zaterdag 18 mei 2013

Bekerfinale en ronde 33


Alle competities beginnen in en beslissende plooi te vallen. Zo werd vorige week het snelschaken beëindigd en deze week de IBC. Nu de huishoudelijke competitie nog en daarvoor werden ook een aantal partijen gespeeld.
Voor de beker mochten Ernst-Jan Pluim Mentz en Simone 't Mannetje tenslotte de degens kruisen. Dat hadden ze bereikt door achtereenvolgens Sheila de Jonge, Bonne Faber, Fred van Wieringen en Jan van Dam (Ernst-Jan) en Mehdi Potters, Jan Straatman, Jan van Huizen en Michiel Landman (Simone) uit te schakelen. Nu moest dus in minimaal twee partijen met beperkte bedenktijd worden uitgemaakt wie daarbij de sterkste (of de meest gelukkige?) zou worden. Simone bleek op voorhand al heel blij te zijn de finale te hebben bereikt en verwachtte daarin geen onverwachte verrassing te zullen kunnen plaatsen. Wat moet je immers ook tegen iemand, die deze fraaie prijs al in de drie voorafgaande seizoenen voor zich heeft opgeëist? In de eerste partij wist Ernst-Jan direct al het verschil te maken, ook al had hij 10 minuten minder bedenktijd. Maar dat verschil had Simone eigenlijk al vrij snel genivelleerd en kwam zelfs al op tijdsachterstand. Maar niet alleen in tijd kwam ze achter, ook haar stelling werd stilaan zwakker en zwakker en tenslotte bleef haar weinig anders over dan opgave. Na even de benen te hebben gestrekt en de zenuwen weer onder controle gekregen te hebben werd aan de tweede partij begonnen. Nu spelend met de witte stukken kreeg Ernst-Jan eigenlijk wat minder vat op zijn tegenstandster en er kwam zelfs een positie op het bord, waarbij beiden eigenlijk wel tevreden zouden zijn geweest met remise, ware het niet, dat Simone, wilde ze nog voor de prijs in aanmerking kunnen komen, moest winnen. Dus maar verder gespeeld, zonder een remiseaanbod. Dan moet je eigenlijk wel gaan forceren en zodoende kwam Simone een kwaliteit achter. De toren van Ernst-Jan ging toen doen wat torens vaak doen in een eindspel: op pionnenjacht. En het paard van Simone was niet getraind op deze verdediging, dus gingen er pionnen verloren. En Simone wilde pertinent mat of (liever eigenlijk) pat worden gezet, dus al haar materiaal verdween langzamerhand in het doosje. Na nog eens Korchnoi's schhak der wrake te hebben gegeven moest ze tenslotte ook de tweede partij opgeven en kreeg Ernst-Jan zijn alweer tweede prijs van dit seizoen in handen.
Voor de interne competitie kreeg Jan van Baardwijk te maken met Jan van Dam, die theoretisch de enige nog is, die Ernst-Jan van zijn derde prijs af zou kunnen houden. Maar dan moet Jan eigenlijk verder alles winnen en Ernst-Jan juist niet. Nu, tegen zijn naamgenoot, moest Jan al flink aan de bak, kreeg echter wel een flinke voorsprong in bedenktijd opgebouwd. Maar Jan van Baardwijk is daarin een aparte speler eigenlijk, denkt lang na over zijn zetten, maar als hij in tijdnood komt dan weet hij het zijn tegenstander plotseling nog heel moeilijk te maken. Nu echter kreeg hij naar het einde toe met een vrijpion te maken, terwijl ook zijn koning in het nauw kwam. Hierbij werden de dames geruild en wist die vrijpion zich nog tot dame op te werken (als Jan van Baardwijk hem dat had gegund). Winst dus voor Jan van Dam, maar met zijn bekerwinst kreeg Ernst-Jan zelfs nog meer punten voor de huishoudelijke ranglijst.
Ook al stonden ze regelmatig vrij dicht in elkaars buurt, toch werd het deze ronde pas de tweede keer, dat Jan van Huizen en Bonne Faber tegen elkaar werden ingedeeld dit seizoen. In het begin bleef de partij redelijk lang gelijkop gaan, totdat Jan meende zijn verdediging wat te rigoureus te moeten gaan voeren. Bonne kreeg het voor elkaar zijn slechte loper te ruilen tegen de sterke van Jan en ging even later ook een enigszins in de steek gelaten pionnetje van Jan oppeuzelen. Jan had misschien gedacht die pion wel te kunnen geven voor een aanval, kwam echter van een koude kermis thuis, die aanval werd opgevangen en de dame, die de pion had gegrepen, kwam niet in het nauw. Sterker nog, op zeker moment dreigde Bonne een stuk te gaan winnen ook. Dat kon Jan alleen maar voorkomen door het geven van zijn laatste toren tegen het overgebleven paard van Bonne. Jan koos er toen echter voor de partij op te geven.
Jan Straatman deed alle moeite om Ben Blakmoor in problemen te brengen, dat lukte echter niet. Juist Jan was degene, die het moeilijk kreeg. Daar kwam hij in eerste instantie goed uit, later echter wist Ben een dermate betere stelling op te bouwen dat er geen eer meer voor Jan mee was te halen. Alleen opgave bleef hem over.
Het had er alle schijn van, dat Wim Noordermeer een punt kwijt zou raken aan Ger Croonenberg. Ger had namelijk twee pionnen buit weten te maken van Wim en ook z'n stelling zag er veelbelovend uit verder. Alleen zijn koning stond wat bloot op de damevleugel en daar zal Ger wat te weinig aandacht aan hebben besteed. Want Wim kwam opzetten met een toren en wist zelfs een stuk te winnen. Helaas voor Ger was toen verlies niet zo ver meer.
Dat kwam er uiteindelijk ook voor Sheila de Jonge tegen Leo Stelloo. Je bent eigenlijk van Leo gewend, dat hij halverwege de partij al veel meer tijd heeft verbruikt dan zijn tegenstander. Nu echter bleek Sheila meer tijd te gebruiken. Ze voelde zich niet thuis in de stelling en gebruikte veel tijd om dat te verbeteren. Nu echter kwam de kracht van Leo om de hoek kijken en wist hij die ook te benutten. Het duurde nog wel een poosje, tenslotte echter bleef er Sheila niet anders meer over dan maar op te geven.
Michiel Landman leek een makkie te krijgen tegen Trudy Angeneind, niets was echter minder waar! Hij raakte op een gegeven moment zelfs een stuk achter! Dan echter komt toch de grotere ervaring om de hoek kijken en Michiel trok eerst de materiaalverhouding weer recht en wat later kwam daar ook nog de partijwinst bij. Maar Trudy blijft volhouden!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten