zaterdag 16 april 2022

De Pionier 2-Onésimus 1 en ronde 25

Eén van de laatste kansen voor het tweede Pionierteam om zich te kunnen handhaven in de tweede klasse. Maar het was wel tegen de grootste kampioenskandidaat en er moest met drie invallers worden gespeeld. Dus de verwachtingen waren niet bijster hoog. Maar verrassingen komen wel vaker voor in de sport, hoewel De Pionier daar al wel heel lang geleden nog van heeft geproefd! Ook werd de eerste halve finale van de interne beker gespeeld, naast nog een drietal huishoudelijke partijen.

Je gaat zo'n avond natuurlijk kijken naar waar de grootste kansen zijn voor een goed resultaat. Dat ging ook teamleider Fred van Wieringen doen, van wiens aantekeningen hier dankbaar gebruik wordt gemaakt! Je moest eigenlijk direct al lang zoeken naar mooie resultaten voor het team. Dat idee kwam helaas al snel uit want aan bord 6 kwam invaller Rob van Wijgerden al snel in grote problemen. Hij speelde een wat dubieuze opening en zette meteen druk op de koningsstelling. Hij zag echter een schaakje over het hoofd, waarmee ook meteen een ongedekte toren werd aangevallen. Hierna gaf hij meteen op, hoewel misschien wel wat snel. Maar als de spirit van het begin van een partij al snel de kop wordt ingedrukt ben je snel geneigd er ook inderdaad de brui aan te geven. 0-1 dus. Ook het volgende verlies kwam snel hierna, bij de tweede invaller, Thomas Ammerlaan aan bord 8. Thomas leek zijn tegenstander heel snel naar de keel te willen vliegen, verloor daarbij echter de voorzichtigheid een beetje uit het oog, wat hem een stuk kostte. Dat betekende een onoverkomelijke achterstand en ook Thomas moest het verdriet van een nul incasseren: 0-2.

Enkele spelers van Onésimus leken een beetje verdwaald op weg naar de Petrakerk, althans, ze kwamen wat later binnen, zoals hierboven te zien aan Thomas, die "met smart" op een tegenstander zit te wachten. De lawine van nullen was dus begonnen en ging - wel een poos later - verder aan bord 1, waar de voertaal financieel was. Want hier speelden de beide penningmeesters tegen elkaar en voor De Pionier 2 was dat Alex van Wieringen. Nier bang voor het toch wel aanzienlijke ratingverschil deed hij met frisse moed zijn zetten, die redelijk goed bleken te zijn, gezien de bedenktijd, die zijn tegenstander steeds nam. Maar dat kan natuurlijk ook de bedoeling hebben je tegenstander zand in de ogen te strooien door hem te laten denken dat je niveau wat lager is. Maar dat was het natuurlijk niet, wat ook wel in het middenspel naar voren kwam. Alex werd daar behoorlijk onder druk gezet en het derde verlies diende zich aan: 0-3. Ook het vierde verlies liet daarna niet al te lang op zich wachten en dat kwam aan bord 2, waar Martijn van Dam acte de présence gaf. Hier werden, gaande de partij, de meeste officieren geruild, totdat er een stelling overbleef met voor beiden een paard en zes pionnen. Martijn had echter het nadeel van een dubbelpion op de c-lijn en dat werd tenslotte zijn bottleneck, nadat ook de paarden waren geruild. De koning van Martijn bleek helaas te ver weg te staan om verlies van pion(nen) te voorkomen: 0-4.

Nu moesten dus de andere vier partijen worden gewonnen om er tenminste nog een gelijkspel uit te slepen, de stellingen gaven daarvoor echter bijzonder weinig hoop. Als eerste kwam daarvoor Fred van Wieringen aan bord 5 in aanmerking. Hij kwam echter totaal verkeerd uit de opening en kwam onder druk te staan op de damevleugel. Hierdoor verloor hij een paard tegen een pion. Nu probeerde hij op de koningsvleugel wat binnen te halen maar kwam er niet doorheen. Zijn tegenstander was wel verrast door zijn aanval en nam daarom ruimschoots de tijd om voor hem erger te voorkomen. Dat bleek wel voldoende, tenslotte was ook dit punt voor Onésimus 1: 0-5. Maar het werd nog steeds erger, ook aan bord 4 kwam dat naar voren. Hier probeerde Peter Derrez een goed resultaat voor zijn team binnen te halen. Daarin slaagde ook hij echter niet, ondanks het feit, dat zijn tegenstander nog geen rating achter zijn naam had, wat soms kan wijzen op een beginneling. Maar dat was deze Rotterdammer zeker niet en ook Peter - ondanks zijn lange volhouden om dat resultaat toch te halen - moest opgeven: 0-6. Naast hem speelde Maurits Leentvaar aan bord 3. Maurits kon best lang goed meekomen maar ook hij werd behoorlijk onder druk gezet. Dat bleek op zeker moment door een paardoffer van zijn tegenstander op f7. Dat offer werd aangenomen met de koning maar deze kon daarna schaak worden gezet met het andere paard, waardoor plotseling ook de dame van Maurits werd aangevallen. Dameverlies derhalve en ook Maurits moest aansluiten bij de lange reeks verliezen: 0-7.

