zaterdag 6 januari 2018

Ronde 16

In deze ronde werd de tweede ronde van de bekercompetitie voltooid. De volgende ronde gaat dan over 3 weken van start. Dit waren al spannende partijen, ook de andere leden lieten niet met zich spotten en deden hun best er iets moois van te maken. Alleen het resultaat was niet voor ieder even verblijdend!

Bij de eerste van de twee bekerindelingen zou dan de nieuwe bedenktijdsverdeling eens ècht worden uitgetest. In partijen met de "normale" bedenktijd had Michiel Landman immers geen serieuze kans om van Ernst-Jan Pluim Mentz te winnen. Maar nu had hij bijna een heel uur meer bedenktijd! Maar het was wel met het nieuwe Fischer-tempo, ook Ernst-Jan kreeg er dus per zet 15 seconden bij. Vooral in de eerste partij wist Michiel een bevredigende stelling op te bouwen en de bedoeling van de wijziging van het reglement leek vorm te gaan krijgen nu ook iemand met de veel lagere rating een goede kans op de volgende ronde ging krijgen. Maar het kwam tenslotte op het eindspel aan en daarin wist Ernst-Jan zijn favorietenrol waar te maken met dus winst. De tweede partij ging eigenlijk helemaal anders want nu wist Ernst-Jan het betere van de partij te krijgen. Toch wist Michiel stand te houden met een koning, bijna helemaal omringd door vijandelijk personeel. En na afruil van enige officieren kreeg hij z'n dame achter de witte verdediging geposteerd en kon daar dan op een gegeven moment eeuwig schaak bieden. Dat zag Ernst-Jan en dus bood hij remise, wat voor hem voldoende was voor de volgende ronde en Michiel toch een tevreden gevoel gaf. Maar dreigt er nu toch, na acht achtereenvolgende seizoenen met bekerwinst, uitschakeling voor Ernst-Jan?
De andere bekerindeling was die tussen Bonne Faber en Martijn van Dam. Hierbij had Martijn zo goed als een kwartier meer bedenktijd, in de eerste partij echter was dat verandert van een kwartier meer naar 10 minuten minder!? Daar kun je wel een beetje aan zien wie de meeste moeite had met de stelling. Het begon eigenlijk nadat Martijn zijn dame wegspeelde om daarmee de penning op zijn koningspaard kwijt te raken, dit kostte hem echter wel een open koningsstelling (hij had kort gerocheerd omdat zijn koning moeilijk kwam te staan in het centrum) en aanvalspunten voor Bonne. Die wist z'n e-pion op te spelen, daarmee weliswaar die dubbelpion van Martijn op de f-lijn op te lossen, hiermee echter ook meteen zijn dame in het spel te brengen. Na hiermee een pion gewonnen te hebben werd de onbeschermde h-pion aangevallen, wat slechts op te vangen was met het tussenplaatsen van de dame en daarmee dameruil. Maar nu kwam de achtergebleven c-pion van Martijn onder zware druk, wat tenslotte tot gevolg had dat (ook) de torens werden geruild en Bonne, naast een vrije c-pion ook een stuk meer overhield. Dat bleek al snel genoeg voor Martijn zodat hij de eerste partij opgaf. In de tweede partij kwam hij gevaarlijk opzetten op de koningsvleugel, terwijl Bonne zijn aandacht wat meer op de damevleugel gericht had. Dit had slecht voor hem af kunnen lopen als Martijn wat beter had opgelet en zijn dame ook in het (koningsvleugel)spel had gebracht. Maar dat gebeurde niet en opnieuw werden op een gegeven moment de dames geruild, hoewel Martijn daarvoor de fout had gemaakt zijn beide torens op paardensprongafstand van elkaar te plaatsen. Dat kostte hem dus een kwaliteit, waarna Bonne nog probeerde remise af te dwingen via herhaling van zetten. Daar ging Martijn tenslotte niet op in maar ruilde zijn laatste toren. Nu kwam de andere toren van Bonne via een schaakje langs de achterlijn achter de zwakke damevleugelpionnen van Martijn, die nu maar remise bood. Dat aanbod nam Bonne meteen aan, hoewel de stelling duidelijk gewonnen was. Maar met deze remise werd de derde ronde van de bekerstrijd bereikt.
In de interne competitie - waar toch wat minder aandacht aan kon worden besteed - had Jan van Dam nu eens Sheila de Jonge als tegenstander gekregen. Daarbij sloeg Jan als het ware de stelling van Sheila in kleine stukjes en kreeg een gevaarlijke aanval op haar koningsstelling, waarbij de monarch zich nog op z'n uitgangspositie bevond. De f-lijn raakte daarbij (half) open en Jan wist de positie keurig naar winst te spelen.
De langstdurende partij deze avond was die tussen Jan van Huizen en Fred van Wieringen. Beide spelers zijn redelijk aan elkaar gewaagd, wat ook nu weer bleek. Alleen wist Fred niet te rocheren en kreeg ook te maken met een tot de tweede lijn opgerukte c-pion. Die kon tenslotte onschadelijk worden gemaakt, waarna de stelling enigszins een remisegedachte opriep bij Fred. Die bood dat dan ook aan, Jan wilde echter geen hele avond geschaakt hebben voor een halfje en ging daarom voor "de dood of de gladiolen". Door pionnenruil op de koningsvleugel wist hij een open h-lijn te krijgen, waarlangs hij met een toren de stelling van Fred binnendrong. De hierdoor volgende consequenties wist Fred alleen maar het hoofd te bieden door het offeren van een kwaliteit, waarna hij alles zette op zijn vrije (toen) c-pion. Maar daar had hij slechts koning en paard bij, terwijl Jan de zaken naar zijn hand kon zetten met een toren en nog twee vrijpionnen op de damevleugel. Dat betekende dus, tegen sluitingstijd, een vol punt voor Jan.
Twee volop gebruikers van bedenktijd, Leo Stelloo en Jan van Baardwijk, speelden tegen elkaar en daarbij wist Jan toch het betere van het spel te krijgen. Vooral de koning van Leo kwam moeilijk te staan, op zijn eigen vleugel. Daar kon Jan op zeker moment schaak geven met z'n dame, hiermee tegelijkertijd een (ongedekte) toren van Leo aanvallend. Zelfs voor Leo bleek dit teveel van het goede en enkele zetten later gaf hij dan ook op.
Een spannende partij werd gespeeld tussen Peter Derrez en Reinier van der Wende. Daarin probeerde Reinier al het mogelijke om Peter in het nauw te brengen, Peter echter wist z'n positieven bij elkaar te houden, net als zijn stelling en zo dreef de partij voort naar een (aangenomen) remiseaanbod.
Helaas niet gezien hoe Wim van Schie afrekende met Frits van der Veeke. Deze partij was al afgelopen toen de meesten nog in diep gepeins verzonken zaten.
Eigenlijk ging het met de partij tussen Casper Verbeek en Frits Wilschut net zo, hoewel Frits na afloop ervan wel een brede glimlach op zijn gezicht wist te toveren, wat dus winst betekende!
De resultaten van Kees Berkhout kunnen bij hem toch niet een glimlach op het gezicht toveren, ook nu weer verloor hij, ditmaal van Ronald van Velzen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten