vrijdag 7 november 2025

RSB: Hoeksche Waard 1-De Pionier 1

Na een lastige eerste wedstrijd tegen Spijkenisse was het nu hopen op een beter resultaat tegen Hoeksche Waard, die zelf ook een pittige eerste ronde hadden met een verlies tegen Sliedrecht. Thomas Ammerlaan speelde mee en schreef een verslag. Thijs van Dam en Jaap Santifort konden helaas niet meedoen, dus moesten Fred van Wieringen en Jan van Huizen proberen deze schoenen te vullen. 

De eerste partij met een uitslag was aan bord 5, waar Maurits Leentvaar mooi van hun sterkste speler qua rating wist te winnen. De opening ging vrij gelijk op met wat ruilingen op de d3 en b5 velden, waarna wit iets beter stond vanwege de geïsoleerde d-pion van zwart. Deze pion werd uiteindelijk ook een beetje onnodig naar voren geschoven en met een slimme tussenzet wist Maurits deze mooi te winnen. Alsof dat nog niet genoeg was gaf de tegenstander opeens ook nog een toren weg: 

Na Dxd8 was er misschien nog een partij, maar ook dan staat wit gewonnen na bijvoorbeeld Txd8+ Kh7 en Te1. In plaats daarvan speelde zwart Kh7 en na Dd3+ g6 Dxe2 stond Maurits een toren voor. Een paar zetten werden nog gespeeld, maar nadat zwart geen spel meer zag gaf hij op.

De tweede partij was de partij van Martijn van Dam aan bord 8. Hier speelde wit een opening naar mijn hart met 1.b4. Zoals op de foto te zien is speelde Martijn e5, waarna b5 werd gespeeld. De spelers kwamen in wat kalmer water en rokeerden allebei naar de koningszijde. Nadat beide spelers wat stukken hadden ontwikkelt vond Martijn dat het tijd werd om een aanval te beginnen met h5 g5 en ook uiteindelijk f5. Dit was misschien een beetje veel van het goede, maar voor een tijd wist Martijn de koningszijde nog wel bij elkaar te houden. Het was juist aan de dameszijde waar de problemen eerst kwamen. Een slimme pionzet op de c-lijn van wit forceerde Martijn om zijn dame te offeren voor een toren en een loper, waarna het erg lastig werd om alles onder controle te houden. Nadat meer materiaal verloren ging, gaf Martijn op.

Twee remises volgden. De partij van Jan van Dam aan bord 4 leek al een langere tijd naar dit resultaat te gaan. De dames gingen al vrij snel van het bord af en ook de lopers stonden al naast het bord. Uiteindelijk werd er nog een paardeneindspel gespeeld, waar Jan misschien iets betere pionnen had, maar ook die gingen bijna allemaal van het bord af en niet veel later werd een remise aanbod van wit aangenomen door Jan.

De andere remise was de partij van Fred. Hier duurde het wat langer voordat er stukken werden geruild, maar de positie was erg symmetrisch en het leek er dus niet op dat er iemand voor de winst kon gaan. Heel even leek het er op dat Fred een beetje moeite had met correct afruilen met wat vreemde zetten als Pd1, maar toen dat ook was opgelost was een gelijk spel een correct einde van de partij.

Ernst Jan Pluim Mentz bracht aan bord 1 de wedstrijd na enige tijd weer in ons voordeel. Net als de tegenstander van Martijn wist Ernst Jan een dame te winnen voor een toren en een loper. Winnen was echter een stuk lastiger, sinds de stukken van zwart redelijk goed stonden en er een hoop pionnen van het bord gingen. Na een lange tijd wist Ernst Jan een paar lopers te ruilen wat zeker in het voordeel is voor de zijde met de dame. Zwart koos om actief te blijven spelen, maar met de lage tijd was dit misschien niet de beste keuze, sinds je dan elke zet moet rekenen of je geen stuk weggeeft door een schaakje of twee. Uiteindelijk viel de stelling dan ook een beetje uit elkaar en gaf zwart op.

Een hartverscheurende partij was die van Jan van Huizen aan bord 2. Jan wist mooi de koningszijde en het midden te sluiten en ging daarna aan het werk aan de dameszijde. Daar was hij een flink aantal zetten bezig om de b-pion op te spelen, waarna het vrijwel zeker is dat er een pion de andere kant haalt. Jan speelde nog één voorbereidende zet, dame van f1 naar f2, en was daarna van plan om zijn b-pion op te spelen. Hij vergat echter dat de dame de enige verdediger was van zijn loper op a3 en nadat de tegenstander hem daarop wees en het een stuk pakte gaf Jan meteen op. 

Gelukkig kregen we een gelukje terug met de partij van Tim van Huizen aan bord 6. Wit speelde al snel een gambiet met g4, een pion die Tim besloot er af te slaan. Hij kwam daarna in een moeilijke positie terecht en stond zelfs twee pionnen achter. Veel meer van de partij heb ik helaas niet gezien, sinds ik ondertussen zelf ook druk bezig was met mijn partij, maar ik hoorde wel ineens een commotie en het bleek dus dat wit mat in 1 weggaf en dus kwamen we weer voor te staan in de wedstrijd.

Dit brengt ons dus naar de laatste partij, die van mijzelf aan bord 3. De opening was een vrij standaard Siciliaanse opening, maar ik had op zet 11 de kans om een groot voordeel te krijgen:

Ik speelde 11.Pf3, maar 11.Pf5 kon mij een pion opleveren na O-O 12.Pd5 Lxf5 13.exf5 Pf4 14. Lxf4 exf4 15.Pxf4.

Desalniettemin kwam ik in een iets betere stelling en ik kwam zelfs twee pionnen voor te staan dankzij een leuk loper offer op e6, waarna je zou zeggen dat wit bijna gewonnen moet staan. Tot mijn verbazing was dit offer niet helemaal correct sinds zwart blijkbaar een mooie verdediging had, maar dat laat ik aan de lezer over:

Na 20...Pxe6 21. Dd5 speelde zwart Lf6 wat niet de goede oplossing is, maar na 22. Dxe6+ Df7 nam ik ook de pion op d6 met de toren wat weer een fout was van mij, f5 was hier de winnende zet. Zwart verdedigde daarna dan ook heel goed en uiteindelijk kwamen we in een eindspel met een paard en een pion extra voor mij en een loper voor zwart. Hier wist ik niet veel meer te verzinnen om nog te winnen, maar zodra ik hoorde dat Tim gewonnen had en een remise dus genoeg was besloot ik om mijn c en g-pion te ruilen voor de h-pion voor zwart, waarna het een remise werd.

Hier nog een link naar de uitslag: https://rsb.netstand.nl/pairings/view/1495

De volgende wedstrijd is thuis tegen Onesimus 2 die qua ratings dicht bij Hoeksche Waard liggen, dus een winst is hier ook weer belangrijk om comfortabel in de eerste klasse te blijven.
  


Geen opmerkingen:

Een reactie posten