zaterdag 6 november 2021

De Pionier 1-Sliedrecht 2 en ronde 9

Al weer tien jaar geleden had het tweede team van Sliedrecht een bezoek aan De Pionier gebracht en er werd toen ruim (2½-5½) gewonnen. Maar dat waren beiden heel andere teams qua samenstelling. Hoewel, aan Pionierkant waren er vijf  (aan de borden 1,2,3,5 en 8) ook toen bij en aan Sliedrecht-kant speelde alleen bord 1 mee (niet tegen elkaar toen). Het was in de eerste klasse, de Pioniers degradeerden en de tegenstanders werden kampioen. Maar ook de andere leden deden vanavond van zich spreken.

Het is een grote klus om in totaal 15 partijen van deskundig commentaar te voorzien en dat lukt meestal slechts summier. Als je daarbij ook zelf nog een moeilijke partij hebt te spelen dan weet je wat je van zo'n verslag mag verwachten. Maar het blijft zeker belangrijk dat er wel iets over partijen wordt geschreven!
Eerst dan dus bezig met de wedstrijd. De eerste uitslag kwam tot stand aan bord 2, waar Jan van Huizen naar het leek een niet al te moeilijke avond had. Ook zijn tegenstander niet, wat dan meestal remise gaat betekenen. Zo ook in dit geval, zodat er relatief snel ½-½ op het scorebord (links boven aan de muur) kwam te staan. Ook het vervolg liet hierna niet lang op zich wachten, aangebracht aan de borden 5 en 8. Daar speelden voor De Pionier 1 invaller Alex van Wieringen (5, invaller voor Thijs van Dam, die net in een belangrijke fase van zijn opleiding zit en daarom verstek moest laten gaan voor deze wedstrijd) en teamleider Jan van Dam (inderdaad, de vader van). Wie van beiden het eerst klaar was is moeilijk aan te geven, maar Alex was blijkbaar te voorzichtig en liet daarmee de kansen aan zijn tegenstander, wat dus uiteindelijk verlies voor hem betekende. Jan daarentegen had één van de beide spelers met de laagste rating getroffen, waarmee hij inderdaad relatief snel korte metten maakte. Zodoende was de tussenstand rond de klok van tienen mooi gelijk: 1½-1½. De andere spelers zorgden er verder voor dat de wedstrijd redelijk normaal lang duurde en je zult dan in die kleine uurtjes nog helemaal naar Sliedrecht moeten!
Nu, misschien om de spanning er zo lang mogelijk in te houden, duurde het een hele poos voordat er een nieuwe uitslag kon worden genoteerd. Toch kwam die er natuurlijk wel en dan aan bord 6, bij Jaap Santifort, die in het middenspel een pion had gewonnen. Een pion, waarvan ze beiden in eerste instantie hadden gedacht, dat hij niet geslagen mocht worden. Maar, bij langer over de mogelijkheid denken, werd het Jaap duidelijk, dat het toch wel kon dankzij een penningmogelijkheid die er na kon ontstaan. Ook zijn tegenstandster zag het op zeker moment en het kostte haar hierna erg veel bedenktijd om weer de juiste kijk op de stelling te krijgen. Het betekende ook, dat Jaap aan het slot veel meer tijd tot zijn beschikking kreeg, waar hij heel goed mee om ging. M.a.w., zijn tegenstandster moest wel in een soort van snelschaakmodus komen, waarin Jaap heel makkelijk mee had kunnen gaan. Maar hij wist zichzelf te beheersen en dacht ruimschoots na over z'n zetten. Toch werd het hem niet gemakkelijk gemaakt maar toen hij nog een kwaliteit wist buit te maken, waarbij de rest van de nog aanwezige officieren ook in het doosje verdween, werd de partij opgegeven en kwam de tussenstand dus op 2½-1½ voor het Pionierteam.
Hierna was het de beurt aan Hans van Calmthout aan bord 7 om te scoren. Zijn partij mondde uit in een dubbel toreneindspel maar hij wist, gelukkig voor hem en zijn team, één stel torens te ruilen, waarna zijn andere op pionjacht kon gaan. Dat lukte prima en zo wist hij het volgende punt binnen te slepen met een tussenstand van 3½-1½ tot gevolg.
Het eerste wedstrijdpunt werd dan bereikt aan bord 1, door Ernst Jan Pluim Mentz, die, wegens familie-omstandigheden, de laatste tijd nauwelijks meer aan schaken toe komt, "slechts" on-line is hij actief. Dat zal hem op de één of andere manier toch parten spelen in zijn spel. Maar deze avond verging het hem redelijk goed en kwam er een dame-eindspel op het bord, waarbij beide dames op hun beurt een pion mee wisten te snoepen. Er kwam tenslotte een stelling op het bord met de witte koning een stukje naar het centrum gespeeld en daar kon aan deze een soort van eeuwig schaak worden gegeven. Dat was op zich nog niet direct nodig, maar om het eerste wedstrijdpunt veilig te stellen werd er wel op in gegaan, met nu dus een tussenstand van 4-2 en mogelijkheden tot meer.
