zondag 7 mei 2017

Ronde 33

Na eerst op gepaste manier de doden herdacht te hebben kwam een aantal leden nog gezellig een partijtje schaken. Deze avond bleek niemand in een puur vriendschappelijke stemming, geen enkele remise en voor de verdere punten moest soms hard worden geknokt.
Eigenlijk was de meeste aandacht voor een partij, waarin beslist zou kunnen worden wie het meeste kans maakte om de meest directe achtervolger van de lijstaanvoerder zou worden. Deze partij ging tussen "jeugdleider met vakantie", Jan van Huizen en de net na zessen op Schiphol geland zijnde Fred van Wieringen. Gelukkig voor hem was er geen sprake van een jetlag, daarvoor was zijn vlucht te kort geweest. In de partij leek Jan op een gegeven moment de touwtjes heel stevig in handen te hebben met een batterij van loper en dame, gericht op h7. Maar Fred wist de enig juiste zet te vinden, waarna zijn koning eigenlijk een heel veilig plekje vond op e7. Nu probeerde Jan natuurlijk een gat in de verdediging van de koning te branden, zijn brander bleek echter onvoldoende up-to-date te zijn en Fred ging steeds opgeluchter ademhalen. Het nodige materiaal werd geruild en nu bleek ook hoe mooi die positie van de zwarte koning in het centrum bleek te zijn. Beiden hadden, naast enkele pionnen, nog een toren en een loper maar dat materiaal van Fred kwam steeds beter te staan, vooral wegens een ver opgerukte vrije a-pion. Het einde van het liedje voor Jan was dat die pion niet meer tegen te houden was en Jan gaf dan ook op.
Hij had de laatste weken goede sier gemaakt in de interne competitie en daarvoor mocht Rob van Wijgerden deze avond een partij spelen tegen Ernst-Jan Pluim Mentz. Ondanks het grote krachtsverschil kweet Rob zich naar behoren van deze taak. Maar aan alles was toch wel te zien wie aan het eind met de bloemen zou gaan lopen want Rob had steeds minder behoorlijke zetten. Een paard van hem werd a.h.w. vastgezet op de damevleugel, waar hij op zich nog een verdedigende taak wist te vervullen. Maar Ernst-Jan kreeg de c-lijn in handen en daarlangs wist hij een toren achter de linies van Rob te krijgen en met een dergelijk kleinood in handen kon hem de winst eigenlijk niet meer ontgaan. Zo gebeurde het dan ook.
Eigenlijk een hele typische partij kwam op het bord tussen Michiel Landman en Alex van Wieringen. Want in de eerste fase van deze strijd leek Michiel heer en meester. Toch moet hij ergens een slippertje hebben gemaakt want aan het slot van de partij stond Alex "plotseling" beter, met een vrijpion op promoveren, slechts te stoppen door een loper van dezelfde kleur als het promotieveld. Helaas voor Michiel had Alex ook een loper van diezelfde kleur over, die, gedekt door zijn koning, zich op die diagonaal wist te posteren, waardoor promotie en winst voor Alex niet meer te voorkomen was voor Michiel.
Een relatief gemakkelijke partij speelde Bonne Faber tegen Sheila de Jonge. Een paard werd gepend en de lijn naar haar koning werd gedurfd geopend door Sheila. Nu kon Bonne dat paard met een pion aanvallen, wat dan het paard had gekost, Bonne durfde dat toch niet aan omdat zijn koning dan in de vuurlinie van Sheila's zware materiaal zou komen. Maar Sheila speelde het ook niet goed, waar ze die pennende loper had moeten verjagen bracht ze, in plaats daarvan, haar dame in het spel. Maar haar grootste fout beging ze even later, toen ze Bonne's koningspaard ongehinderd in de aanval liet gaan. Dat kostte haar een pion, een kwaliteit en de rochade. De enige mogelijkheid, die ze nu nog wist te vinden bevond zich in bijzonder troebel water en die vis wist ze dan ook niet op het droge te krijgen. Bonne wist z'n zaakjes kundig af te werken naar winst.
We hadden al een typische partij gehad, tussen Jan van Baardwijk en Wim van Schie ontspon zich ook iets dergelijks. Op zeker moment wist Jan een stuk te winnen, hoewel zijn bedenktijd daar wel snel minder door was geworden. Toch zou een dergelijke positie, ook met veel mindere bedenktijd, nog vrij makkelijk naar winst moeten kunnen leiden. Maar Jan bleek daar geen goede leidsman in te zijn en Wim wist het stokje over te nemen en de partij tenslotte toch nog naar zich toe te trekken!
Dat trekwerk werd ook door Leo Stelloo gedaan, tegen Casper Verbeek. Wat weer opviel bij het spel van Leo was overigens zijn gebruik van bedenktijd. Opnieuw ging hij, in stellingen, waarin zetten redelijk voor de hand lagen, zich inspannen om iets anders en - hopelijk voor hem - beters te vinden. Dan werd tenslotte toch die logische zet gedaan, wel echter behoorlijk ten koste van die bedenktijd. Casper wist daar te weinig van te profiteren en liet zich tenslotte vrij gemakkelijk naar de slachtbank leiden.
Frits van der Veeke had, tegen Wim Noordermeer, blijkbaar weer eens zijn avondje! Wat Wim ook speelde, Frits wist er een goed antwoord op te vinden en tenslotte wist Wim niets anders meer te bedenken dan opgave.
Dan tenslotte nog Ronald van Velzen tegen Arie Bliek en Ronald leek weer eens verrassend op winst af te stevenen. Maar Arie is het type speler, die je eerst mat moet zetten en die dan pas opgeeft. Maar Ronald wist de winnende stelling, die hij had opgebouwd, niet daadwerkelijk tot winst te voeren. Want toen Arie bijvoorbeeld een pion op promoveren had, slechts tegengehouden door een eigen toren, speelde Ronald zijn koning net naar een veld, waarop Arie schaak kon geven en hup, daar was de nieuwe dame voor Arie. Dat kostte Ronald dus een toren en even later ook de partij, toen de dame, die ook Ronald had weten te halen, middels een familieschaakje weer in het doosje verdween. Weer een punt door Arie dus.

Dit is de nieuwe stand.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten