “Dag van de Arbeid 1 mei”, “Feminist is always antifascist”, “F*CK VVD”, enzovoort. Ik had bijna de neiging om een joint op te steken. Hier moeten socialisten als Joop den Uyl en Wim Kok in hun jeugd hebben rondgelopen, stel ik me zo voor.
De spelers van de tegenpartij waren trouwens hartstikke vriendelijk en de sfeer was gemoedelijk. De meesten zaten aan de thee en koffie en er werd serieus nagedacht. Tot 22:00 uur was er weinig aan de hand. Mijn horloge gaf aan dat het bedtijd was, door middel van het “ZZZ”-icoontje. En om eerlijk te zijn zat ik ook wat te rustig in de partij. Het gevolg was een vrij symmetrische stelling waarbij we allebei kansen en dreigingen hadden, maar per saldo gelijk stonden. Dan maar even een plasje doen voordat de tijdnoodfase begon. Waar was de heren-WC? Ik dacht toch echt dat ik die gezien had. Maar toen ik richting de deur liep, veranderde het plaatje in een vrouwen-WC-icoontje…
Je merkt al aan mijn verslag dat ik bijzonder weinig vertel over de partijen zelf. Dat klopt, want ik heb te weinig kunnen zien van de andere partijen. Mijn directe buurman Maurits verspeelde een stuk in de eerder genoemde vreemde opening en was de hele avond aan het knokken om er nog iets van te maken. Tevergeefs — hij moest de tegenstander de hand schudden ten teken van overgave. Eerder al had Martijn gewonnen en blijft daarmee in beeld als supersub voor het eerste team. Zelf belandde ik aan bord 6 in een dame-eindspel met een gelijk aantal pionnen. De remise was daarmee een feit. De vorige keer hadden onze topborden het lelijk laten liggen. En je merkte dat ze nu meer hun best deden en op resultaat speelden. Eerst Jan van Huizen aan bord 3, die won na het afslaan van meerdere dreigingen. Ook zijn zoon Tim kwam aan bord 4 als winnaar uit de bus. Hij had twee pionnen meer en zeer actieve stukken, waaronder een pion op de zesde rij. Dat was precies voldoende voor de winst, concludeerde de tegenstander en zette de klok stil. Ook Ernst Jan Pluim Mentz behaalde aan bord 1 een half punt. Ondanks dat hij een kwaliteit moest geven om erger te voorkomen, bleef hij actief spelen. De onbalans in de stelling was in het voordeel van Ernst Jan. Zijn paard en twee pionnen tegenover een toren maakten het verschil. Daarnaast stonden er nog dames, een toren en wat andere pionnen op het bord. Nog genoeg om over na te denken, maar die tijd hadden ze niet meer. In tijdnood werd het remiseaanbod geaccepteerd.
Tenslotte was Jan van Dam nog bezig aan bord 7. Hij stond verloren in een paardeneindspel — nul tegen twee verbonden pionnen is meestal kansloos. Toch duurde het nog ruim een half uur voordat Jan moest opgeven. Hij had zich kranig geweerd. Hiermee kwamen we op een 5-3 overwinning en blijven we lekker meedraaien in de eerste klasse.
Bij het afrekenen vielen de lage prijzen op. Met een paar euro kun je daar een volle avond doorbrengen. Wellicht nog te danken aan Joop den Uyl en Wim Kok. Goedgehumeurd liepen we terug naar de parkeergarage. Het afrekenen daar leverde alsnog een rotgevoel op: ruim 18 euro. Die parkeergarage is vast van zo’n F*CKING VVD’er.
Ook hier een wedstrijdformulier:
Albert Bijzitter had er zin in tegen Reinier van der Wende. Met de witte stukken begon Albert een aanval op pion f7. Reinier moest alle zeilen bij zetten en de koningsstelling lag helemaal open. Dame, toren, twee lopers en een paard waren in de aanval betrokken. Reinier leek, via een omweg, naar de andere kant van het bord te vluchten maar Albert wist uiteindelijk toch een schaakmat te verzinnen. Een leuke partij om naar te kijken. Julian Krabbendam en Michiel Landman stonden dicht bij elkaar op de ranglijst. Dus waren aan elkaar gewaagd. Dat zag je ook in de partij. Met beiden een vrijpion op de damevleugel was het constant een geschuif aan stukken om de beste positie te krijgen. Het paard op g5 was wel een doorn in het oog van Julian. “Achteraf had ik dit paard met de loper moeten slaan” zei Julian. Het torenoffer van Michiel was inderdaad een blunder. Ik heb net na m'n zet Td1 loper pakt g4 gezien, maar niet gespeeld. Als Michiel dan mijn toren zou slaan kan ik een tempo winnen op zijn dame door met de pion terug te slaan. En mijn loper op g4 veilig terug te zetten.
Michiel wist met de pion op de b-lijn na een grote afruil te promoveren. De gepromoveerde dame moest Julian wel slaan, al kostte dat wel een toren en ook de partij.
Ook de partij tussen Jan van Baardwijk en Jacques Kokshoorn was gelijk opgaand, al kreeg Jacques meer grip op de partij. Vooral op de damevleugel. Met twee torens en een vrijpion wist Jacques het overwicht uit te drukken in winst.
De partij tussen Frits van der Veeke en Albert Schaefer begon met een paardoffer van Albert en hij hield er twee pionnen aan over. Albert leek deze pionnen goed te benutten, maar de dame van Frits wist de twee pionnen te slaan. Nu stond Albert een vol paard achter en dat was teveel. Frits speelde het rustig uit en won de partij.
Dan is het weer tijd voor een nieuwe tussenstand.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten