zondag 15 december 2019

De Pionier 2-PASCAL 1 en ronde 14

De laatste RSB-wedstrijd van het jaar en daarin kon het tweede Pionierteam bewijzen of men tweede-klasse waardig kon zijn. Voor de overige spelers stond weer een huishoudelijke ronde te wachten.
Door het uitvallen van de spelers van het tweede team en het wegblijven van enkele spelers werden dat wel partijen met een hier en daar vrij groot krachtsverschil.
De bezoekers uit Papendrecht/Alblasserdam leken er zin in te hebben want ze waren al ver voor de reglementair vastgestelde begintijd aanwezig. Had dat er misschien mee te maken dat ze, bij winst, de leiding over zouden nemen van het eerste team van HI Ambacht, dat verrassend gelijk had gespeeld tegen Erasmus? Maar dat zou overigens "slechts" op bordpunten zijn. Echter, gezien het nog volgende programma zou dit voor hen heel belangrijk zijn. Voor het Pionierteam was de insteek van het seizoen klassebehoud, winst deze avond zou dan ook heel mooi kunnen zijn, niet echter uiterst belangrijk.
Het leek er veel op, dat beide teams redelijk goed aan elkaar gewaagd waren, ondanks het tamelijk grote gemiddelde ratingverschil want de speeltijd was al voor meer dan de helft verstreken voordat er een verschil kon worden gemaakt. Bij een tussentijdse blik op de verschillende borden leek het overigens een enigszins moeilijke avond te worden voor vooral de Pioniers.
De eerste, waar een uitslag bij tot stand kwam, was bij teamleider Peter Derrez aan bord 8. Ook Peter leek niet direct veel slechter te staan, plotseling echter bleek hij een kwaliteit in te moeten leveren. Hij had namelijk een toren en zijn dame op dezelfde diagonaal van de damevleugel geplaatst en daarop landde een loper van dezelfde kleur. Dat had Peter duidelijk overzien. Hij probeerde hierna nog wel een noodsprong met een paard op de koningsvleugel, de tegenstander wist dat echter redelijk moeiteloos op te lossen en zo kwam het eerste puntverlies tot stand.
De volgende, die een resultaat wist te halen, was Jaap Santifort aan bord 2. Jaap, gekend als voorzichtige speler, wist een mooie positie op het bord te brengen, echter onvoldoende om dat verliespunt van zijn teamleider teniet te doen. M.a.w., Jaap kwam niet verder dan een (mooie) remise, waardoor de tussenstand ½-1½ werd.
Maar nu ging het slecht bij Reinier van der Wende aan bord 1. Reinier was voor de gelegenheid door zijn teamleider aan het eerste bord gezet omdat hij had aangegeven zich eens een keer ècht te willen bewijzen wegens zijn slechte resultaten van de laatste tijd. Daarbij trof hij het niet, hij speelde tegen iemand met bijna 2000 Elopunten, ruimschoots 200 punten meer dan hijzelf heeft. Reinier zette zich er ècht voor, toen bovenstaande resultaten door de jarige wedstrijdleider Sheila de Jonge op het wedstrijdformulier werden ingevuld, hoefde Reinier al niet meer te noteren, terwijl zijn tegenstander nog meer dan een uur over had. Desondanks had Reinier geen grandioze stelling in elkaar weten te zetten, hij werd eigenlijk overklast. Toch speelde hij geen slechte partij en kon, toch wel met een nul op zak, met opgeheven hoofd later op de avond naar huis gaan.
Hierna brak een periode met veel remises aan, vrij snel na elkaar een bord 6 bij Ad van der Ree en bij Fred van Wieringen aan bord 5. Bij Ad werd het een kwestie van een dame-eindspel met voor beiden een gelijk aantal pionnen. Beide dames leken op de damevleugel gebonden aan de verdediging van hun a-pion en daarom bood Ad remise. Z'n tegenstander wilde nog even doorspelen maar kwam al snel tot de conclusie, dat - ook voor hem - remise het hoogst haalbare zou zijn en bood dat op zijn beurt ook aan. Ad accepteerde het aanbod. Op dat moment plaatste de tegenstander van Fred een opmerking in de trant van "dat zouden wij ook wel kunnen doen", zonder het daadwerkelijk aan te bieden. Er werd dus nog even doorgespeeld maar ook hier kwam men tot de conclusie, dat er verder niets meer te halen viel, dus remise en een tussenstand van 1½-3½ en donkere wolken boven het Pionierteam.
Maar men had toch een zonnetje in huis, aan bord 3 zorgde Jan van Huizen daar voor! Jan had er voor gezorgd, dat hij de lange zwarte diagonaal in zijn bezit had, wat toch wel enige druk op vooral veld h8 opleverde. Ook wist hij de g-lijn half open te krijgen en met torens op de g- en de h-lijn bood dit kansen. Er werd nog het nodige afgeruild en Jan kreeg zo langzamerhand de partij helemaal in handen. Met 4 prachtige pionnen op de damevleugel tenslotte kon hij mooi opmarcheren, waarmee hij tenslotte een matnet wist te vlechten. Tenslotte kon de zwarte monarch matgezet worden op b8 en de wat draaglijker stand van 2½-3½ op het wedstrijdformulier komen.
Het remisegebeuren was nog niet afgelopen want aan bord 4 wist Alex van Wieringen zijn tegenstander goed in toom te houden, wat hem tenslotte de vierde remise van dat moment opleverde en meteen ook een tussenstand van 3-4.
Nu moest dus de partij van youngster Martijn van Dam aan bord 7 de einduitslag bepalen. Hier werd gedegen gespeeld en werd zo langzamerhand al het materiaal geruild, tot er voor beiden, naast de koning, nog een pion en een toren overbleven. Iedereen weet, hoe moeilijk een dergelijk eindspel kan zijn, zeker als alles goed in evenwicht is. Uiteraard hadden beiden nog slechts weinig bedenktijd over, hoewel dat met het Fischertempo steeds minder belangrijk wordt. Dan wordt het een kwestie hoe goed je dat eindspel beheerst en daar was Martijn niet al te zeker van bij zichzelf waarschijnlijk. Daarom bood hij op zeker moment remise, wat uiteraard onmiddellijk werd aangenomen. Daardoor immers kwam de eindstand op 3½-4½ en winst voor PASCAL. Na afloop werd Martijn natuurlijk nog wel het vuur aan de schenen gelegd omdat hij niet tot het alleruiterste was gegaan.
Sheila mocht tenslotte het wedstrijdformulier als volgt invullen:

De Pionier 2 1677 - PASCAL 1 1796 3½-4½
1 Reinier van der Wende 1709 - Melvin Holwijn 1937 0-1
2 Jaap Santifort 1724 - Teus Dekker 1883 ½-½
3 Jan van Huizen 1765 - Meinte Smink 1856 1-0
4 Alex van Wieringen 1670 - Kees Brinkman 1795 ½-½
5 Fred van Wieringen 1687 - Cees van Meerkerk 1783 ½-½
6 Ad van der Ree 1789 - Robin Bos 1749 ½-½
7 Martijn van Dam 1481 - Hans van den Beukel 1698 ½-½
8 Peter Derrez 1592 - Jo Pattinama 1665 0-1
De bezoekers lijken nog één superbelangrijke wedstrijd te spelen te hebben. Als ze daar een goed resultaat weten te behalen dan spelen ze volgend seizoen waarschijnlijk een klasse hoger.
Door het wegvallen voor de interne competitie van de spelers van het tweede team  en het afwezig zijn van enkele Pioniertoppers viel er een gat in de indeling. Hierdoor moesten enkele wèl aanwezige toppers het stellen met spelers uit de tweede garnituur. Zo kreeg Jan van Dam het te stellen met Leo Stelloo, waarbij het eigenlijk de verwachting was, dat beiden al snel weer rond zouden lopen om te kijken wat de anderen deden op hun bord. Maar dat bleek best mee te vallen, ze wisten het zelfs vol te houden tot een poosje nadat alle andere spelers al klaar waren met hun partij. Zou dat wijzen op minder sterk spel door Jan of steeg Leo boven zichzelf uit? Beide redenen waren enigszins aanwezig en dat deed Leo op zeker moment zelfs de euvele moed hebben om remise aan te bieden. De lichaamstaal waarmee Jan dit aanbod afwees geeft wel aan, waarom hier sprake mag zijn van "euvele moed"! Later zou Jan nog zeggen dat hij een pion voor stond en dus totaal geen reden zag om niet door te spelen. Inderdaad wist Leo het niet meer te bolwerken en moest Jan tenslotte feliciteren met de partijwinst.
Zo speelde Bonne Faber tegen lijstaanvoerder Thijs van Dam en die partij ging langere tijd vrijwel gelijk op. Toch kon je wel zien, dat de focus van Bonne vooral op verdedigen lag en dat Thijs zijn zetten redelijk makkelijk speelde. Dit alles had tot gevolg, dat de partij zelfs meer dan 40 zetten duurde voordat Bonne de keuze kreeg tot dameverlies of opgeven. Uiteraard koos hij voor de laatste optie, waardoor Thijs nog iets steviger op de eerste plaats komt.
Nog een partij met groot krachtsverschil. Rik Verheij tegen Wim Noordermeer. Hun partij was als één van de eersten klaar, zodat er eigenlijk weinig van werd opgemerkt. Wel echter, dat Rik vrij snel rondliep met een air van overwinnaar.
Eigenlijk een herhaling van een week eerder was de partij tussen Jan van Baardwijk en Ronald van Velzen. Toen speelden ze tegen elkaar voor de beker, nu dus voor de huishoudelijke competitie. Net als die bekerpartijen was de winst nu ook voor de witspeler, hoewel Ronald zich goed verdedigde maar tenslotte toe moest geven, dat Jan deze avond de sterkste was.
Datzelfde gebeurde ook tussen Casper Verbeek en Frits Wilschut. Maar zij waren veel sneller klaar en ook hier toonde de witspeler zich de overwinnaar.

De nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten