zondag 7 januari 2024

Ronde 16

 

Deze ronde stond een klein beetje in het teken van de beker. Van de vier nog open staande paringen konden er twee worden gespeeld en zeker niet de minsten! Of en wanneer de laatste twee gespeeld zullen gaan worden is nog een vraag gezien de mogelijkheden van de betrokkenen om te spelen. Verder stond het begin van de avond natuurlijk in het teken van nieuwjaarswensen.

De eerste bekerpartijen waren voor Thijs van Dam en Jaap Santifort (nog te zien op de achtergrond van bijgaande foto). Jaap was weer zo vriendelijk om er een verhaaltje omheen te vertellen, samen met twee diagrammen van beslissende momenten uit de partijen: De eerste partij had Thijs wit en speelde vrij rustig. Jaap besloot ten aanval te trekken met de zwarte stukken. (zie diagram 1). Na … - Lh3 ziet het er dreigend uit maar Thijs sloeg de aanval af door de lichte stukken af te ruilen. Daarna kreeg hij op de damevleugel een beslissend voordeel. 

In de tweede partij waren niet alleen de kleuren maar ook de rollen omgedraaid. Thijs trok ten aanval met de zwarte stukken. (zie diagram 2). Na … - Peg5 kan wit opgeven. Er dreigt … - Dxh3. Na de enige verdediging, Pg1, volgt … - Lxg1, Kf1 anders is het mat op h3. En na - Dxh3+ en de partij is dan feitelijk al over. De stukken van wit staan te ver van het slagveld en sowieso heeft zwart materiaalvoordeel.
Hopelijk is dit een reden voor anderen om ook iets over hun partij in te sturen. Helaas is het niet eenvoudig om naar alle partijen te kijken dus zou het fantastisch (en goed voor de site!?) als meerderen het voorbeeld van Jaap zouden volgen!
De tweede paring was tussen Alex van Wieringen en Thomas Ammerlaan en hiervan waren beide partijen al relatief snel voorbij. Het was eigenlijk al een wonder dat er gespeeld kon worden want wegens familieomstandigheden was Alex al een poosje verhindert om naar de club te komen. Beide partijen eindigden in winst voor Thomas en hij mag zijn borst nat gaan maken want in de volgende ronde zit Thijs op hem te wachten.
Gaan we dan naar de interne competitie en daar zien we, dat de spelers aan de top ervan goede zaken deden. Eerst was daar een Van Dam-onderonsje tussen Martijn en Jan en het lukte Martijn maar niet om zijn naamgenoot op de knieën te krijgen. Met andere woorden, Jan won de partij. Dan was het de beurt aan Jan van Huizen om het op te nemen tegen Ernst Jan Pluim Mentz. Laatstgenoemde kreeg eigenlijk een moeilijke avond voor de kiezen, Jan leek hem op zeker moment in de tang te hebben, Jan wist echter de goede oplossing niet te vinden. Want een voorsprong van een pion glipte hem door de vingers en het leek op zeker moment een verrassende remise op te gaan leveren. Maar Ernst Jan ging er een even goed voor zitten en wist zijn vrijpion op de b-lijn tot de derde rij op te laten rukken. Maar op b3 werd de pion een halt toegeroepen door een toren van Jan. Dan de aandacht maar verlegd naar de andere vleugel, waar Jan een dubbelpion had en Ernst Jan een pion nog op de zesde rij. Daar ging het gevecht nu losbarsten, wat Ernst Jan in eerste instantie de voorste g-pion van Jan opleverde. Maar nu werd het moeilijk want de witte pion op g2 werd ondersteund door die toren op b2. Een aantal zetten later was de zwarte pion opgerukt naar g3. Verder wist Ernst Jan niet te komen, dus daarom offerde hij zijn b-pion maar op om zodoende de g-pion van Jan te kunnen slaan. Er werd nu nog een beetje tegen gestribbeld maar uiteindelijk zag ook Jan, die al een poosje in redelijke tijdnood verkeerde, in dat zelfs de remise niet voor hem was weggelegd en dus gaf hij de partij op. De zoon van Jan, Tim van Huizen, moest het opnemen tegen Maurits Leentvaar en kreeg het moeilijk. De h-lijn was half open gekomen en daar bevond de witte koning zich op de tweede rij met een zwart paard er vlak voor. Dat