zondag 1 juni 2025

Finale IBC en HHC r.36

De bekerstrijd kende dit seizoen een iets minder aangenaam verloop. De tweede halve finalepartijen werden namelijk niet gespeeld. Er was in eerste instantie wel een datum afgesproken tussen Thijs van Dam en Ernst Jan Pluim Mentz maar wegens alleen bij hen bekende redenen werden ze niet gespeeld en ging Thijs reglementair door naar de finale. Die was vastgesteld voor een datum vanaf 30 mei. Beide finalisten waren meteen deze dag aanwezig, net als een aantal andere Pioniers, die een interne partij speelden.

Wat de bekerfinale betreft, daar schreef Thomas Ammerlaan een verslag over. Dat volgt vanaf hier: De interne bekerfinale leek een beetje op een David tegen Goliath-situatie. Thijs ging al weer voor zijn vijfde titel, terwijl het voor mij de eerste finale was. Toch hoopte ik dat de partijen in ieder geval interessant waren. Thijs mocht beginnen met wit, per de stand van de interne competitie. De opening ging redelijk gelijk op, hoewel ik een kleine onnauwkeurigheid maakte op zet 10:

Toen we achteraf analyseerden hadden we het al over Pa5, wat inderdaad de beste zet is. Ik speelde Pe5, wat ietsjes slechter is, sinds het idee van Pc4 een stuk sterker is voor zwart. Na ...;Pe5 - Pxe5;Lxe2 had Thijs ook de optie van Pxf7 i.p.v. het gespeelde Dxe2. ...;Lxd1 - Pxd8;Lg4 - Pxb7;Pc4, maar dat is wel erg ver doorrekenen, zeker sinds de lijn nog een stuk verder gaat, maar ik zal je de details besparen. Ik maakte het mijzelf al snel vrij lastig, wat dan ook tot een blunder leidde:

De8 was de enige zet die mij in het spel hield, maar ik speelde Dc7, wat een stuk verloor na - Dx7;Lxc7 - Pd5;Ld6 - e5;La3 - Lh6;Tb7. ...;Pb6 was een betere poging, maar na - Lxf8;Kxf8 loop ik een kwaliteit achter, zonder compensatie. - Lxf8;Lxc1 - Txc1;Kxf8 - Txc8+;Kg7:

Na g3 waren er ook geen trucjes met Tb1 en was de eerste partij niet veel later klaar, met winst voor Thijs.

De tweede partij begon niet al te best. Ik was een beetje afgeleid, waardoor ik al vrij snel een pion weggaf. Gelukkig wist ik het al vrij snel te compenseren met meer activiteit, waardoor de positie nog redelijk in balans bleef. Op zet 20 kon ik zelfs een redelijke aanval opzetten:

De3 was hier een hele sterke zet omdat zwart het tekort aan ruimte begint te voelen. Ook waren er trucjes als Pxe7+ wanneer Lc6 wordt gespeeld en dreigingen als h6 of hxg6 liggen ook altijd op de loer. Ik nam echter de pion, waarna de positie weer gelijk is want Thijs kreeg genoeg tijd om zijn stukken actief te krijgen. Veel meer kansen kreeg ik niet meer en niet veel later kwam ik een stuk slechter te staan, in een poging om nog iets te proberen met de a-pion. Niet veel later blunderde ik een stuk, waarna ik niet veel later opgaf.

Thijs heeft zichzelf dus opgevolgd als bekerkampioen.

In de strijd om de topplekken heeft Martijn van Dam (met zwart) goede zaken gedaan tegen Tim van Huizen. Tim was minder in vorm dan enkele seizoenen geleden, toen hij diverse prijzen in de wacht sleepte in jeugdtoernooien. Daar is bijgaande foto nog een voorbeeld van:

