zaterdag 30 april 2022

De Pionier 3-PASCAL 2 (deel1) en ronde 27

Een wedstrijd met een voorgeschiedenis. De tegenstanders uit Papendrecht konden in eerste instantie voor deze datum maar een fractie van een achttal op de been krijgen. Daarom hadden ze de wedstrijdleider van de RSB ingeschakeld voor een oplossing. Dat werd tenslotte een splitsing van het team en zodoende werden er deze avond vier partijen gespeeld en de andere vier worden over 14 dagen gespeeld. Ook nog interne partijen en men was zowaar niet oneven.

Het voorafgaande verleidde Martijn van Dam er toe zich a.h.w. ook in tweeën te splitsen: hij fungeerde als wedstrijdleider en speelde daarnaast ook zelf nog een partij. Maar, zoals meestal, hoefde hij in die eerste functie eigenlijk alleen maar een inleidend praatje te houden en een wedstrijdformulier te schrijven.

De wedstrijd dan kende een redelijk verschil in ratingpunten tussen de spelers, in het voordeel van het thuisteam. Maar het bleek, dat rating niet alleen zaligmakend is. Aan bord 7 kreeg Albert Schaefer op zeker moment een mooi voordeel qua stelling, dat wist hij echter niet tot het gewenste einde te brengen. Hij was al een stuk kwijtgeraakt voor een drietal pionnen en offerde nu een kwaliteit om een interessante aanval te krijgen. Het werd nu een stelling met dame en een aantal pionnen voor Albert en een dame, een loper en wat minder pionnen voor zijn tegenstander. Nu leek Albert de mogelijkheid te krijgen eeuwig schaak te forceren maar daar ging hij niet op in, hij ging voor nog meer pionwinst en een vrije doorgang voor zijn g- en h-pionnen. Daarbij werden de dames geruild en de kansen voor Albert leken te stijgen. Toch verkeek hij zich op de stelling en raakte weer zijn voordeel kwijt. Tenslotte moest hij zelfs opgeven.

Vrij snel hierna overkwam dat teamleider Sheila de Jonge ook aan bord 5. Volgens eigen zeggen zat ze niet goed in haar vel, wat dus tenslotte een slechtere stelling betekende en wat later het tweede verlies voor het halve team. Verder speelde Michiel Landman nog aan bord 2, waar hij de Pascaller met de hoogste rating van de vier trof. Maar dat boeide Michiel niet zo en hij speelde voor het lieve vaderland weg (misschien makkelijk een dag na koningsdag?). Daar kreeg hij zelfs nog medewerking bij van zijn tegenstander, die, in een tamelijk gelijke stelling een fout maakte, die hem de partij kostte. Dan nog Bonne Faber aan bord 6, met een aanzienlijk ratingverschil in zijn voordeel. Maar, zoals al eerder gezegd, rating beslist niet over de uitslag van de partij. Toch was dat verschil in de beginfase redelijk goed te merken en kreeg Bonne ook het betere van de stelling. Maar dat moet je dan wel weten af te maken. Maar in deze fase van de partij leek Bonne geen goede zetten meer te kunnen vinden en zijn voordeel verdween als sneeuw voor de zon. Het werd ook steeds erger en hij zou op een gegeven moment zelfs blij zijn als de partij in remise zou eindigen. De tegenstander offerde een paard voor een pion op g2 en kon daardoor een kwaliteit winnen. Maar ook hij wist toen de goede zetten niet meer te vinden want in plaats van het winnende f4-f3 speelde hij enkele "loze" zetten en zo kon Bonne e.e.a. nog een klein beetje rechter zetten. De zet f3 kwam nog wel, nu erger met iets minder dreiging. De dames werden geruild en de witte koning vond een mooi plekje op g3, tussen de vijandelijke pionnen. Nu kwam de beurt weer aan Bonne om aanval te creëren en dat deed hij met aanval op een toren, met een paard. Of de Pascaller dat niet heeft gezien is niet bekend, wel bekend is, dat hij een andere zet speelde dan een zet met die aangevallen toren, wat hm dus een kwaliteit kostte. Inmiddels was Bonne een loper voorgekomen voor een pion, met één van zijn pionnen gevorderd tot de zesde rij. Die dreigde, met enige hulp van zijn makkers, door te lopen, waarop de Pascaller het mooi vond geworden en de partij opgaf. Achteraf hebben dus alle vier de witspelers gewonnen en is het de grote vraag wat de zwartspelers daar in het tweede deel tegenover zullen stellen. Uiteindelijk een toch enigszins gelukkige uitslag voor de Pioniers. Over 2 weken zal dan het wedstrijdformulier volgen.

Wat deden de andere aanwezige Pioniers nog? Het is altijd moeilijk om, in het heetst van een strijd, ook daar de nodige aandacht aan te schenken, dus hierover enig summier commentaar, te beginnen met de toppartij van de avond, die ging tussen Jan van Huizen en Thijs van Dam. Het is de vraag of Thijs nog punten in gaat leveren, ook Jan lukte het niet hem iets afhandig te maken. Wat overigens wel scheelt, is, dat Thijs ook KNSB speelt, bij Spijkenisse 1 en daar de afgelopen ronde zelfs heeft gewonnen van een speler met meer dan 2200 Elo! Ook een kwestie, dat rating niet alles zegt?

Thomas Ammerlaan klimt steeds hoger op de ranglijst en daar kwam hij nu Dik van der Pluijm tegen, die ook in de KNSB-competitie meespeelt, voor Shah Mata. Daar heeft hij nog niet verloren en ook tegen Thomas zou dat niet gebeuren.
Dat tweede deel voor Martijn van Dam was dan een partij tegen Hans van Calmthout en daarin gaf Martijn vrij goed partij. Maar dat kostte hem wel veel bedenktijd, hoewel Hans daar ook veel van gebruikte in het eindspel. Maar dat was vrij hopeloos voor Martijn en dat gaf hij dan ook op zeker moment op. Wat lager op de lijst speelden Rob van Wijgerden en Jacques Kokshoorn tegen elkaar en die partij was relatief snel afgelopen met winst voor Jacques. Dan Kees Breen, die in goede vorm lijkt te zijn de laatste tijd, tenminste, als je naar al zijn uitslagen kijkt. Ook nu, tegen Frits Wilschut, was dat niet anders en kon hij, met een grote glimlach wegens z'n winst, de zaal rondlopen. Als laatste partij dan die van Leo Stelloo tegen Jan van Baardwijk. Daarin bleek Jan goed bezig te zijn, tot een zeker moment waarop hij zich helemaal verkeek op de stelling en flink materiaal - en ook de partij - weggaf.
Dit alles brengt weer een nieuwe tussenstand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten