zaterdag 5 maart 2011

Overschie 3-De Pionier 2

Al de tweede ontmoeting tussen beide clubs, alhoewel Overschie wel beide keren het thuisvoordeel had. En als je daar wel eens naar toe hebt gemoeten, dan weet je, wat dat kan betekenen!?

Puur rekenkundig bezien stond De Pionier met 5-3 vóór, de reclameslogan "resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst" wil daar nog wel eens mee afrekenen.
Aan Pionierkant was er sprake van één invaller, om het team rond te krijgen kostte, ondanks dat, de nodige moeite. Want er schijnt deze dagen weer eens een griepvirus rond te zwalken en dat had de in eerste instantie beoogde invaller getroffen. Tenslotte was "om tien voor twaalf" Leo Stelloo bereid gevonden de opengevallen plaats in te nemen. "Maar" zo zei hij, "reken nergens op wat m'n score betreft". Onderweg naar Overschie bleek echter zijn meerwaarde! Hij bleek geboren en getogen in Overschie en de rit er naar toe (zelfs de moderne navigatieapparatuur zouden daar best wel eens moeite mee kunnen hebben) werd daarom een feest van herkenning voor de enthousiaste Leo. Tegenwoordig is het daar zo goed als allemaal steen en beton wat je tegenkomt, hij had het meegemaakt dat de weilanden nog overheersten! Je komt daar eigenlijk niet alleen steen en beton tegen, maar ook wel - en dat waarschijnlijk vooral 's avonds - het "blik op de weg" is dan meer dan voldoende aanwezig. Je auto kwijtraken is dan, vooral door het vele - logisch vanwege meerdere smallere straatjes - éénrichtingsverkeer levert dat extra moeite op.
Maar laten we ons verder richten op de wedstrijd, daarvoor immers kwam De Pionier 2 naar Overschie. Vooral aan bord 2 was het van korte duur want Jan van Baardwijk trapte daar in een openingsvalletje en kon na 6 zetten opgeven! Het commentaar van beide spelers achteraf was veelbelovend: "dat speel ik anders nooit"!
Maar een poosje later werd de stand weer rechtgetrokken door Bonne Faber aan bord 6, die langzamerhand weer aan het terugkomen lijkt te zijn van zijn schaakdip van het begin van het seizoen. Tegen de voorzitter van Overschie kwam hij eigenlijk nauwelijks in problemen. Vooral toen deze door een verkeerde afruilmethode zijn e-pion kwijtspeelde raakte het hek van de dam. Bonne kwam met zijn beide centrumpionnen opgestoomd en middels een penning, die de voorzitter niet aan had zien komen, won hij een paard. Even nog leek het opletten geblazen omdat toen al het zware witte materiaal getripleerd op de voor wit half-open f-lijn verscheen, via een penning op de onderste rij kon er echter een toren worden geruild. Opnieuw speelde wit het niet goed want, in plaats van de andere toren tussen te plaatsen na het volgende schaak, speelde hij zijn koning weg zodat de zwarte dame ook op de onderste rij kon verschijnen, de koning nog verder het veld in moest en er nog een pion sneuvelde. Na het "schaak der wrake" kon tenslotte de laatste witte toren worden gepend en veroverd, wat de Overschie-voorzitter als een goed bestuurder noopte tot opgave.
De stand bleef nog even in evenwicht want aan bord 8 speelden "de krasse knarren" van beide teams tegen elkaar en hielden elkaar in evenwicht. Eigenlijk kun je overigens beter spreken van "de krasse Leo's"! Voor de Pionier-Leo begon de partij wat moeilijk, hij voelde zich niet op zijn gemak in de opening. Maar dat loste hij gelukkig allemaal op en de stelling werd langzamerhand gelijkwaardig. Dat bracht de Overschie-Leo tot het doen van een remiseaanbod, wat - na overleg - werd geaccepteerd.
Waarschijnlijk is er bij die acceptatie wat te veel naar de actuele standen op de andere borden gekeken. De beloftes, die daar in scholen, werden later door de spelers niet nagekomen. De eerste, die dit overkwam, was Michiel Landman aan bord 5. Tegen het jeugdtalent van Overschie kwam hij enigszins in moeilijkheden door een vervelende penning. Die moeilijkheden werden wel opgelost, enige tijd later echter raakte hij "in het heetst van de strijd" een kwaliteit kwijt en die moeilijkheid wist hij helaas niet meer op te lossen. Na nog een aantal zetten gaf hij dan ook op.
Opnieuw werd de stand gelijkgetrokken, nu door Wim Noordermeer aan bord 7. Wim hield zich, althans op het bord, heel rustig voor zijn doen. Dat resulteerde in het zo langzamerhand afruilen van al het materiaal op het bord, behalve aan beide kanten 4 pionnen en een koning. Daarbij had de tegenstander een vrijpion op de e-lijn, die door Wim vakkundig werd tegengehouden. Zoals vaak in dit soort eindspelletjes is één tempo beslissend en het was Wim die dat ene tempo over had. In stijl maakte hij het daarna af met een pionoffer. De hieropvolgende wedren werd ook door hem gewonnen en de gehaalde dame schakelde zijn zwarte tegenhanger uit, vlak voor het uitkomen van de ultieme droom van bijna elke pion. Hierna moest Wim het beheersen van het eindspel van dame en koning tegen koning nog wel tot het bittere eind bewijzen, hoewel dat eind voor zijn tegenstander bitterder werd dan voor Wim. Dat bleek ook uit de houding van die tegenstander.
Maar nu ging het bergaf met het Pionierteam en dat werd het eerste zichtbaar aan bord 3, bij de andere voorzitter in de zaal, Jan Straatman. Jan was net frisse moed in de aanval getogen en had daarbij een stuk buit weten te maken. Daarmee leek hij de volle buit binnen te kunnen halen, maar Jan ging, zoals wel vaker eigenlijk, rommelen. Uiteraard zal daar een plan achter zitten, nu kwam dat er echter niet uit. Er verschenen een toren en een dame op Jan's voorlaatste rij en die probeerden daar dood en verderf te zaaien. Daarbij moest Jan dat stuk weer inleveren en met ware doodsverachting ging hij nogmaals in een desperate aanval. Maar dat kostte meer tempi dan Jan bezat, dameruil werd afgedwongen en het einde leek nabij voor de volgende voorzitter. Typisch is in een dergelijk geval, dat iemand, die ver in tijd achterstaat, vergeet zijn klok in te drukken na het doen van een zet en zelfs, met zelf nog enkele seconden en de tegenstander meer dan een half uur, in verloren stelling nog doorspeelt. Maar niet elke goede bestuurder blijkt ook op het juiste moment zijn nederlaag te willen erkennen.
Om nog met 2 wedstrijdpunten huiswaarts te mogen keren moesten nu beide nog resterende partijen gewonnen worden. Dat zat er beslist niet in, zelfs een 4-4 eindstand leek onbereikbaar. Volgens de stand op beide laatste borden leek een 5½-2½ het meest logische. Of zouden de Overschie-beloftes de zelfde waarde krijgen als die van De Pionier?
Even ging het daar een beetje op lijken bij Fred van Wieringen aan bord 1. Zijn partij leek eigenlijk een hoge graad kunst- en vliegwerk in zich te hebben. Hij rocheerde bijv. pas nadat er al meer dan 20 zetten waren gespeeld en dan ook nog eens naar de kant, waar de beschermende pionnenformatie al een fikse knauw had gekregen. Daar werd dan ook de vijandelijke aanval op gericht. Het viel allemaal nog net te keepen, de tijd ging echter ook dringen met beide klokken al bezig aan de laatste 10 minuten. Fred lijkt daar vaak goed tegen te kunnen en ook nu deed hij - op het oog - stoïcijns zijn zetjes. Zijn tegenstander had er blijkbaar meer moeite mee, getuige het remiseaanbod, dat hij deed. Dan kun je natuurlijk wel klakkeloos doorspelen, van enige realiteitszin is ook Fred echter niet gespeend. Dus aangenomen.
Toen kwam dus alle druk van het misschien nog halen van één wedstrijdpunt op de smalle schouders van Tim van der Hart aan bord 4 terecht. Gaande de wedstrijd (zie de eerdere beloftes) leek daar het nodige van bewaarheid te worden, Tim ging echter wat onnauwkeuriger te werk en kwam van een redelijk te winnen stelling in een moeilijk remise te houden stelling terecht. Je voelt hem eigenlijk al wel aankomen, ook Tim kon de druk niet aan en moest tenslotte opgeven. Dat er wel degelijk druk was geweest was duidelijk te merken aan de reactie van Tim's tegenstander.
Hiermee werd de eindstand 5-3 voor Overschie 3, dat daarmee definitief zowel praktisch als theoretisch veilig is geworden. Maar ook De Pionier 2 heeft weinig meer te vrezen en zou alleen in het geval dat Barendrecht 2 met de grootst mogelijke score 8-0 van Ontspanning 1 zou winnen en De Pionier 2 met dezelfde 8-0 van Messemaker 1847 4 zou verliezen kans maken. Dan echter gaat het onderlinge resultaat tussen De Pionier 2 en Barendrecht 2 tellen en dat is met 6½-1½ in Pioniervoordeel.
Dan het wedstrijdformulier:

  Overschie 3       1472-De Pionier 2       1591 5 -3

1 Rob de Wilt       1635-Fred van Wieringen 1702  ½- ½
2 Serge Erdtsieck       -Jan van Baardwijk  1618 1 -0
3 Wil de Gids       1538-Jan Straatman      1567 1 -0
4 Cor van Lennep    1549-Tim van der Hart   1549 1 -0
5 Niels van Diejen  1326-Michiel Landman    1608 1 -0
6 Roelf Marten Duin 1310-Bonne Faber        1645 0 -1
7 Jaap Koenen           -Wim Noordermeer    1446 0 -1
8 Leo Meerman           -Leo Stelloo              ½- ½

Geen opmerkingen:

Een reactie posten