paard ging Maurits dekken door z'n dame naar h5 te spelen, wat wel enig gevaar inhield want een toren van Tim stond op b5 en er stond nog een zwarte loper op d5. Tim offerde nu zijn g-pion om de zwarte dame weg te jagen en nu werden die pion op g4 en de loper op d5 tegen elkaar "geruild", waardoor Maurits meer ruimte kreeg op de koningsvleugel. Daar wist hij prima gebruik van te maken want Tim wist geen vuist meer te maken en moest tenslotte de duimen leggen. Maar hij heeft hier misschien wel wat van geleerd want hierna speelde hij op vrijdag en zaterdag een jeugdtoernooi in Gouda waar hij mooi 4 uit 7 wist te scoren tegen sterkere spelers met een rating van meer dan 1800 en meer dan 1900. Sheila de Jonge kwam wat later maar was wel als één van de eersten klaar tegen Rik Verheij. Ze moest het punt ook nog eens aan Rik laten! Albert Bijzitter werd gekoppeld aan Leo Stelloo en hij zette zijn stelling heel goed op. Hij kreeg een open d-lijn en posteerde daar zijn beide torens op. Ook zette hij een batterij op met loper en dame op de diagonaal b1-h7, die echter werd geblokkeerd door één van zijn torens. Leo stond daarentegen flink in de verdrukking en was eigenlijk alleen maar aan het verdedigen. Tot overmaat van ramp speelde hij nu zijn paard, dat op g6 stond, naar h8 waar het edele dier verder geen velden ter beschikking had. Ook werd hiermee het veld h7 tot matveld gecreëerd. Gelukkig voor hem zag Albert hoe van deze blunder van Leo gebruik te maken. Hij speelde namelijk zijn toren van e5 naar e1, daarmee de dame van Leo aanvallend, maar wat erger was, nu ook dat matveld in beeld krijgend voor zijn dame. Leo had even tijd nodig om te beseffen wat er aan de hand was en offerde daarna ook nog een loper (met schaak) op f7. Nadat die loper was verdwenen ging ook de dame van Leo in het doosje omdat hij eerst het mat moest afdekken door zijn paard weer terug te spelen. Na nog enkele zetten te hebben gespeeld zag ook Leo het onmogelijke van zijn stelling in en gaf op.
Jan van Baardwijk had enkele partijen na elkaar verloren en was nu dus in de middenmoot terechtgekomen. Daar trof hij Bonne Faber tegenover zich. Hun partij ontspon zich in eerste instantie in goed evenwicht maar in het middenspel kreeg Jan de betere stelling. Die veranderde al spelend van veel beter via beter naar goed in evenwicht. Maar Jan zag niet direct zijn mogelijkheden en bood daarom remise. Dat aanbod werd door Bonne met beide handen aangenomen want hij zag wel in, dat hij toch slechter stond, hoewel de materiaalverhouding wel in evenwicht was. Michiel Landman had een slechte avond tegen Jacques Kokshoorn. Ondanks zijn oefenen vooraf met enkele snelschaakpotjes verloor hij deze partij. Julian Krabbendam kreeg een relatief makkelijke avond tegen Ivan Jansen. Julian ging er met alles wat hij in zich had in en Ivan kwam moeilijk te staan. Dat had tot gevolg dat Julian met een loper de koningstoren van Ivan wist te slaan. Ivan echter kon, ook met een loper, de tegen overliggende toren van het bord slaan en het leek een gelijkspel te worden. Maar Julian had nog meer pijlen op zijn boog en hij zette Ivan onder behoorlijke druk, een druk, die Ivan niet wist te weerstaan. Dat betekende tenslotte partijverlies voor hem. De laatste partij wordt die tussen Wim Noordermeer en Baris Kinis. Beider spel een beetje kennende kun je stellen, dat Wim een aantal geintjes in de stelling breidde en dat Baris daar niet tegen opgewassen was. Dat bleek ook zo te zijn en Wim won de partij.
Tenslotte nog gesteld, dat het aantal aanwezige spelers oneven was en Frits Wilschut werd voor de keus gesteld om tegen alle aanwezigen te spelen of vijf punten voor het oneven zijn te krijgen. Frits koos voor het laatste. Dit brengt de volgende nieuwe tussenstand in beeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten