zondag 5 januari 2025

HHC r.16

De eerste schaakavond van het nieuwe jaar kende wel een aantal afwezigen, die blijkbaar nog wat aan dit nieuwe jaar moesten wennen. En dat dan blijkbaar het liefste nog thuis wilden doen. Wel werd nog een deel van de bekercompetitie afgerond. Hiervan staat nog één loting open maar de kans, dat deze nog zal worden gespeeld is helaas vrij klein. Ook was men oneven, zodat "SV De Pionier" weer van stal kon worden gehaald.

Voor de bekercompetitie was een afspraak gemaakt om deze avond te gebruiken om de loting te spelen. Dat ging tussen Jaap Santifort en Thijs van Dam, waarbij Jaap het commentaar levert: Vooraf was Thijs favoriet, vanwege het ratingverschil van ruim 250 punten. Maar omdat er een verschil in bedenktijd was van bijna een half uur in het nadeel van Thijs, zou het toch een redelijk eerlijke strijd worden. De 1e partij had Jaap wit en er kwam een Nimzo-Indische stelling op het bord. Thijs concentreerde zich op de damevleugel terwijl Jaap zijn heil zocht in het centrum en op de koningsvleugel. Het werd een mooie pot, met kansen voor Jaap. Zie het eerste diagram, met een

waardering van +2 voor wit na de zet g4. Even verderop in de partij, na afruil van verschillende stukken, had Jaap een sterke vrijpion op d6. Zoals je ziet staan alle zwarte stukken vast. De stelling is nu + 6,5 voor wit. Zie het volgende diagram. In plaats van de koning erbij te halen ging Jaap op pionnenjacht. Dat was geen goede voortzetting. Het zwarte paard kwam weer in het spel en leverde een mooie bijdrage in de strijd. Door een flinke afruil bleven er 2 verbonden pionnen over voor beide spelers. Een remise was het resultaat.

De tweede partij werden de kleuren gewisseld en werd er vanuit de London-opening tegenovergesteld gerokeerd. De "denktank" van Jaap was een beetje leeg en hij stopte minder energie in deze tweede partij. Na de zet d4 van wit (zie diagram) dacht hij een leuk trucje te zien. In plaats van Txd4, wat een gelijke stelling oplevert, speelde Jaap Pe4?! Hij dacht, nadat het paard op e4 wordt geslagen, met Dxd4 twee stukken tegelijk aan te vallen. Leuk bedacht, maar na Pc3 kunnen de stukken in het doosje. Het ene stuk dekt het andere… 
De tweede loting betrof de partijen tussen Wilco Baartmans en Thomas Ammerlaan. In de eerste daarvan wist Thomas zijn tegenstander redelijk makkelijk op te rollen, zodat deze de tweede partij opgaf zonder een zet te spelen. Dus Thijs en Thomas naar de derde ronde.
Dan verder met de partijen uit de interne competitie en daar heeft Fred van Wieringen voor een groot deel zijn licht over laten schijnen. Twee bestuursleden mochten het dan met elkaar uitvechten wie de beste was. De partij tussen Jan van Huizen en Fred was net circa tien zetten oud of Fred beging een enorme blunder. Hij zag, dat b7-b5 niet goed was, dacht even na en speelde de zet toch!?? Schaakblindheid heet zoiets, denk ik. Het leverde Jan uiteindelijk een kwaliteit en een pion op. Tevens was de stelling van Fred hopeloos. Hij speelde nog wel door, maar moest Jan even later feliciteren met de overwinning. Jan van Dam en Martijn van Dam openden beiden goed. Na de opening ging het lang gelijk op. Echter deed Martijn een verkeerde zet en verloor een stuk. Martijn gaf hierna op, zodat Jan de punten kreeg. Maurits Leentvaar werd gekoppeld aan Reinier van der Wende. Het werd een interessante partij. Maurits won een pion en scheepte Reinier zelfs met twee dubbelpionnen op. Dit wetende ruilde Maurits alle grote stukken af en kwam in een veel beter pionneneindspel dan Reinier. Maurits maakte het bekwaam af.
Dan mocht Bonne Faber zijn kunnen tonen tegen jeugdkampioen Tim van Huizen. Dat ging redelijk voor hem, hoewel Tim wel snel het iets betere van het spel kreeg. Dat was voor Bonne een reden om op een gegeven moment (zie diagram) remise te bieden. Vooraf had Tim blijkbaar van zijn vader het
advies gekregen om geen remise aan te nemen. Nu, na een blik op zijn vader en enig nadenken, wimpelde  Tim het aanbod af door ...;Ke6 te spelen en daarmee inderdaad het zwakke punt van de stelling van Bonne (de damevleugel) bloot te leggen. Dat leverde hem dan ook die beide pionnen op en wat later ook de partij, hoewel Bonne nog wel - tegen beter weten in - een aantal zetten speelde.

Leo Stelloo en Michiel Landman hadden al vaker tegen elkaar gespeeld. Het waren altijd leuke partijen. Nu dus ook, al was het Michiel die de partij naar zijn hand zette. Hij wist een pion op c2 te krijgen. die gedekt stond door zijn loper. Leo moest van alles verzinnen om deze pion niet te laten promoveren. Terwijl hij daar mee bezig was, wist Michiel aan de andere kant van het bord twee pionnen te veroveren. Leo moest nu twee kanten in de gaten houden. Uiteindelijk waren deze twee pionnen teveel voor Leo, die daardoor op tijd ging verliezen. De partij tussen Julian Krabbendam en Albert Bijzitter werd een spannende. Terwijl Albert een aanval op de damevleugel opzette, posteerde Julian de dame en twee torens op de koningsvleugel. De aanval van Julian sloeg door. Met pion naar g6 was een matdreiging niet meer te voorkomen door Albert. Winst voor Julian dus. Frits van der Veeke en Jacques Kokshoorn speelden een mooi eindspel. Na afruil had Jacques een dame en Frits twee torens. Zwart dreigde een pion te slaan op f7, wat zijn beide torens tegen een dame en een pion zou betekenen. Maar Frits zag dit niet en Jacques kon nu eeuwig schaak geven. Beiden waren tevreden met de remise. Sheila de Jonge werd gekoppeld aan Kees Breen en ze leek niet goed bij de les te zijn. Althans, ze raakte twee pionnen achter en Kees kwam enigszins gewonnen te staan. Maar als je dat wilt bereiken moet je wel op je tellen blijven passen en dat deed Kees niet. Want op zeker moment in de partij kwam zijn koning in een penibele situatie terecht op de tweede rij. Daar werd hij slechts beschermd door een pion en in zijn euforie (zie ook het commentaar van Fred bij zijn eigen partij) pakte hij die pion vast om hem te spelen. Toen zag hij wat daar het resultaat van zou zijn en bleef een poosje met de pion in zijn hand zitten voor hij hem dan toch maar speelde (aanraken is zetten is de regel). Hierdoor kon Sheila schaak geven, waardoor torens werden geruild en ze een niet meer te stoppen vrijpion kreeg. Verlies dus voor Kees en weer een les: blijf op je handen zitten!

Het werd al aan het begin van dit verhaal gezegd, het aantal spelers was oneven en nu werd het de beurt aan Michael Smalheer om tegen alle andere aanwezigen (SV De Pionier genoemd) te spelen. Dat werd een crime voor hem, wat hij na afloop ook duidelijk liet merken. In de partij overigens moest hij regelmatig wachten tot er weer eens een tegenstander naar de stelling kwam kijken. Dat leverde hem wel een mooie voorsprong in bedenktijd op en is weer een bewijs voor het feit, dat deze vorm van het oplossen van het oneven-probleem niet van ganser harte door iedereen wordt ondersteund. Terug naar de partij, waarin Michael de koning van zijn tegenstander(s) op zeker moment in een moeilijke positie wist te manoeuvreren. Nu ontstond er een situatie met enkele spelers aan de Pionierkant van het bord die allemaal al eens een zet hadden gedaan en dat niet vaker wilden doen. Zo viel de Pioniervlag en kon Michael terugzien op een goed gespeelde - maar toch enigszins onbevredigende - partij.

Als laatste partij staat Ellen Akershoek tegen Wim Noordermeer op het programma om te bespreken. Er is niet zoveel van gezien, alleen het slot. Daarin had Wim de koning van Ellen naar de achterste rij gedwongen en met een loper het matveld voor de tweede toren in bezit genomen. Dus was er voor Ellen geen mogelijkheid meer om aan dat mat te ontkomen. Hierdoor is er weer een nieuwe tussenstand in beeld gekomen.



 







Geen opmerkingen:

Een reactie posten