Dat meer wist Rik Verhey binnen te brengen aan bord 3, waar hij "de baas was" over een prettig ogende stelling. Maar zijn koning kwam wel heel moeilijk te staan en hij moest behoorlijk uitkijken, de dame van zijn tegenstander loerde op een mogelijkheid om de positie van de koning te ondermijnen. Gelukkig had Rik e.e.a. keurig onder controle, waarbij hij een soort van dolle loper wist te creëren, een loper namelijk die niet geslagen mocht worden, dat zou de dame gaan kosten. Dit alles werd gespeeld in vooral tijdnood voor de witspeler, hoewel ook Rik daar aardig naar toe aan het wandelen was. Toch wist hij het voordeel, dat hij had gekregen, tenslotte over de streep te brengen met een 5-2 tussenstand en de punten binnen voor De Pionier 1 tot gevolg.
Nog een laatste smetje kwam er op het blazoen van het team door een nederlaag aan bord 4, te slikken door Dik van der Pluijm. Hij had eigenlijk wel een leuke positie bij elkaar geschaakt maar raakte steeds meer in tijdnood. Dat beïnvloedt je denkproces toch wel en Dik raakte steeds meer in problemen. Die probeerde hij nog zo goed mogelijk op te lossen, toen echter beide wedstrijdpunten bleken binnen te zijn gehaald, gaf hij op, met onderstaand wedstrijdformulier tot gevolg:
Kijken we dan nu verder naar de andere leden. Het belangrijkste bord daarbij was wel dat van Maurits Leentvaar, die daar zijn wittebroodsweken wat meer glans wilde geven tegen Lucas Braam. Hij kwam echter van een koude kermis thuis, Lucas bleek voor hem, in de periode van zijn afwezigheid, duidelijk sterker te zijn geworden, wat Maurits duidelijk liet blijken als je naar de verschillende bedenktijden keek. Die waren flink in het voordeel van Lucas, wat op zeker moment verlies voor Maurits betekende.
Dan een heel goede partij van Martijn van Dam tegen Reinier van der Wende. De graag door zwart gespeelde opening kwam op het bord, daarin liet wit zich echter niet kennen en speelde frank en vrij voor het lieve vaderland weg zijn wat minder theoretische zetten. Zoals voor hem te doen gebruikelijk nam zwart ruim de tijd om zijn zetten goed te overdenken, waardoor wit wel iets ruimer in die tijd kwam te zitten. Maar die tijd gebruikte hij voornamelijk om bij de RSB-wedstrijd te kijken. Hoe dan ook, er kwam tenslotte een stelling op het bord met een paard en een pion voorsprong voor wit. Zwart zal gedacht hebben met torenruil betere kansen op remise te krijgen. Maar ook hij kwam van een koude kermis thuis, Martijn beheerste dit deel van de partij ook naar behoren. Hij wist nu de zwarte koning langzaam maar zeker naar de laatste rij te dwingen en bezette met zijn koning de sleutelvelden, wat dan tenslotte winst voor hem betekende.
Jacques Kokshoorn speelde nu al zijn vierde partij dit jaar (twee in de vrije periode voor het ZAS en nu de tweede in de interne competitie) tegen Bonne Faber. Maar dat ging deze avond niet heel geweldig voor hem, al heel snel na de opening blunderde hij een paard weg en met een stuk minder is het dan een hele klus er nog iets van te maken. Maar Jacques slaagde daar toch nog vrij goed in. Bonne raakte nog een pion kwijt en wit leek weer helemaal terug in de partij te komen. Het paard, dat die pion had gewonnen, deed echter een verkeerde sprong op de terugtocht. Waar hij de mogelijkheid tot afruil kreeg ging hij weer terug naar z'n verdedigende positie, zodat het zwarte paard een goede positie in de verdediging op zich kon nemen. De witte koningsvleugel werd blootgelegd en zwart miste daarbij nog mat in twee, waar hij liever een kwaliteit gaf. Maar ook dat bleek afdoende, de winst werd voor zwart.
Een moeilijke partij werd gespeeld tussen Peter Derrez en Leo Stelloo. Wit probeerde daarbij spel te maken maar zwart bleek goed op zijn qui vive! Zo werd een tamelijk gelijke stelling bereikt, wat Leo tot een voor zijn doen ongebruikelijk voorstel bracht: hij bood remise en dat werd met beide handen aangenomen door Peter.
Thomas Ammerlaan speelde zijn tweede interne partij, nu tegen Frits Wilschut. Frits leek het een beetje kwijt, want waar hij anders best goede zetten bedenkt, kwam hij nu al vrij snel in problemen, met als gevolg een eerste winst voor Thomas.
Wim Noordermeer wilde zijn bekende listen en lagen proberen bot te vieren op Quint Considine maar Quint wilde daar beslist niet in meegaan. Hij probeerde juist het tegendeel te bereiken en slaagde daar wonderwel in. Hij mocht het bijbehorende punt dus meenemen naar huis.
Dan de laatste partij, die ging tussen Kees Breen en Jan van Baardwijk. Kees heeft momenteel weinig tijd naar zijn zin om aan schaakstudie te doen en Jan gebruikt juist veel tijd voor zijn zetten (hij vergeet ook wel eens zijn klok te stoppen als hij zijn zet heeft gedaan). Maar Kees verloor materiaal, wist de schade uiteindelijk nog redelijk te beperken. Jan daarentegen verloor veel tijd en wist die schade niet te beperken. Tot zijn eigen (en ook die van anderen) verbazing won Kees de partij tenslotte op tijd.
Dit alles brengt inmiddels de nieuwe tussenstand op de tabellen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten