zaterdag 21 mei 2022

De Pionier 3-Sliedrecht 3 en ronde 30

De RSB-competitie '21-'22 loopt eindelijk op z'n eind en zo speelde het derde Pionierteam ook de laatste wedstrijd. Goed begonnen, met een overweldigende 7-1 overwinning op het zich daarna teruggetrokken Hoeksche Waard 2, werd sindsdien bijna alles verloren en vond het team zichzelf terug op de laatste plaats. Tegen het voorlaatst staande team moest dan die smet op het blazoen worden weggewerkt. Ook speelden de verdere aanwezigen voor de interne competitie.

De strijd begon rustig, hoewel wel enigszins gekenmerkt door een enkele onzorgvuldigheid. Dat kwam relatief snel tot uiting op het scorebord toen Thomas Ammerlaan, spelend aan bord 5, met een brede glimlach op z'n gezicht rondliep. Hij had in rap tempo een vinger achter het spel van zijn tegenstander weten te krijgen. Die had daar niet voldoende antwoord op weten te vinden en moest daarom Thomas feliciteren met zijn overwinning. Daarna leek de puntenmachine van het Pionierteam goed op gang te komen want enkele minuten nadat het eerste punt mocht worden genoteerd werd dat ook het geval aan bord 6, bij Michiel Landman. Daarom vertoonde ook hij pauwneigingen. Bij hem een enigszins vergelijkbare situatie als bij zijn buurman, ook hij mocht al snel een punt laten noteren. Maar daarna stokte die puntenmachine een beetje, hoewel er nog wel een halfje werd bijgetekend door Bonne Faber aan bord 4. Hij speelde daar een wat ongelukkige opening, waardoor zijn koningsstelling grondig werd vernield. Wel wist hij het, materieel gezien, nog goed in evenwicht te houden, toch werd het een stelling van los zand. Het werd erger nadat hij zijn loper van de witte velden naar het minder goede veld a6 speelde na op b7 een pion te hebben geslagen. Nu werd de e-lijn geopend en zwart maakte daar gebruik van door de ongedekte andere loper van wit aan te vallen. Daarop speelde wit een paard naar die diagonaal, waardoor de achterste lijn nog meer werd verzwakt. Nu kreeg zwart de kans om groot voordeel te halen met het spelen van zijn dame naar f6, daarmee de vinger op de zere plek van wit leggend en die zere plek was pion d4. Maar zwart speelde de dame naar e7 en wit kreeg daardoor de kans wat meer materiaal af te ruilen, wat meestal in het voordeel van de verdediger is. Nu zag wit, nadat zwart g7-g6 had gespeeld, de kans zijn dame naar h6 te spelen en daarna leek het zwart verstandig dameruil aan te bieden met Df8. Hij had heel veel tijd verbruikt en had nu nauwelijks meer dan twee minuten over, terwijl wit nog rond een uur bedektijd had. Wit zag geen mogelijkheid daar voordeel uit te halen en ging daarom voor herhaling van zetten, waardoor remise het gevolg werd en de tussenstand 2½-½ werd.

Nu ging het er echter op aankomen voor het Pionierteam. Eén zwaluw maakt namelijk nog lang geen zomer! Want het ging al fout bij Kees Breen aan bord 2. Kees had een leuke positie op weten te bouwen, die moet je dan echter wel vast weten te houden. Dat lukte Kees niet, hoewel het er op zeker moment nog niet eens zo slecht uitzag. In zo'n geval moet je alles goed bekijken en Kees bleek een mat in drie te hebben overzien. Hij had schaak kunnen geven door een loper terug te halen, waardoor de koning van zijn tegenstander de hoek on moest. Hierna was mat niet al te moeilijk meer geweest, Kees zag de loperzet echter niet helaas en werd zodoende steeds meer teruggedrongen, met als uiteindelijk gevolg partijverlies, dus 2½-1½. Aan bord 8, bij teamleider Sheila de Jonge, had men elkaar steeds meer op weten te jagen. Sheila had een mooie positie bereikt en het wachten leek te zijn op het vinden van de matcombinatie. Maar die bleek niet te vinden (zat er misschien ook niet in), hoewel Sheila veel tijd aan onderzoek ernaar besteedde. Wel zat er een eeuwig schaak in, dat ze wel had gezien maar die tijd nam om naar die combinatie te zoeken. Toen ze die dus niet vond ging ze voor die remisevariant en werd de tussenstand daardoor 3-2.

Nu ging het weer even perfect voor het Pionierteam, aan bord 1 had Albert Schaefer een mooie stelling op weten te bouwen, waar zijn tegenstander blijkbaar geen heil meer in zag. Want toen Albert met zijn dame op de onderste rij schaak wist te geven gaf die tegenstander de partij op. "Van afstand gezien" leek dat nog niet nodig maar meestal zien de spelers zoiets best wel goed, het eerste wedstrijdpunt werd hierdoor binnen gehaald: 4-2. Kon ook het tweede wedstrijdpunt volgen? Dat leek moeilijk te worden maar werd toch gedaan door Wim Noordermeer aan bord 7. Ook hij speelde een leuke maar moeizame partij en kwam in onverwachte problemen. Desondanks wist hij een mat in één-combinatie op touw te zetten met z'n dame op de laatste rij, een loper van zijn tegenstander op f1 om het schaak af te weren en een loper van Wim op h3 om dat mat in één gestalte te geven. Maar de tegenstander was aan zet en hij kon een toren van Wim slaan met één van zijn torens en met schaak. Als Wim de toren terug zou slaan met zijn koning dan zou het binnen enkele zetten mat kunnen worden. Maar Wim kon ook nog weglopen met zijn koning, dus torenverlies en dan zou zijn mat in één weer gelden. Gelukkig zag Wim dit allemaal, dus ging hij met de koning naar h7 om dan, op de volgende zet, mat te geven. Maar die volgende zet kwam niet meer, ook zijn tegenstander had het gezien en gaf op. Tussenstand 5-2, dus was er winst voor het Pionierteam! De laatste partij was nog aan bord 3, met Leo Stelloo. Leo had al binnen vijf zetten een heel moeilijke stelling bereikt door een paard terug te spelen en aldus zijn hele stelling vast te zetten. Hij was bang voor het opspelen van een centrumpion door zijn tegenstander en dat hij daardoor zijn hele koningsvleugel in diskrediet moest brengen. Nu gebeurde dat dan wel niet, wel kreeg hij grote ontwikkelingsproblemen. Die wist hij nog wel redelijk op te lossen, kreeg echter wel een fikse aanval over zich heen. Tenslotte mondde dat uit in twee verbonden vrijpionnen op de vijfde rij. Daar had Leo, volgens eigen zeggen, voordeel uit kunnen halen toen één van die pionnen werd opgespeeld. Echter, hij zag dat pas nadat hij zelf een zet had gespeeld en dus werd dat opspelen hem tenslotte fataal, met verlies tot gevolg. Nu zag het wedstrijdformulier er als volgt uit:

Intussen had ook het interne gebeuren haar vlucht genomen, met als belangrijkste partij weer eens Jan van Dam tegen Jan van Huizen. Aangezien vooral in het begin van de avond de meeste aandacht naar de RSB-wedstrijd ging, was deze partij al afgelopen voor er veel van werd gezien. Eigenlijk alleen de uitslag is bekend en Jan won (uiteraard?!). Het was dan Jan van Dam. De volgende partij ging tussen Rik Verheij en Dik van der Pluijm en ook hier werd niet al te veel van gezien. Wel bekend is, dat Dik op een gegeven moment een remiseaanbod deed, wat Rik voor een paar biertjes wel af wilde wijzen. Maar die biertjes kwamen er niet en zo werd het aanbod aangenomen. Ook de volgende partij werd tenslotte remise en die partij werd gespeeld tussen Fred van Wieringen en Martijn van Dam. In de analyse achteraf werd nog van alles uitgeprobeerd, wat uiteraard in de partij niet mogelijk was geweest. Maar ook in die analyse kwam men niet verder dan remise. Wel een uitslag kwam er tussen Jan van Baardwijk en Rob van Wijgerden. Hier werd Rob de winnaar. De laatste partij was die tussen Jacques Kokshoorn en Sanne Berkhuizen. Zoals in al haar partijen tot nu toe wist Sanne een en ander goed op touw te zetten maar verloor ze het overzicht gaande de partij en werd dus Jacques de winnaar. Maar, als ze vol blijft houden dan zal het eerste punt voor haar binnenkort vast wel volgen!

Dan de nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten