zaterdag 14 juni 2025

HHC r.38

Veel schaakverenigingen zijn al gestopt met hun programma. De Pionier echter gaat nog dapper door, zelfs in de zomermaanden. Maar de huishoudelijke competitie voor het seizoen 2024-'25 is wel bijna afgelopen. Nog één ronde, dan een slotavond met prijsuitreiking en daarna staan de maanden juli en augustus in het teken van het ZAS, het ZomerAvondSchaak. Voor het programma gelieve te kijken op de hoofdpagina terwijl de diehards de voorlaatste ronde speelden.

We beginnen dan weer bij de belangrijkste partij van deze avond en die werd gespeeld tussen Thomas Ammerlaan en Albert Bijzitter waarbij eerstgenoemde weer zo vriendelijk is geweest er een analyse over op ons los te laten: Ook deze week speelde ik 1.b4, maar de stijl van Albert is heel anders dan die van Martijn en dus was de opening ook weer heel anders. Martijn ging voor een aanval aan de koningszijde, maar Albert ging voor een meer positionele aanpak en probeerde een zo sterk mogelijk centrum op te zetten. Dit gaf Albert een sterke positie en op zet 13 kon hij zeker het initiatief overnemen:

Ik wist, dat f4 niet een goede zet was, maar ik dacht ook dat het mij snelle winstkansen kon geven. Ik had hier exf4 exf4 in gedachte, maar blijkbaar is Ph5 daarna erg sterk, hoewel het pas duidelijk is na een zet of tien. Een tweede zet, die ik zag, was Db6, waarna ik Dd2;exf4 - Ld4 wilde spelen. Hierna onderschatte ik toch fxe3 misschien een beetje. Albert ging voor d4, waar ik maar kort naar had gekeken. Na f5;Ld5 - exd4 (waarna Db6 weer sterk was);e4 - Pc3 ging Albert de fout in met Txc3. Na Lxc3 dacht hij de loper te winnen met Lg3, maar Le1 redde mijn stelling en nu was ik degene met het voordeel:
Albert liet mij een hoop stukken ruilen met ...;Dc7 - Lxg3;Dxg3 - De1;Dg5 - dxe4;Pxe4 - Lf3;Pdf6  -Lxe4;Pxe4 - Pf3;Dxf5. Het resultaat was een stelling waar ik een kwaliteit meer had, terwijl zwart vrij weinig compensatie had. Nadat mijn stukken ook nog actiever kwamen te staan dacht ik dat het zware werk al was gedaan. Dit zorgde nog voor een klein foutje:
Ik speelde hier Dc4, maar na ...;Dxc4 - Txc4 zag ik Lb5 volledig over het hoofd. Gelukkig staat zwart zo inactief na Tc7;Lxf1 - Kxf1 dat de a- en de b-pion op de korte of langere termijn vallen. Dit gebeurde dan ook, in ruil voor de d-pion. Daarna was het alleen nog een kwestie van de correcte pionzetten, in dit geval goed getimede b5, b6 en b7, waarna Albert opgaf na Pb4:

Elke lijn hier is in de trend van ...;Td7 - Pxa6;Txb7 - Tc7+;Txc7 - Pxc7, waarna ik een paard vóór sta in een gewonnen eindspel.

Hierna zijn Tim van Huizen en Michiel Landman aan de beurt met hun partij. Lange tijd leek dit vrij gelijk op te gaan, hoewel Tim wel op kwam zetten met z'n b- en c-pionnen. Aangezien Michiel daar slechts een b-pion tegenover kon stellen werd het moeilijk voor hem. Tim schoof zijn b-pion op naar b6, met schaak en Michiel durfde die pion niet te slaan met zijn koning. Misschien zat er daarbij wel een addertje onder het gras maar nu kon Tim zijn c-pion doorschuiven naar c7. Via de a-lijn kon hij er nu een toren bij halen, waarna promotie niet meer te stoppen was en Michiel op kon geven, wat hij dan ook deed.