Hij schijnt tegenwoordig niet meer zoveel tijd aan schaakstudie te besteden, wat dus ook in zijn partij tegen Martijn te zien was. Je begrijpt het al, Tim verloor de partij en zakte daardoor naar de vierde plek waar hij lange tijd als tweede had gestaan. Die tweede plek wordt nu bezet door Martijn die o.a. ook Thomas op de lijst passeerde. Verder met Tim's vader, Jan van Huizen, die aan het bord naast hem zat te spelen tegen Jaap Santifort. Regelmatig echter leek hij meer bezig met de partij van zijn zoon dan met die van hemzelf. Maar dat verhinderde hem toch niet om alert te blijven m.b.t. die partij. Die eindigde tenslotte in een moeilijke positie voor de koning van Jaap, terwijl hij zelf de witte koning aan bleef vallen op de laatste rij. Het enige, dat Jan daar tegen kon doen was het tussenplaatsen van een loper. Nu ging Jaap een toren van Jan bedreigen zodat deze op de andere vleugel een pion aan ging vallen. Dat beantwoordde Jaap met aanval op ook een pion van Jan en die wilde deze niet kwijt zodat hij zijn toren weer terughaalde. Je snapt het al, de partij werd remise. De oude vrienden en clubgenoten bij Shah Mata, Dik van der Pluijm en Hans van Calmthout werden ook tegen elkaar ingedeeld. Ze speelden nog wel een aantal zetten maar besloten daarna die vriendschap te bezegelen met een remise. Nog een remise, maar dan meer bevochten, kwam er tussen Reinier van der Wende en Timo van Kesteren. Die partij eindigde met een stelling van twee pionnen en een toren voor Reinier en drie pionnen en een toren voor Timo. Daarom besloten ze dus maar tot remise. Reinier becomplimenteerde Timo na afloop nog wel met zijn spel. Volgens hem zag Timo alle mogelijkheden in de partij!
Dan Bonne Faber tegen Julian Krabbendam. Die partij ging bijzonder van start want Julian kon niet meteen aan de start verschijnen wegens nog drukke werkzaamheden. Dus werd op een gegeven moment de klok gestart en lukte het Julian toch nog om te verschijnen, hoewel de klok toen al zo'n drie kwartier voor hem had afgeteld. Wegens een onbegrjjpelijke reden schoot Bonne bij aanvang van de partij in een soort van snelschaakmodus, wat je tegen iemand als Julian beter niet kunt doen. Hij is namelijk veel bezig op internet met superkorte snelschaakpartijtjes. Bonne ging dan ook al snel in de fout bij de volgende stelling. Zonder veel nadenken had hij hier ...;La6 gespeeld om druk uit te oefenen op pion c4.
Er had beter ...;dxc4 - Lxc4;0-0 - 0-0;Lb7 gespeeld kunnen worden. Nu volgde uiteraard - Da4 en een voor Bonne dreigend stukverlies. Dat leek nog gerepareerd te kunnen worden met ...;Lb7 maar Julian vergrootte de druk op het paard met - Pe5;Dc8 (Tc8 is veel beter maar die snelschaakmodus was in het spel) - cxd5;exd5 - Lb5 en nu uit arren moede het stukverlies maar geaccepteerd met de korte rokade. Er werd nog wel even doorgespeeld maar toen Bonne ook nog een kwaliteit wegblunderde gaf hij maar op. Ook typisch verging het de spelers in de partij tussen Hans Maagdenberg en Leo Stelloo. Hier was het opvallend dat beiden nauwelijks aandacht leken te schenken aan de veiligheid van hun koning. M.a.w., ze rokeerden niet. Althans Leo niet en Hans pas op het moment dat hij daar eigenlijk tot werd gedwongen, anders had het hem minstens een toren gekost. Leo was hebberig geweest en had de pion op b2 geslagen met zijn dame. Het is eigenlijk al een oud gezegde: "Sla nooit op b2, ook al is het goed!" Hierdoor kon Hans slaan op e5 met zijn dame, met schaak en Leo kroop weg op zijn koningsvleugel. Daar werd hij toch enkele zetten later mat gezet. Albert Schaefer bleek niet opgewassen tegen Frits van der Veeke. Hij kreeg te maken met aanval via de damevleugel en wist daar geen ander antwoord op te vinden dan een aantal zetten later op te geven. Als laatsten waren dan bezig Michael Smalheer en Duncan Peltenburg. Hier leek Michael boven zichzelf uit te stijgen. Hij wist een stuk te winnen en kreeg een niet meer tegen te houden vrijpion op de b-lijn. Met nu een dame en een loper was het niet meer al te moeilijk voor hem om de winst binnen te slepen.
Dit alles kan weer worden besloten met een nieuwe tussenstand.              

Geen opmerkingen:

Een reactie posten