Zou het dan letterlijk een white wash gaan worden? Daar zou dan de derde invaller, Sheila de Jonge, aan bord 7 voor moeten zorgen om dat te voorkomen! Eigenlijk al een beetje vanaf het begin van de wedstrijd leek ze de enige van het team die kans zou kunnen maken op meer dan verlies. Dat bleek heel goed mogelijk te zijn geweest, vooral in de analyse achteraf. Ze had namelijk een mooie batterij van dame en loper op de diagonaal b8-h2, daarmee erge dingen dreigend voor de speler van Onésimus 1. Maar die speler had wel een paard staan op f3 om erger te voorkomen. Bij de combinatie van Sheila zou ook het bestrijken van de vluchtweg van de witte koning horen via een toren op e8. Die toren werd dus "gevraagd" wat hij wilde: geruild worden of niet. Sheila koos er voor de toren op te spelen naar e6 om eventueel haar torens te verdubbelen langs de e-lijn. Maar ze had er veel beter aan gedaan dat paard op f3 te ruilen tegen haar witveldige loper, als dan de toren op e8 zou worden geslagen, dan zou er schaak volgen op h2, met even later mat tot gevolg dankzij dan het slaan van de toren op e8 met de andere zwarte toren. Nu ging dat verhaal niet meer op en leek ook Sheila zelfs te gaan verliezen. Maar dat gebeurde niet, de tegenstander maakte een fout door een pion op te spelen en daarmee de dekking van een andere pion op te geven. Hierdoor werd die pion geslagen en daarmee ook een kwaliteit (loper tegen toren) gewonnen. Dit gaf Sheila de moed remise aan te beiden (wat ze al eerder ook had gedaan) en dat aanbod werd nu aangenomen: ½-7½, zoals te zien op het wedstrijdformulier:

Voor de eerste halve finale van de interne bekerstrijd waren Jan van Huizen en Dik van der Pluijm tegen elkaar uitgeloot. Dat kon een leuk gevecht worden, wat meteen al bleek in de eerste partij. Daarin trok Dik al snel van leer, hij wilde blijkbaar graag naar de finale. Door het Rotterdamse geweld in de hierboven geschetste wedstrijd kwam het interne gebeuren een beetje op de achtergrond. Na het nodige geharrewar zag Jan het niet meer zitten en dag de eerste partij op. In de tweede partij, Dik nu met wit, viel meteen al een verrassing te noteren, Dik opende zoals hij maar weinig laat zien, daarmee eigenlijk een beetje in het straatje van Jan komend. Toch bleek ook hier Dik verder te hebben gekeken dan zijn neus lang is zodat ook deze partij door hem kon worden gewonnen.

Voor de interne competitie bleek Thijs van Dam de enige speler uit de hogere regionen die achter het bord kon plaatsnemen. Die pech had Jacques Kokshoorn dus nu en dat merkte hij al vrij snel, hij werd a.h.w. weggespeeld en moest daarom al vrij snel opgeven. Dan waren Frits Wilschut en Jan van Baardwijk vanuit Heenvliet helemaal naar de Petrakerk gekomen om samen een potje te schaken. Daar zit ook wel enig krachtsverschil tussen, hoewel Frits de laatste tijd toch wel leuke partijen op het bord weet te brengen. Ditmaal echter was hij niet tegen Jan opgewassen. Als laatste partij dan die tussen Leo Stelloo en Wim Noordermeer. Hierbij bleek al weer het verschil in speelstijl tussen hen beiden. Zoals meestal gebruikte Leo weer (te) veel bedenktijd, hoewel hij zich had voorgenomen daar wat aan te doen en Wim wist enkele leuke valletjes op het bord te brengen. Maar daar trapte Leo ditmaal niet in. Op een gegeven moment viel Leo zowel de dame van Wim als een paard aan en het enige, wat Wim wist te vinden was het slaan van pion b2 met zijn dame. Nu is er vroeger al eens gezegd "sla nooit op b2 ook al is het goed" en dat deed nu ook een beetje opgeld. Leo viel met zijn toren via a2 die dame aan, die toen geen enkel veld meer tot haar beschikking had. Maar met een paard sloeg Wim op e4, daarmee Leo's dame aanvallend, zodat toch als vorige zet van Leo Tab1 beter leek dan Ta2. Ze kwamen er nog wel uit, hoewel het tenslotte Wim wel materiaal kostte. Er werd nog een poosje doorgespeeld, uiteindelijk ging het punt toch naar Leo, zoals ook te zien is op de nieuwe tussenstand.

1 opmerking:

Unknown zei

Hulde voor de remise van Sheila!

Een reactie posten