Timo van Kesteren lijkt nog niet opgewassen tegen het grotere werk, wat hij demonstreerde tegen Jan van Huizen. Volgens Jan zag hij wel heel veel maar speelde toch te snel. Dat leverde hem een tweede verliespartij in deze competitie op maar volgens seizoen lijkt hij hoge ogen te gaan gooien.

Julian Krabbendam toonde zich te sterk voor Hans Maagdenberg, wat hem dan ook winst opleverde. Hij kan in de laatste ronde een gevecht aangaan met Michiel voor het kampioenschap van groep 3. Maar voor hen zou Bart Westdijk nog flink wat roet in het eten kunnen gooien als hij komt spelen. Maar dat komen geldt zeker ook voor Michiel.

Bonne Faber dacht aan een makkelijke partij tegen Sheila de Jonge. Dat lukte ook een poosje, tot het

volgende diagram was bereikt. Hier koos Bonne voor de in zijn ogen meest veilige zet: b3. Maar hij had beter Lxb7 kunnen spelen, dan had er bijv. ...;Ta7 - Le4;Dxb2 (op Lxa2 volgt natuurlijk Le3) - De3; Td7  kunnen volgen. Nu kreeg Sheila weer een gevoel van "hier krijg ik weer een kans" en speelde snel ...;Lxd5 - Dxd5 (Txd5 is beter);Td8 - Df3;Txd1+ - Dxd1;Ta8 en de contouren van het verdere verloop beginnen zich al af te tekenen. Bonne dacht dit met Le3 een beetje op te kunnen vangen maar kwam na ...;Db4 - Dc2;Td8 even later van een koude kermis thuis. Nu nog niet, hoewel er een betere zet in de stelling zat dan het gespeelde Dc2. Bonne dacht een mooie combinatie te hebben gezien en speelde dus geen Tc4, wat de beste zet zou zijn geweest. Er volgde ...;Td8 - h3 (dit vond Bonne nodig wegens de combinatie die hij in gedachten had, dan moest er een gaatje komen voor de koning. Daar dacht Sheila hetzelfde over en speelde h6. Nu kwam dan die koude kermis voor Bonne want hij voerde de
combinatie uit die hij in gedachten had zonder verder nog over de consequentie na te denken. Hij speelde Lc5?? en meende daarmee stukkenruil en een makkelijke stelling te bereiken. Maar hij had het dameschaak dat volgde niet gezien: - Lc5;Lxc5 - Dxc5;Td1+ - Kh2 en nu volgde de genadeslag, die Bonne dus niet had gezien: ...;Df4+ en de toren stond plotseling twee keer aangevallen. Na - g3;Dxc1 gaf Bonne dan ook gedesillusioneerd op.

Kees Breen was weer terug uit China en wilde weer gaan schaken en moest dat nu doen tegen Jan van Baardwijk. Jan wist een mooie stelling op te bouwen en Kees verkeek zich daar een beetje op wat dan stukverlies op ging leveren, hoewel Jan hier nog wel terdege over na zat te denken. Uiteindelijk speelde hij dus wel de goede zetten, wat dus dat stuk voorsprong betekende en even later ook partijwinst.

Die was er niet zo snel voor Leo Stelloo, die Wim Noordermeer tegenover zich zag komen zitten. Maar hij wist Wim wel in nauwe schoentjes te manoeuvreren. Dat betekende voor Wim een stelling, waarin hij maar moeilijk de goede zetten wist te vinden. Aan het slot van de partij liep hij met zijn koning naar het centrum om daar tenslotte mat gezet te worden.

Een soort van verrassing, waar weinig van werd gezien, wist Michael Smalheer voor elkaar te krijgen tegen Frits van der Veeke. Hij wist namelijk van Frits te winnen.

De snelste partij van de avond was die tussen Duncan Peltenburg en Dennis de Graaf. Terwijl de meesten nog bezig waren met het bedenken van een goede overgang van opening naar middenspel liepen zij al rond. Later bleek dan dat Duncan de partij had gewonnen.

Dit alles geeft dan de voorlaatste nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten